Brown, Dan
"De Da Vinci Code" (2003) begint met de geheimzinnige dood van de conservator van het Louvre en eindigt met de ontmaskering van "de grootste samenzwering van de laatste 2000 jaar." Maar de misdadiger is geen persoon, de misdadiger is de kerk. Uit de RD-recensie: "Je vraagt je af welk beeld al die miljoenen Dan Brown-lezers van het christelijk geloof overhouden. De hele kerkgeschiedenis blijkt neer te komen op 2000 jaar misleiding, machtsmisbruik, vrouwenonderdrukking en gewetenloosheid. Daartegenover stelt de schrijver dan een lofzang op seksualiteit, vrouwelijkheid en vrijheid, al bevat het boek eigenlijk geen enkele expliciet-erotische scène. Dat heeft invloed, zelfs op christelijke lezers die wel beter weten."
Het boek verslaat zijn miljoenen: al twee jaar is het niet uit de toptienen weg te branden. In binnen- en buitenland is "De Da Vinci Code" (2003) van Dan Brown een begrip geworden. Ook onder christelijke lezers - terwijl je het boek toch kunt zien als een aanval op het christelijk geloof.
Relipulp met aantrekkingskracht
Ook in Nederland verslaat Dan Brown met "De Da Vinci Code" zijn duizenden. Wie niet in stevige christelijke schoenen staat, heeft na lezing van de knappe thriller waarschijnlijk het gevoel dat er toch wel iets waars schuilt in de complottheorie. Ten onrechte, zo stelde VU-theoloog prof. dr. R. Kranenborg vorige week tijdens een symposium over het boek. "Het is relipulp."
Valse leer in knap thrillerjasje
Vier moorden op één dag; bijna slaagt de kerkelijke macht erin een eeuwenoude waarheid voorgoed van de aardbodem weg te vagen. Slechts door de scherpte van een onafhankelijke geest, en door bewonderenswaardige vasthoudendheid, kan het gevaar worden afgewend. Dat is de teneur van Dan Browns bestseller "De Da Vinci Code", die bij christelijke gemeenten in Amerika al voor heel wat opschudding zorgde.