Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: C. Bregman

Een scheur in een glanzende schelp

De glazen schelp van Jaap Zijlstra fungeert als CLK- actieboekje voor de christelijke boekhandel en mag een verantwoord alternatief genoemd worden voor het officiële boekenweekgeschenk, dit jaar geschreven door Harry Mulisch. Het CLK mag trots zijn op deze fijnzinnige novelle.

De novelle van een kleine 80 pagina's telt drie delen. Het eerste deel is een terugblik in de vorm van jeugdherinneringen, geschreven door de ik-figuur, Tjerk Tuinstra. Tjerk ontmoet op twaalfjarige leeftijd Marten de Rijk, die de vriend van zijn leven wordt. In deel ll en lll schrijft Tjerk een lange 'brief' aan Karin, de vriendin van Marten, die door de laatste echter op een gegeven moment werd afgewezen omdat hij haar niet wilde belasten met zijn toenemende schizofrenie. De overgang van verhaal naar 'brief' is naar mijn mening enigszins gezocht. Ik heb de innerlijke noodzaak ervan niet kunnen peilen. Ook de scheiding tussen deel ll en lll komt op mij wat kunstmatig over.

Het verhaal gaat over deze twee jongens. Ze ontmoeten elkaar voor het eerst op het strand en verzinnen direct al bijzonder beeldende namen voor elkaar. Het zijn geen jongens die plezier hebben in krachtpatserverhalen en stoerdoenerijen. Marten schrijft gedichten en Tjerk houdt een dagboek bij. Marten is overigens een sportieve vent, fysiek aantrekkelijk, heeft een scherp verstand, is hoogbegaafd en uiterst gevoelig. Tjerk is intellectueel de mindere, en wil dit ook erkennen, maar voelt zich bijzonder sterk tot Marten aangetrokken. Ook Tjerk is anders dan zijn klasgenoten; hij kan geboeid kijken naar de mooie lijn van een gebouw, hij loopt warm voor Rembrandt en Van Gogh en vindt het een buitenkansje als hij het Mauritshuis kan bezoeken. Marten is de zoon van een ongehuwde moeder, Annemarie, die door de buitenwereld voor moffenmeid of canadezentrees wordt aangezien. Marten heeft zijn biologische vader - inderdaad een Canadese soldaat - nooit gekend. Annemarie heeft tot haar dood op 46-jarige leeftijd tevergeefs op hem gewacht. Meer en meer gaat Marten hieronder lijden.

Het ligt in de lijn der verwachting dat deze gevoelige jongens in het ruwe schoolwereldje de nodige deuken oplopen. Daarbij komen de meeste klappen, soms letterlijk, op Martens hoofd terecht. Gelukkig is er een buitengewone onderwijzer die uit zijn klas haalt wat erin zit; vooral Marten en Tjerk zijn enorm geboeid door zijn verhalen en zijn visie op het leven. Hij spreekt diepzinnig met hen over boete en schuld, laat ze genieten van Guido Gezelle, en organiseert een gedichtenwedstrijd, die door Marten met zijn 'Vogellied' glansrijk wordt gewonnen. De wraak van de klas volgt door middel van een publieke vernedering van Marten waarbij Tjerk besluiteloos toekijkt. Deze voelt zich daardoor een verrader van zijn vriend. De vriendschap blijft overigens door de oprechte spijt van Tjerk over zijn houding bijzonder sterk.

Enkele belangrijke motieven worden door deze weergave van het eerste deel al duidelijk: het motief van de bijzondere vriendschap tussen beide jongens, hun kunstzinnigheid, het uitgestoten worden bij afwijkend gedrag. In de delen ll en lll komen daar nog enkele motieven bij: de verhouding tot God, de houding tegenover homofilie, eenzaamheid, kwetsbaarheid en schizofrenie. Hier krijgen we via Tjerks verhaal aan Karin vooral zicht op de geestelijke en psychische ontwikkeling van beide jongemannen. Marten kan niet meer geloven; geloof is voor hem een vorm van wishful thinking, een vorm van zelfbedrog, goed voor kinderlijke zielen. Tjerk gaat meer en meer beseffen dat hij anders geaard is. Met een schok komt hij tot de ontdekking dat tegen jongens en mannen zoals hij door middel van voorlichtingsmateriaal ernstig gewaarschuwd wordt. Hij besluit zijn homofiele geaardheid daarom te verzwijgen, behalve voor Marten, aan wie hij zijn liefde verklaart. Deze kan daarop niet ingaan; hij had juist willen vertellen dat hij een meisje heeft, Karin. Hij daagt Tjerk overigens wel uit voor zijn geaardheid uit te komen, wat hij aanvankelijk niet durft, maar wat door het bevrijdende gesprek met zijn moeder toch gebeurt.

