Het ware, goede en schone bijeen
RD, 5 June 2000
In het ”Heerenlogement”, de kamer van SGP-fractievoorlichter Menno de Bruyne en SGP-senator Holdijk aan het Binnenhof, ligt de grond rondom de stoel van kamerlid Kees van der Staaij bezaaid met boeken. Het typeert niet alleen de ernst en grondigheid waarmee het 31-jarige kamerlid zich op debatten en interviews pleegt voor te bereiden. Het zegt ook iets over zijn leeslust en belangstelling voor het onderwerp kunst en cultuur. „Ik vind het verkeerd om alles langs de meetlat van het nut en de noodzakelijkheid te leggen. Calvijn prees kunstzinnigheid en de schijnbaar nutteloze diversiteit in natuur en cultuur als een gave van God. Maar soms moet je je willen onthouden.”
Interview met Kamerlid Kees van der Staaij
Het goede van het kwade onderscheiden
RD, 19 June 2006
Op één punt stemmen de twee hoogleraren overeen. Geen van beide is verrast door de uitkomst van het RD-onderzoek naar de houding van de gereformeerde gezindte tegenover muziek, film, literatuur en schilderkunst. Dr. W. H. Velema: „Eigenlijk konden we allang weten dat hier grote verschuivingen plaatsvinden.” Maar hun toekomstverwachting verschilt. Dr. A. van der Meiden: „De groep zal nog veel verder veranderen, qua leven én qua leer.” Velema: „We kunnen wezenlijk onszelf blijven als we, met Gods hulp, het goede van het kwade leren onderscheiden.”
Interview met dr. W. H. Velema en dr. A. van der Meiden
Niet amuseren maar proclameren
RD, 26 June 2000
Door Hoe breng je het Woord van God zo dicht mogelijk bij de harten van mensen? Met deze vraag worstelen predikanten en evangelisten al zo lang het Evangelie wordt verkondigd. Maar kan en mag je ook kunstzinnige vormen daarbij gebruiken? Binnen de gereformeerde gezindte kwam de bezinning op dit punt ongeveer vijftien jaar geleden op gang. De meningen lopen sterk uiteen. Waar de één drama een geaccepteerde vorm vindt, is voor de ander het poppenspel een brug te ver.
Interview met jeugdwerkadviseur S. de Haan
RD, 26 June 2000
Dat het gesproken woord per se aanvulling behoeft, daarvan is F. van Toor niet overtuigd. Tot begin van dit jaar was hij voorzitter van de Landelijke werkgroep kinderevangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten. Zijn ervaring is dat iemand die een goed verhaal vertelt nog steeds kan rekenen op een aandachtig gehoor, zowel van kinderen als volwassenen. „Natuurlijk maakt het uit of iemand vanuit zijn achtergrond gewend is om te luisteren. Er zijn mensen die zo visueel zijn ingesteld dat ze met een vertelling niet langer dan twintig minuten zijn te boeien. Toch geloof ik dat een goede verteller bijna alle mensen een halfuur aan zich weet te binden.”
Interview met schoolbegeleider F. van Toor
RD, 26 June 2000
Als directeur van het Internationaal Kinderevangelisatie Genootschap (IKEG) in Nederland stimuleert ds. J. M. Storm uit Apeldoorn kerken en evangelische gemeenten om aan kinderevangelisatie te doen. Waar dat niet lukt, probeert IKEG zelf iets te beginnen. „Veel kerken proberen met allerlei middelen de jeugd naar de kerk te trekken”, constateert ds. Storm. „Het grote gevaar daarvan is dat de echt kerkelijk betrokken jongeren de smaak van de wereld te pakken krijgen. In plaats dat je andere jongeren binnenleidt, loop je het risico dat je eigen jeugd de wereld in trekt.”
Interview met ds. J. M. Storm
Een documentaire als kunstwerk
RD, 22 June 2000
Door Als kind zag N. Stam oude foto's van de brand van het stadhuis in Leiden, eind jaren twintig. Dat maakte „geweldige indruk.” Tijdens een bezoek aan de Lakenhal in die stad, vorig jaar, werden er filmbeelden van de vuurzee vertoond. „Zo'n film voegt iets toe aan het fotomateriaal. Je ziet nog veel beter de houding van de mensen, de expressie op de gezichten”, zegt Stam bevlogen. „Die fascinatie deel ik absoluut”, reageert zoon Niek. Mede door het enthousiasme van zijn vader kreeg hij al jong oog voor beeldende kunst.
Interview met kunstliefhebbers vader en zoon Stam
Vele vragen en verschillende antwoorden
RD, 22 May 2000
Prof. dr. A. Th. van Deursen versus G. Slootweg, een voormalig hoogleraar geschiedenis van de VU tegenover een "ledeboeriaanse" leraar geschiedenis aan een scholengemeenschap in Middelharnis: dat is Kuyper en Schilder versus Kersten, RPF versus SGP, (neo)gereformeerd tegenover reformatorisch, openheid tegenover isolement, cultuuropdracht tegenover vreemdelingschap. Ondanks een gemeenschappelijke basis in Schrift en belijdenis komen zij dan ook op een ander standpunt tegenover kunst en cultuur uit. Van Deursen: "Een concert bijwonen? Ik geloof niet dat je als een bedorven mens uit een concertzaal komt." Slootweg: "Maar dat is het nu juist, professor, we gaan er al bedorven in."
Interview met Prof. dr. A. Th. van Deursen en G. Slootweg
RD, 17 September 2007
Zijn vroegste kinderjaren bracht hij door in een communistisch kamp. Die ervaring heeft diepe sporen getrokken in het werk van András Visky, zoon van het bekende Hongaars-Roemeense predikantsechtpaar Visky. "Je kunt een tijd meemaken waarin je alles in je leven verliest, alles. Voor mij was dat tijdens de periode in het kamp. Daarom gaan al mijn stukken over lijden en opstanding, over bevrijding uit de gevangenis."
Interview met toneelschrijver Andras Visky