Lievaart, Inge
Geroepen dichters; die generatie is aan het uitsterven. Maar Inge Lievaart opent haar nieuwe bundel met een stem van buiten, die roept: ”Een stem zei: jij”. En die stem noemt onontkoombaar haar naam. Om de „zilveren fluisteringen” te vertalen over water in het versteende en over water dat de huid van de rots vochtig maakt.
”Tot al het harde zacht is” heet de dichtbundel die Inge Lievaart haar „geestelijke biografie” noemt. Aan de hand van die bundel blikt de negentigjarige dichteres terug op haar persoonlijke ontwikkeling: „Het gaat erom dat je Gods weg leert gaan, maar altijd weer zit je dikke ik daarbij in de weg. En toch is God bezig om je te vormen tot degene die Hij bedoeld heeft - als een levende steen. Is dat niet mooi?”
Inge Lievaart (1917) publiceerde in 1944 haar eerste gedichtenbundel onder het pseudoniem Anna Terweel. Intussen is haar oeuvre zeer uitgebreid; 23 dichtbundels volgden haar debuut. Ze behoort tot de groep schrijvers die verantwoorde, christelijke literatuur probeert te schrijven. Een positief-christelijke inhoud en een voorkeur voor gebondenheid aan een bepaalde, traditionele stijl kenmerken haar dichterschap.