Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Johan Reijmerink

Ida Gerhardt en het symbolisme

Naar aanleiding van een lezing over Overlevering van literatuur door wijlen Johan Polak, uitgever en classicus, op zondag 19 maart 1981 te Zutphen, schrijft Ida Gerhardt de volgende dag aan haar vriend en boekhandelaar Ad ten Bosch: 'Ook wij waren - en zijn - gelukkiger met die onvergetelijke Zondag dan wij zeggen kunnen. Van slapen kwam dan ook Zondagnacht niet veel - dáárvoor waren wij allebei té zeer vervuld van indrukken. Om drie uur zijn we dan maar opgestaan om een kopje thee te zetten, en samen nog wat na te praten. Zó werd het ochtend.'

Ad ten Bosch heeft de inhoud van deze brief opgenomen in zijn brievenboek met inleidende schets onder de titel Gebroken lied (1999), over een vriendschap met Ida Gerhardt, waarin hij op een integere wijze een beeld oproept van zijn zielsverwantschap met haar leven en werk. Het is op diezelfde dag in maart voor mij de eerste keer geweest dat ik de persoon Ida Gerhardt in levenden lijve meemaakte. Une éminence grise op de eerste rij, omringd door haar bewonderaars. Ze bleek de lezing van Johan Polak die middag als een Symposium van Plato te hebben ervaren. Zo had zij op diezelfde bijeenkomst - zo blijkt uit een ander deel van de eerder geciteerde brief - een aangename woordenwisseling met Anneke Reitsma, die bij haar aan tafel zat.

Mijn eerste bewuste kennismaking met de poëzie van Ida Gerhardt (1905-1997) vond enige maanden later plaats, op 8 november 1981 te Zutphen. Opnieuw in het voormalige hotel-restaurant 's-Gravenhof had boekhandelaar en latere uitgever van Athenaeum-Polak & Van Gennep, Ad ten Bosch, een literair arrangement georganiseerd, omlijst door muziek en met na afloop een warm buffet. Anneke Reitsma hield op die middag een voordracht over de poëzie van Ida Gerhardt onder de titel Het vers dat in het zonlicht kan bestaan; de pianist Frédéric Meinders en violiste Emmy Verhey speelden werken van Mozart, Brandts Buys, Dvorak en Suk en Henk van Ulsen droeg op zijn onnavolgbare wijze een aantal verzen van Ida Gerhardt voor. In deze sfeervolle ambiance genoot de dichteres wederom zichtbaar van de aandacht voor haar werk.

Anneke Reitsma liet in haar lezing de betekenis van de zon voor leven en poëzie zien. Ze bracht het werk van een aantal dichters samen die ze in haar nieuwste studie 'Een naam en ster als boegbeeld' zou gaan rekenen tot de (post)symbolisten: Ida Gerhardt, haar leermeester J. H. Leopold (1865-1925), Herman Gorter (1864-1927) en Gerrit Achterberg (1905-1962).

Haar nieuwste studie is op een gunstig moment gereed gekomen. Het leven en werk van Ida Gerhardt staan momenteel volop in de belangstelling. In 1997 heeft de gemeente Zutphen de beschikking gekregen over de literaire nalatenschap van Ida Gerhardt. J.D.F. Halsema heeft zich inmiddels met een aantal promovendi ontfermd over het archiefmateriaal in het gemeentemuseum.

Frans Berkelmans heeft zijn vierde deeltje in de Acanthus-reeks onder de titel Blinde groenling (1998) over de bundel Buiten schot gepubliceerd. In september 1999 kwam de herziene tweedelige editie van haar Verzameld werk uit. Op vrijdag 14 april jl. vond een themadag Ida Gerhardt en de Klassieken plaats in de Lokhorstkerk te Leiden, georganiseerd door het Nederlands Klassiek Verbond. De gemeente Zutphen heeft inmiddels de Gerhardt Poëzieprijs ingesteld, die dit jaar is toegekend aan Kees 't Hart. Ida Gerhardt heeft pas op hoge-leeftijd de erkenning voor haar poëzie gekregen die ze verdient. Johan Polak heeft daar met zijn uitgave van de Vroege verzen (1978) en de Verzamelde gedichten in 1980 sterk toe bijgedragen. Daarnaast moeten we Anneke Reitsma en Frans Berkelmans noemen. Zij houden zich beiden al meer dan twintig jaar met het werk van Gerhardt bezig. Ieder op hun eigen wijze. Reitsma kiest in haar nieuwste studie voor een literatuurwetenschappelijke benadering van de bundel Het Sterreschip, terwijl Berkelmans ons met een gedetailleerde close reading van de bundel Buiten schot inzicht verschaft in het werk.