Het meest tragische is echter de psychische ontreddering waarin Marten als student in Groningen langzamerhand terechtkomt. Hij klaagt over een inbreker die in zijn lijf tekeer gaat, hij zegt vreemde dingen als: ik heb mezelf thuisgelaten, er woont een ander in me. Het gevoel van uitgestoten zijn neemt mede door enkele nare voorvallen langzamerhand ernstige vormen aan, wat na de dood van zijn moeder uitloopt op een regelrechte psychose. In die toestand verbreekt hij het contact met Karin, die hem overigens trouw blijft. Het ergste voor Marten is dat hij niet meer meester is over de woorden. Hij vindt de schuilhut van het gedicht niet meer. Hij kan niet meer landen in een gedicht; als dat niet lukt, moet hij neerstorten en tot een wrak vervallen.

De gevoelens van intense eenzaamheid en godverlatenheid nemen toe. 'Het Alziend Oog is ons uit het oog verloren. Wij staan er alleen voor op de planeet die aarde heet. Wij zijn aan elkaar overgeleverd. Dat is een verschrikking.' Toch is er de schreeuw om God. Als er in het ziekenhuis een bijeenkomst is met jonge theologen die zich verdiepen in het verschijnsel schizofrenie, geeft Marten een indrukwekkend 'college'. Hij waarschuwt hen ervoor God wetenschappelijk te kunnen beheersen. 'De Eeuwige uitleggen. Het licht toelichten. Hoe haal je het in je knars. De Bijbel spreekt voor zichzelf of spreekt helemaal niet.'

De tragiek van Marten vindt zijn climax als hij van de zoveelste verdieping springt en levensgevaarlijk gewond raakt. Hij is eigenlijk niet meer te redden. Maar hij leeft nog en kan nog met zijn vriend Tjerk van gedachten wisselen. Hij vertelt dan aan Tjerk over een bijna-dood-ervaring die de angst voor het sterven wegneemt en voor hem de weg naar God lijkt te banen. De dood komt na enkele dagen. Tjerk blijft ontredderd achter. Aan het slot van het verhaal is hij weer aan het strand te vinden, met een mooie schelp in zijn hand. 'Ik raap een schelp met licht- en donkerblauwe strepen op en kijk er lang naar. Mooi en breekbaar ligt hij in de schelp van mijn hand. Zal ik hem houden of aan iemand geven? Ik leg hem terug in de zee.' Tjerk lijkt aanvaard te hebben, dat hij zijn vriend definitief moest afstaan.

De glazen schelp is geen doorsnee-verhaal met een meer of minder spannende intrige en een dito ontknoping. Er is een innerlijke dramatiek die steeds intenser wordt. Het verhaal is geschreven in een uitermate verzorgde stijl, die soms ietwat gekunsteld overkomt en vooral in het eerste deel niet zo goed past bij de belevingswereld van twaalfjarigen. Maar al lezend kwam ik onder de indruk van de gaafheid van het verhaal, waarin op evenwichtige wijze is omgegaan met enkele uitermate belangrijke thema's die het menselijk bestaan bepalen. Daarbij wordt impliciet gewezen op de waarde van het christelijk geloof. In dit verband vond ik de moeder van Tjerk in het gesprek met haar zoon erg overtuigend. Zij drong er bij hem op aan, de relatie met Jezus als Verlosser levend te houden. Rijnsdorp heeft ooit eens gezegd, dat een christelijke roman niet mag vervallen tot een preek; wel mag zij er rakelings langs gaan. Dit gesprek heb ik - meer dan die mij niet erg overtuigende bijna-dood-ervaring- ervaren als zo'n rakelings passeren van verhaal en preek.

Jaap Zijlstra, De glazen schelp. Novelle. Uitg. Kok, 80 blz., ƒ14,90

C. Bregman (1941) is leraar Nederlands en auteur van o.a. Klankbord; een geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Recensies van zijn hand verschenen o.a. in het Reformatorisch Dagblad

Liter 12; jaargang 3; blz 94 – 96; (www.chroom.net/liter/12/index.htm)

Reacties

Een scheur in een glanzende schelp

Er zijn nog geen reacties geplaatst.