Waarom een boek over het Kruis van Christus? Mogen we het plaatsvervangende offer van Christus niet bekend veronderstellen als centraal gegeven binnen het christelijk geloof? Paul Wells, docent aan de Theologische Faculteit in Aix-en-Provence, heeft het in de titel niet voor niets over 'ergernis'. Afgezien van het feit dat de moderne ongelovige mens nauwelijks weet heeft van eigen schuld -laat staan van de noodzaak van verzoening - blijkt de boodschap van het plaatsvervangende offer ook bij anderen weerstand op te roepen.
Wells neemt die ergernis serieus: Hoe kan zonde nu van de ene op de andere persoon worden overgedragen? Is zoiets moreel te rechtvaardigen? Is de leer van vrijkoping door bloed niet ziekelijk? Ging Christus in een daad van zuivere liefde niet hoogstens naar het Kruis als ultiem voorbeeld, mede om alle geweld te ontmaskeren? Wells geeft toe dat dit aspecten zijn van Christus' kruisdood. Maar ze lossen het fundamentele probleem van de zonde niet op. Zonde vormt namelijk een drievoudige blokkade in de relatie met God: schuld, vervreemding en misdaad. Hoe zou een door Jezus geïnspireerd mens zichzelf door een toegewijd leven kunnen bevrijden en zo voldoen aan Gods heiligheid en rechtvaardigheid?
Wells is bescheiden. God heeft de diepste reden voor zijn keuze voor het Kruis niet bekendgemaakt. We krijgen geen grip op het 'waarom', ook al belijden we dat het om Gods glorie gaat. Maar vanuit de Bijbel krijgen we wel grip op het 'dat'. Wells toont met Schriftgegevens aan dat "de notie van de offerdood van Christus onontkoombaar een centraal onderdeel is van het evangelie".Komt door geloof in de Grote Ruil (zoals Luther het noemde) ons verlangen naar heiliging in de verdrukking? Integendeel. Christus' verlossing is juist op onze heiligmaking gericht. Wanneer we Christus louter als voorbeeld zien, verschuift onze aandacht naar eigen geestelijke prestaties en groeit de twijfel of we wel voldoende voor God hebben gedaan. Geloof in zijn offer en zijn plaatsvervangende leven daarentegen geeft veiligheid en liefde. En wie van iemand houdt, wil niets liever dan die ander met zijn leven een plezier doen.