Reitsma's studie bestaat uit twee delen. In het eerste deel houdt ze een pleidooi voor een andere en ruimere opvatting omtrent de lineaire literair-historische toepassing van het stromingenconcept van Wellek en Warren. Ze bepleit een doorbreking daarvan, waardoor het Franse symbolisme (1885-1895) in engere zin een bredere toepassing kan vinden. Het tweede deel bevat een uitvoerige bespreking van de bundel Het Sterreschip en zijn plaats binnen het oeuvre van Ida Gerhardt.

De Amerikaanse literatuurwetenschapper Anna Balakian heeft in haar twee studies over het symbolisme, The Symbolist Movement (1977) en The Symbolist Movement in the Literature of European Languages (1984), erop gewezen dat het meest wezenlijke kenmerk van het symbolisme, nl. haar mystieke grondslag in de periode na 1920, de zgn. Afterglow, bij dichters als W.B. Yeats, T.S. Eliot, Wallace Stevens en Rainer Maria Rilke is terug te vinden. Hoewel Balakian in haar studie uit 1984 geen hoofdstuk heeft opgenomen over de Nederlandse situatie, pleit Reitsma ervoor - en Anbeek deed dat al eerder in zijn Geschiedenis van de Nederlandse literatuur (1990) - het begrip symbolisme ook op dichters als Nijhoff, Achterberg, Gerhardt en Vasalis toe te passen.

Hugo Friedrich laat het internationale symbolisme in zijn bekende studie Die Struktur der modernen Lyrik (1956) honderd jaar bestrijken (1850-1950). Sótemann biedt in zijn beschouwing 'Vier poëtica's' een niet tijdgebonden concept aan, dat Reitsma mede het kader biedt om de poëzie van Gerhardt in literair-historische zin symbol(ist)isch te noemen. Hoewel Sötemann herhaaldelijk beweert dat een indeling van schrijvers bij bepaalde stromingen een ongewenste neiging van literatuurhistorici is het werk op het Procrustesbed van hun theoretisch concept te leggen, is de behoefte aan ordening en overzicht zo sterk, dat de literatuurhistorici hierin heel ver wensen te gaan. In het verleden was dat nog veel sterker het geval dan tegenwoordig. Ook Reitsma beseft het aanvechtbare van haar onderneming, maar ze heeft blijkbaar uit een sterke waardering voor de poëzie van Gerhardt het wenselijk geacht het oeuvre van Ida Gerhardt voorgoed een plaats te gunnen in onze literair-historische canon.

Na Gerhardts gewaardeerde debuut Kosmos in 1940 volgde er in de vijftiger en zestigerjaren een periode van miskenning en onderschatting. Gerhardt stond in die jaren als een dichter van een ander tijdperk bekend. Pas eind jaren zeventig kwam de grote erkenning voor haar werk op gang. Het eigen dichterlijk universum van Gerhardt heeft Reitsma in haar nieuwste studie uiteindelijk willen onderbrengen in de literaire traditie van het symbolisme. Om haar werk bij die traditie te kunnen laten aansluiten kiest ze voor een bepaalde omschrijving van het begrip literaire traditie. Zij vertegenwoordigt voor Reitsma: 'een samenhangend systeem van filosofische, poëticale, inhoudelijke en stilistische normen en conventies, dat - hoewel ooit in een specifieke historische context ontstaan - gedurende langere tijd ( naar hoofdintenties en procédés) werkzaam blijft, ofwel - soms hele generaties overspringend - hernieuwd innoverend aan het licht treedt.' Voor dit uitgangspunt heeft ze gebruik gemaakt van de opvattingen uit het essay van György Vajda The Structure of the Symbolist Movement. De verschuivende inhoud van elk van de genoemde conventies in de definitie van een literaire stroming laat verschillen tussen stromingen aan het licht komen. Tussen die lagen is uiteraard een wezenlijke samenhang. Daarmee heeft ze de weg vrijgemaakt voor een opneming van Gerhardts poëzie in de internationale symbolistische traditie.

