Margriet de Moor (1941), een van de succesvolste schrijfsters van haar generatie, publiceert haar twaalfde boek. Net als in haar veelgeprezen De verdronkene (2005) - over de Watersnoodramp in 1953 – is het gehalte 'vaderlandse geschiedenis' hoog.
De nieuwe roman, De schilder en het meisje, cirkelt om Rembrandt van Rijn en een Deense deerne die in 1664 ter dood werd gebracht in Amsterdam. Rembrandt maakte een tekening van deze Elsje Christiaens toen haar dode lichaam aan een paal hing op het eiland Volewijck: het galgenveld waar terechtgestelde misdadigers die geen graf verdienden destijds heen gebracht werden. Deze roman is een karakteristieke De Moor. Dat eigene zit in haar stijl: ze vertelt op een terloopse manier, soms in praatstijl, veronderstellend, invoelend. Rembrandt en zijn verdriet om zijn kortgeleden gestorven vrouw staan op de voorgrond, evenals zijn gepeins en gepieker over kleur, lichtval en expressie. Rembrandts levensgeschiedenis komt ook ter sprake, maar wel in de setting van het heden. Hij wandelt door Amsterdam, terwijl op hetzelfde moment een menigte te hoop loopt om de openbare terechtstelling van Elsje Christiaens bij te wonen. Op de laatste bladzijden van de roman zal Rembrandt naar het macabere eiland Volewijck roeien om de jonge vrouw te vereeuwigen in een tekening.De Moor wisselt steeds prachtig van perspectief van de lijn Rembrandt naar de lijn Elsje, zodat de hele geschiedenis zeercompact wordt. Vanaf de eerste regel van de roman is duidelijk dat er een meisje gewurgd zal worden - vandaag nog! maar pas tegen het einde van de roman is De Moor eraan toe om dit gebeuren te beschrijven. Deze aanpak geeft haar de gelegenheid om diep binnen te dringen in de persoonlijkheid van Rembrandt en te tonen hoe hij - mogelijkerwijs - in zijn creatieve brein zijn levenservaringen verwerkte. Ook vertelt ze uitvoerig over de reis die Elsje Christiaens in 1664 maakt naar Amsterdam, in de hoop op een mooie toekomst. Haar dood greep Rembrandt aan en maakte herinneringen wakker aan persoonlijk leed. Ondertussen werkte hij aan het later beroemd geworden schilderij Het Joodse Bruidje, dat een bijzondere gloed krijgt tegen de achtergrond van het verhaal van De Moor. Deze nieuwe roman van Margriet de Moor verdient veel lof. Toch knaagt er iets. De Moor heeft weinig tot geen invoelingsvermogen voor de religieuze gevoelens van Rembrandt. Wie deze roman leest, krijgt de indruk dat Rembrandt een moderne scepticus is. Vreemd, gezien zijn vele bijbelse schilderijen.