Wie de gevierde Amerikaanse schrijfster Elizabeth Musser (1960) kent, weet dat ze niet zomaar is uitgepraat. Noch uitgeschreven. Volgende week verschijnt alweer haar zevende boek: ”Stille woorden”. Een gesprek met haar over koudwatervrees, moeder zijn en stemmen in je hoofd.
Schrijfster Elizabeth Musser: „Ik hoop dat de lezer door ”Stille woorden” gaat bedenken: Wat voor stemmen hoor ik?” Foto Dick Vos
Ze is op en top Amerikaans: goed gekapt, zorgvuldig opgemaakt en goedlachs. Toch woont ze al twintig jaar in Frankrijk, waar haar man als zendeling werkt. Dat Musser (1960) schrijfster zou worden kon eigenlijk niet anders. Op haar zesde schreef ze al gedichten, op haar negende haar eerste boek. Ze bleef schrijven. „Toen ik naar Frankrijk verhuisde, verstuurde ik brieven naar familie en vrienden in Amerika. Ik probeerde dan altijd zo beschrijvend mogelijk te zijn en merkte dat mijn lezers dat leuk vonden.”
In 1990 werd tot haar vreugde haar eerste artikel gepubliceerd in een magazine voor zendingswerkers. „Ik werd er nooit voor betaald, maar dat maakte niet uit. Ik was allang blij dat het werd gepubliceerd. Het was geweldig om mijn naam voor het eerst in het magazine te zien staan.”
Toch duurde het nog een tijd voor Musser de stap zette uitgevers te benaderen. Haar eerste echte boek kwam pas uit toen ze op haar 34e een contract kreeg aangeboden van een uitgever. „Ik geloof echt dat God me op het juiste moment op de juiste plaats zette. Ik had zo’n verlangen schrijver te worden.”
In het ene boek neemt het land een belangrijkere plaats in dan in het andere, maar altijd is het daar weer: la France. Dat vinden de Amerikanen niet leuk, zegt Musser. „Ze vinden dat het hoofdverhaal in mijn boeken zich in Amerika moet afspelen, niet in Frankrijk. Mijn trilogie over een zendelinge in Frankrijk verkoopt daar slecht. Dat maakt me heel boos.”
Dus u gaat Frankrijk nu vermijden in uw boeken?
„Nee! ”Stille woorden” speelt in Amerika, maar er komt nog steeds een Frans zendingsechtpaar in voor. Ik ben een rebel. Ik vind dat ik moet schrijven over dingen waar ik verstand van heb; dat ik trouw moet blijven aan mezelf.”
De stralende zon verwarmde haar. De winderige ochtend had plaatsgemaakt voor een zonnige middag. Dat vond ze prettig aan Zuid-Frankrijk – de Midi, zoals de Fransen de streek noemden. De verblindende zon drong diep in haar innerlijk door, alsof hij haar elke sombere gedachte verbood.
Voelt u zich Française of Amerikaanse?
„Ik ben het officieel allebei: vorig jaar heb ik de Franse nationaliteit gekregen. Maar ik voel me geen van beide. Er zijn veel dingen die ik in Frankrijk waardeer: de levensstijl, de manier waarop ze de tijd nemen voor het eten en voor familie. Maar ik houd ook van het enthousiasme en de bemoedigingen die ik uit Amerika krijg: heel positief en aardig.”
Inspiratie voor haar boeken doet Musser overal op. Uit een mooie zin bijvoorbeeld, een bloem, of uit een boek of film die haar aan het denken zette. „Een aantal maanden geleden luisterde ik naar een lied. Het refrein van het lied was: „Heal the wound but leave the scar” (genees de wond maar laat het litteken blijven). Ik vond het zo’n mooie zin. Ik denk erover een boek te gaan schrijven over de mentale littekens die mensen opdoen in hun leven.”
Wat diende tot inspiratie voor uw nieuwe boek?
„Elk personage in ”Stille woorden” hoort stemmen in het onderbewustzijn haar ontmoedigen. Janelle bijvoorbeeld, die zendelinge is in Frankrijk, hoort telkens een stem die haar influistert terug naar Amerika te gaan. Ik heb, net als Janelle, vaak gedacht: ik wil niet meer in Frankrijk zijn, ik wil naar huis, dit leven hier is te moeilijk.”