Na het hoofdstuk over de implementatie van Gerhardts werk in die traditie, gaat Reitsma ertoe over in grote lijnen de geschiedenis van het symbolisme te beschrijven. Ze geeft daarbij ook aandacht aan de rol die het symbolisme in de Nederlandse literatuurgeschiedenis heeft gespeeld. Daarbij bakent ze tevens het begrip symbool af. Het literaire symbool is in staat in concreto ergens naar te verwijzen, maar kan ook een mysterie intact laten. De totale betekeniswaarde van een symbool is altijd meer dan de som van de samenstellende delen. Juist die meerwaarde geeft aan het symbool zijn suggestieve kracht. De hogepriester van het Franse symbolisme, Stéphane Mallarmé, omschreef het als: 'Nommer un objet, c'est supprimer les trois-quarts de la jouissance du poème qui est faite de deviner peu à peu: le suggérer, voilà le rêve. C'est le parfait usage de ce mystère qui constitue le symbole'. Het benoemen van de dingen vermindert de vreugde die we aan het gedicht kunnen beleven, nee, we moeten ze suggereren om hun geheim in stand te houden.

De symbolisten hebben drie strategieën van werken met symbolen ontwikkeld. De dichter kan zijn symbolen ontlenen aan de natuur of de mythologie. De mogelijkheid die de minste kans op verstarring oplevert, is om een verbinding tussen het concrete en het abstracte aan te gaan. Zo genereert het begrip Aldebaran uit het titelgedicht van de bundel Het Sterreschip een waaier aan betekenissen, zonder dat de betekenissen keurig kunnen worden gecatalogiseerd. Die beweeglijkheid in de toepassing van woorden en beelden vol suggestie en geheimenis verraadt de echte symbolist. En dat laatste is Ida Gerhardt in de visie van Reitsma.

Veel symbolistische gedichten verwijzen naar het hogere, het eeuwige, hetgeen elders is. Aangezien het Absolute zo moeilijk te bereiken is, schiet het gecodificeerde symbool meer dan eens tekort in zijn verwijzingskracht. Op zo'n moment keert de dichter terug naar de ontstaansgrond van het vers: de taal, waaraan hij zelfstandige creatieve krachten toekent. Dat zorgt ervoor dat in veel symbolistische poëzie het dichten-over-het-dichten een geliefd onderwerp is.

Gerhardt heeft in het werk van haar leermeester Leopold bij de toepassing van het symbolistisch procédé een voorbeeld gekend. Ook hij heeft zich bv. in zijn gedicht 'Van wijn één druppel' meester gemaakt van de wondere kosmos van de regendruppel: 'de diepe hemeltrans / met schitterzon, wereld en ruim heelal: / het is bevat in dit klein trilkristal.' er zullen steeds wijdere en steeds transcendentere vergezichten geopenbaard worden, als we de werking van het symbool opvatten als een waaier die in opgevouwen toestand geënt is op een concreet iets uit de zichtbare werkelijkheid en die in de context van het gedicht wordt opengevouwen. Dan komt die werking heel dicht in de buurt van een muzikale suggestie die we terugvinden in de gedichten van Paul Verlaine.

