Jong, A. M. de
"Nou ja, vrij... vrij was geen mens, vrij was hij eigenlijk ook nooit geweest, maar er was toch een reusachtig verschil. Want als hij gewild had, had hij werkelijk vrij kúnnen zijn. Hij had alles in de steek kunnen laten, had weg kunnen lopen, zeeman of bedelaar worden, boerenknecht of loodgieter en geen mens had hem terug kunnen halen of verbieden zijn gang te gaan. Maar zelfs aan die theoretische vrijheid was nu een eind gekomen." Deze woorden uit "Frank van Wezels roemruchte jaren" (1928), staan niet ver af van het hart van de schrijver: A. M. de Jong.