Ze had nu twaalf jaar geïnvesteerd in dit werk in Frankrijk dat al vanaf het begin gedoemd was geweest te mislukken. Was dat niet lang genoeg? Ze deed haar ogen open om de stortvloed van gedachten een halt toe te roepen, haar apathie van zich af te schudden. Het hielp niet. Steeds opnieuw hoorde ze drie korte woordjes: Ga naar huis! Ga naar huis! Ga naar huis!
„Ik zie die stemmen als leugens van de duivel. Ze zeggen bijvoorbeeld: „Je bent niet goed genoeg”, of: „Je bent een mislukkeling.”
Ik denk dat iedereen dat herkent. Het is als een cassettebandje met leugens waar je de waarheid overheen moet opnemen.
Ik hoop dat de lezer door mijn boek gaat bedenken: Wat voor stemmen hoor ik?”
„Denkt u dat ik gek ben?” Hij keek naar haar en schudde zijn hoofd. „Nee.” (De) motor snorde en vulde de stilte tussen hen. (...) „Nee. Iedereen hoort stemmen.” „Echt? Denkt u dat?” „Ja, Lissa, dat weet ik zeker. Andere stemmen, maar we horen ze allemaal.”
Is het moeilijk tegelijkertijd moeder, zendelinge en schrijfster te zijn?
„Jill Briscoe (een bekende christelijke Amerikaanse schrijfster, JCH) zei eens: „Als Jezus de Eerste is in je leven, weet je ook wat op de tweede plaats komt.” Ik vind dat een mooie uitspraak.
Toen ik voor het eerst een contract kreeg bij een uitgever dacht ik: Ik moet een geweldige moeder zijn, een geweldige zendelinge en een geweldig schrijver. Ik maakte me zorgen om wat andere mensen van mij dachten en werkte daarom zo hard dat ik ziek werd.
Drie jaar lang leed ik aan chronische pijnen. Ik was te trots om toe te geven dat ik niet alles perfect kon doen. En ik denk dat God me door mijn ziek-zijn onderwees dat dat niet hoefde. Het is onrealistisch om te proberen een perfecte balans te vinden tussen je taken als vrouw, moeder, zendelinge en auteur. Op sommige momenten is het ene belangrijker dan het andere.
Ik moet me afvragen of wat ik doe goed is in Jezus’ ogen, zonder me af te vragen wat andere mensen van mijn werk vinden. Dat is heel moeilijk voor me, want ik wil dat mensen van mij houden.
Zelfs nu ik meer tijd heb om te schrijven, vraag ik me nog af: Doe ik eigenlijk wel genoeg als zendeling? Dat is een stem in mijn leven waartegen ik moet vechten: de stem die altijd van mij vraagt genoeg te doen. Meer te doen.
Wat mij helpt is teruggaan naar God, bidden en zeggen: Ik hoef dit niet meer te doen als U niet meer wilt dat ik schrijf. Dat gebed vraagt veel van mij. Schrijven is mijn leven.”
Hoe belangrijk is succes?
„Op een goede manier omgaan met succes is een grote worsteling voor mij. God blijft mij daarin onderwijzen. Als ik me vergelijk met andere auteurs word ik soms jaloers. Jezelf met iemand vergelijken werkt als gif. Het is een valkuil waar je makkelijk in valt. Ik moet blijven bidden tot God of Hij me daar vandaan houdt.”
Welk boek zou u nog eens willen schrijven?
„Ik heb thuis vijftig of zestig korte verhalen over gebeurtenissen waardoor God mij een les leerde. In de loop der tijd heb ik die allemaal opgeschreven, om ze me te blijven herinneren. Deze essays zou ik heel graag in een boek stoppen. Het zou een reis door het leven van een vrouw zijn. Een leven waarin God haar dingen leerde door de simpele gebeurtenissen van elke dag.”
Erg persoonlijk, of niet?
„Heel persoonlijk. Ik zou het heel eng vinden als het uit zou komen. Het is alsof je je kindje op straat legt en hoopt dat het niet vertrapt wordt. Maar als mijn verhalen gebruikt kunnen worden om andere vrouwen te helpen, zou ik dat heel fijn vinden. Ik wil dat mijn schrijftalent de Heere verheerlijkt en niet mijzelf. Ik denk dat God vaak iets van ons vraagt dat een beetje eng is.”
Mede n.a.v. ”Stille woorden”, door Elizabeth Musser; uitg. Voorhoeve, Kampen, 2009; ISBN 978 90 297 1935 3; 454 blz.; € 21,50.