Na de uitvoerige bespreking van de vier niveaus binnen de symbolistische traditie: het filosofische, poëticale, inhoudelijke en stilistische niveau, besteedt Reitsma aandacht aan de plaats van de bundel Het Sterreschip in het geheel van Gerhardts oeuvre. In deze centrale bundel voelt de dichteres zich de vreemdeling op aarde die rondwaart in 'haar donkere gaarde / waarvoor ik sedert besta: / het vers - een kristal, een heelal: / quinta essentia.' Het stemt overeen met de beelden uit die unieke film van Cherry Duyns, De Wording, waarin we Ida Gerhardt weg zien kijken over de ondergelopen uiterwaarden van de IJssel. Net als Mallarmé is zij ten diepste bezig geweest met het poëticaal proces. Haar leven lang onderzocht ze het veelkleurig geheim dat taal heet.

In haar bespreking van thema's en motieven in de bundel Het Sterreschip geeft Reitsma een uitvoerige illustratie van de exploderende werking van het symbool in met name de gedichten 'Het schip' en 'De afdaling'. Ze wijst op de meerduidige verwevenheid van thema's en motieven en het poëticaal vakmanschap. In de figuur van Aldebaran heeft Gerhardt de ideaaltypische dichter gestalte gegeven, die woonachtig in de diepten van het water de tonen van de bovenwerkelijkheid hoorbaar maakt.

Reitsma heeft haar studie fraai opgebouwd. De verankering in de symbolistische traditie sluit aan bij tendenzen die zich in de literatuurwetenschap bezig zijn te voltrekken: een andere invalshoek kiezen voor lineaire, statische, tegennatuurlijke ordeningen. Ze koos voor de poëticale inkijk met als invalshoek de opvattingen van de Hongaarse literatuurwetenschapper Vajda voor haar methodische uiteenzetting en toepassing. De aanpak van haar beschouwing sluit mijns inziens niet alleen aan bij opvattingen binnen de literatuurwetenschap met oog voor poëtica en context van een oeuvre, maar vindt ook haar rechtvaardiging in Gerhardts besef en erkenning van traditie in velerlei opzicht.

Het is een studie geworden die geschreven is vanuit een diepe bewondering voor Gerhardts poëzie. Wat mij betreft had het eerste deel beknopter van omvang mogen zijn, zodat er een nog breder, essayistischer aandacht gegeven zou kunnen zijn aan de verwevenheid van Het Sterreschip met het geheel van Gerhardts poëzie. De uitwaaiering van thema's en motieven, symbolen en metaforen in eerdere en latere bundels zou een nog interessanter en veelkleuriger beeld van het oeuvre hebben kunnen oproepen.
De opzet van Reitsma's studie wekt bij mij het vermoeden dat ze aanvankelijk vanuit een literatuurpsychologische benadering naar de symbolen in Gerhardts oeuvre heeft gekeken. Daardoor zou er wellicht een veel essayistischer en doordesemder aanpak van symbolen en hun werking en betekenis in het oeuvre van Ida Gerhardt zichtbaar zijn geworden. Kortom, deze studie lijkt mij een belangrijke parel uit een veel rijkere collectie te zijn - De overige bundels vragen ook om een uitgebreide beschouwing die verder gaat dan een structuralistische benadering zoals Frans Berkelmans die op integere wijze in zijn beschouwing Blinde groenling toepast. Naast een overwegend positieve waardering voor Reitsma's studie qua opzet, doorwerking en toepassing heb ik één ernstig praktisch bezwaar tegen haar boek: het papier, de drukletter, de leesbaarheid van de letters. Voor het overige vind ik het een zeer lezenswaardige toegangsweg naar het werk van Ida Gerhardt. Berkelmans bouwt ook aan een oeuvre. Hij heeft het plan opgevat alle bundels van Ida Gerhardt van een uitvoerige analyse en interpretatie te voorzien. Eerder besprak hij de bundels Kosmos (1940) en Het Veerhuis (1945). Daarnaaast wijdde hij een Acanthusdeeltje aan de bundel Uit de eerste hand (1975) onder de titel Dit ben ik.

