Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: J. R. A. Dekker

Hellend vlak

Als directeur van het Internationaal Kinderevangelisatie Genootschap (IKEG) in Nederland stimuleert ds. J. M. Storm uit Apeldoorn kerken en evangelische gemeenten om aan kinderevangelisatie te doen. Waar dat niet lukt, probeert IKEG zelf iets te beginnen. „Veel kerken proberen met allerlei middelen de jeugd naar de kerk te trekken”, constateert ds. Storm. „Het grote gevaar daarvan is dat de echt kerkelijk betrokken jongeren de smaak van de wereld te pakken krijgen. In plaats dat je andere jongeren binnenleidt, loop je het risico dat je eigen jeugd de wereld in trekt.”

Voor drama en toneel heeft hij weinig goede woorden over. „In de tijd van Paulus waren die kunstuitingen er ook al. Toch heeft hij zich beperkt tot de dwaasheid van de prediking. Dat moet ons te denken geven.”

De IKEG-directeur, die in Zuid-Afrika geboren en getogen is, woont sinds negen jaar in Nederland. Binnen die relatief korte periode heeft hij het gebruik van vormen als drama en mime binnen Nederlandse kerken en organisaties flink zien toenemen. „En die ontwikkeling lijkt steeds sneller te gaan. Toen ik nog in Zuid-Afrika woonde, was ik veel minder kritisch over moderne vormen dan ik nu ben. Dat wil ik eerlijk bekennen. Daar stonden drama en sketches nog in de kinderschoenen. Maar toen ik in Nederland kwam, ben ik helemaal omgeslagen. Ik zag toen pas waar het allemaal toe leidt.”

Wie eenmaal het pad van drama en mime opgaat, begeeft zich op een hellend vlak, is ds. Storms overtuiging. „Alles wat je doet om een buitenkerkelijke je kerk of club binnen te lokken, moet je immers op termijn steeds beter doen. Anders houd je de mensen niet binnenboord. En laten we eerlijk zijn: we kunnen niet tegen de wereld concurreren. Je wordt daar doodmoe van. Als entertainment een grote plaats in de kerk gaat innemen, moet je steeds wat anders verzinnen, anders gaan de mensen zich vervelen. Maar als je ze door het Woord trekt, gepaard met liefdevolle en oprechte aandacht, hoef je niets extra's te doen. De Heere gebruikt dat oneindig veel meer dan al het andere spektakel. Oké, je zult misschien minder mensen trekken. Maar wat heb je aan een grote menigte mensen als je geestelijk gezien niets bereikt? God telt niet, maar Hij weegt. Dat moeten we nooit vergeten.”

Clown
De theoretische onderbouwing voor zijn mening heeft ds. Storm gevonden in het proefschrift van de Amerikaanse dr. H. D. Schuringa. Deze promoveerde enige tijd geleden op een dissertatie met de titel: ”Woordverkondiging in een visueel tijdperk”. „Daarin schrijft hij dat niet één medium waarmee wij communiceren neutraal is. Sterker nog: de inhoud van de boodschap wordt wezenlijk door het medium beïnvloed. Schuringa baseert zich hierbij op onderzoeken van seculiere communicatiewetenschappers. Het is dus niet om het even hoe de boodschap van het Evangelie wordt gecommuniceerd. Als je daarvoor een clown gebruikt, zoals in sommige gemeenten gebeurt, gaat er iets mis. De aard van de boodschap verdraagt zich niet met dit medium. Je kunt het vergelijken met een man die ernstig ziek is. Op zo'n zieke stuur je toch ook geen clown af om hem te vertellen dat hij niet meer te genezen is? De man zal de boodschap waarschijnlijk niet geloven omdat hij geen waarde hecht aan de woorden van een clown. Zo'n malloot neem je immers niet serieus?

Een ander belangrijk punt uit het onderzoek van dr. Schuringa is dat de menselijke hersenen verbale en visuele informatie verschillend verwerken. Visuele informatie laat onmiddellijk indrukken achter en maakt ook meteen emoties los. Verbale informatie echter moet je met je verstand verwerken. Je moet als het ware een bepaalde redenering volgen. Zoals we in Romeinen 10 kunnen lezen, heeft God bepaald dat het geloof uit het gehoor zou zijn. Dat betekent dat evangelieverkondiging primair verbaal moet gebeuren. Laten wij toch niet denken dat die informatie even goed visueel overgebracht zou kunnen worden. God heeft zelf de keuze gemaakt.”

Ds. Storm wil niet zo ver gaan dat alle visuele hulpmiddelen afwijst. „Die gebruiken wij binnen onze organisatie wel degelijk. Te denken valt aan platen, flanelfiguren of bepaalde voorwerpen. De Heere Jezus en de profeten gebruikten ook voorwerpen om iets duidelijk te maken. Maar ze kwamen daarna altijd met een verbale boodschap. Wij proberen ook deze bijbelse lijn te volgen.”

Rapmuziek
Dat iedere wereldse kunstuiting in principe christelijk in te vullen is, wil er bij ds. Storm niet in. Om zijn mening te illustreren, maakt hij een uitstapje naar het terrein van de muziek. „Ik spreek soms mensen die denken dat de bijbelse boodschap ook gecommuniceerd kan worden met behulp van dans- en rapmuziek. In het bijbelboek Openbaring lezen we dat in de hemel het ”heilig, heilig, heilig” wordt gezongen. Is het voor te stellen dat daar ook rap- en dansmuziek zullen klinken? Kunnen wij datgene wat wij hier zingen ook in de hemel zingen? Dat is voor mij het criterium. Wij moeten ons afvragen of een muziekvorm bij God past en niet of hij bij mij past.”

Ds. Storm benadrukt dat hij niemand wil veroordelen die binnen het evangelisatiewerk wel moderne kunstuitingen als drama, mime en moderne muziek gebruikt. „Als ik negen jaar geleden niet naar Europa was gekomen, was ik waarschijnlijk dezelfde kant opgegaan. Toch wil ik duidelijk zeggen dat moderne vormen niet de oplossing bieden. Het zijn slechts halmen waarnaar velen grijpen om toch maar resultaat op het evangelisatiewerk te zien. Natuurlijk krijg je zo mensen om je heen. Maar geestelijk gezien bereik je niet veel. Ik weet een betere weg: terug naar de Heere en vragen of Hij mensen een honger naar Zijn Woord wil geven. Natuurlijk moeten we christenen leren om het Evangelie op een goede wijze uit te dragen. Dat is onze verantwoordelijkheid. Maar nog veel belangrijker is het dat ze werkelijk gedreven zijn door de Heilige Geest.”