Hij bespreekt in het eerste deel van zijn essay Blinde groenling de gedichten uit de bundel Buiten schot (1947), verwijst daarbij waar nodig naar het werk van Gerhardt zelf of andere dichters als Gezelle en Leopold, maar blijft binnen het kader van het ene gedicht dat hij aan het bespreken is. Daarna volgt een hoofdstuk over de structuur van de bundel dat hij laat volgen door een afdeling over een laatste groep gedichten uit de bundel. Ten slotte bespreekt hij de samenhang tussen de eerste en laatste groep gedichten qua inhoud en structuur. Met nauwgezetheid en kennis van zaken ontvouwt Berkelmans zijn lezing van Gerhardts bundel. De reflectie in de tweede serie gedichten op de liefdeservaringen van de dichter uit de eerste serie gedichten van de bundel krijgen in de visie van Berkelmans een religieuze duiding. Of de verzen van Ida Gerhardt als een weerglans van de glans van Gods schepping zijn op te vatten in de godsdienstige zin zoals Berkelmans dat opvat, waag ik te betwijfelen. Ik heb de indruk dat Gerhardt door haar kennis van de klassieke cultuur en haar pantheïstische benadering van het Eeuwige niet de godsdienstige maar een religieuze erkenning voorstaat van haar positie als schepper naast God. De algemene openbaring lijkt mij haar nabijer te staan dan de bijzondere.

Berkelmans maakt bij de 19 overgebleven gedichten interessante uitstapjes naar het overige werk van Gerhardt en verwante dichters, maar ik mis de consequenties die er uit deze uitweidingen zijn te trekken. Een voorbeeld: de verwijzing naar de Tales van E.A. Poe en de psychologie van C.G. Jung n.a.v. het gedicht 'Tweespraak' biedt de kans om de andere gedichten uit de bundel te bezien op hun anima- en animusaspecten.

Ik zou het betekenisvoller vinden als de auteur zijn verwijzingen naar bv. Gezelle zou hebben gestructureerd. Dan zou de verwantschap tussen zijn werk en dat van Gerhardt beter zichtbaar zijn geworden. Het blijven nu voor mij te veel losse notities. Gebundelde notities bieden de mogelijkheid lijnen door het werk te trekken. Daarom blijft het hoofdstuk over de structuur voor mij een herhaalde opsomming van losstaande resultaten.

Berkelmans constateert een sterke lineaire samenhang, maar niet in de zin van een verhaal. De samenhang is soms sterk, soms minder dwingend. De thematische eenheid is gelegen in het liefdespaar, waarbij de dichter voor een cyclische bouw heeft gekozen. In het voorlaatste hoofdstuk over structuur legt Berkelmans uiteindelijk het hoofdaccent op de inhoud. Het resultaat daarvan levert niet zoveel meer inzicht met betrekking tot de inhoud op. Daarom zou ik ervoor willen pleiten dat er één of meer essentiële inhoudelijke aspecten uit de bundel in het licht van Gerhardts gehele oeuvre geplaatst zouden zijn. Dat levert een interessantere doorkijk op dan nu het geval is. Het werk van Gerhardt verdient mijns inziens een panoramischer aanpak dan Berkelmans nu in zijn uit bewondering geschreven studies toepast.

Anneke Reitsma, 'Een naam en ster als boegbeeld'. De poëzie van Ida Gerhardt in symbolistisch perspectief. Uitg. Van Gorcum, 226 blz., ƒ 65,00
Frans Berkelmans, Blinde groenling. Over ' Buiten schot, de derde bundel van Ida Gerhardt. Uitg. Abdij van Egmond (Acanthus-reeks nr. 4), 104 blz., ƒ30,00. (Te bestellen door overmaking van ƒ35,00 op postgiro 231619 t.n.v. Vrienden St.-Adelbertabdij, Egmond, o.v.v. 'bestelling' en titel.)
Ad ten Bosch, Gebroken lied. Een vriendschap met lda Gerhardt. Uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 140 blz., ƒ37,50

Johan Reijmerink (1945) is neerlandicus en publiceerde essays in o.a. Literatuur, Poëziekrant en Liter.
 

Liter 12; jaargang 3; blz 84 – 89; (www.chroom.net/liter/12/index.htm)

Reacties

Ida Gerhardt en het symbolisme

Er zijn nog geen reacties geplaatst.