De volgende gedichten komen uit: Lucebert apocrief / de analphabetische naam. In: Lucebert, verzamelde gedichten (redactie en samenstelling Victor Schiferli).
sonnet
ik
mij
ik
mij
mij
ik
mij
ik
ik
ik
mijn
mijn
mijn
ik
p.17
een liefde
op de drempel stond armenkruis je stem
en ik proef in huis je tranen in een vaas staan
ik bleef en passant aan de andere kant van de straat
er groette mij een hand en ik las dat het te laat was
vroeger vonden wij tegen het glas een vliegmachine
maar lachten bij elke barst achter onze zachte kieuwen
nu glijden wij gescheiden door azië en europa
en je zwijgen is van porcelein en mijn hijgen een hamer
p.37
lente-suite voor lilith
introductie:
als babies zijn de dichters niet genezen
van een eenzaam zoekend achterhoofd
velen hebben liefde uitgedoofd
om in duisternis haar licht te lezen
in duisternis is ieder even slecht
de buidel tederheid is spoedig leeg
alleen wat dichters brengen het te weeg
uit poelen worden lelies opgedregd
kappers slagers beterpraters
alles wat begraven is
godvergeten dovenetels laat es
aan uw zwarte vlekken merken dat het niet te laat is
wie wil stralen die moet branden
blijven branden als hij liefde meent
om in licht haar duisternis op handen
te dragen voor de hele goegemeent
1
o-o-oh
zo god van slanke lavendel te zien
en de beek koert naar de keel
en de keel is van de anemonen
is van de zee de monen zingende bovengekomen
kleine dokter jij drinkende huid van bezien
zie een mond met de torens luiden de tong
een wier van geluid de libbelen tillende klei
en jij
wassen jij klein en vingers in de la in de ven
lavendel in de lente love lied
laat zij geuren
pagodegeuren
lavendelgoden
geuren
2
geleerden zeggen dat mijn liefde beffen moet dragen
hoge stoelen tussen de tanden moet zetten
zal zij zijn
de - kleine - lachende - versierde - vitrine - lilith?
de kleinegichelversierdevitrinelilith?
muzieken moet men in bed zooo zachtjes opzetten
een fluwelen mecaniekje een fluwelen liedje
maar lieve
daar torrelt de trom de trom de trom
en bast een vracht van hangnaar klappert haar licht
haar blazend licht
en ik en ik ik ben ik jaag niet naar de letter
luister ik jaag niet naar de letter maar ik luister
daar blaast haar licht een stoeiende tuba in de zoen
ik ademhaal ik jaag het hippende licht
knip knip
en overal overal stroomt stroomt mijn oog:
rivier van fotografie
3
lilith
die is lief die liebe suite van delibes
wie blieft
wie
die
wie is die
lilith
wie is lilith
lilith
die is lief die liebe suite van delibes
HA
daar dragen de orgels haar achterna
ka ka
kyrië eleison kyrië eleison
JA
zon zon zon zij is de lila kieuw de leliezon
p.45-48
ik tracht op poëtische wijze
ik tracht op poëtische wijze
dat wil zeggen
eenvouds verlichte waters
de ruimte van het volledig leven
tot uitdrukking te brengen
ware ik geen mens geweest
gelijk aan menigte mensen
maar ware ik die ik was
de stenen of vloeibare engel
geboorte en ontbinding hadden mij niet aangeraakt
de weg van verlatenheid naar gemeenschap
de stenen stenen dieren dieren vogels vogels weg
zou niet zo bevuild zijn
als dat nu te zien is aan mijn gedichten
die momentopnamen zijn van die weg
in deze tijd heeft wat men altijd noemde
schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand
zij troost niet meer de mensen
zij troost de larven de reptielen de ratten
maar de mens verschrikt zij
en treft hem met het besef
een broodkruimel te zijn op de rok van het universum
niet meer alleen het kwade
de doodsteek maakt ons opstandig of deemoedig
maar ook het goede
de omarming laat ons wanhopig aan de ruimte
morrelen
ik heb daarom de taal
in haar schoonheid opgezocht
hoorde daar dat zij niet meer menselijks had
dan de spraakgebreken van de schaduw
dan die van het oorverdovend zonlicht
p.52
arp
tegen de polsslag van het steen
klopt de gedachte van de hand
ritselt de rokzoom van trottoirs
ademen rotsen over mij heen
staat de oxyde der zee
op de brandbreekbare ogen der aarde
dwars door mijn mond door
breekt het harde gat van gebaar
en mijn stem wenkt
stilte galoppeer maar
geen gewicht dat meer denkt
zo
ben ik tot over mijn oren verloofd met het licht
het licht koopt mij op
loopt op mijn tred mijn hals mijn haar
een mars van mens
de echte mens die wenst
stilte galoppeer maar
door de verstilde galoppade
p.73
De volgende gedichten komen uit: Lucebert de amsterdamse school. In: Lucebert, verzamelde gedichten (redactie en samenstelling Victor Schiferli).
lied tegen het licht te bekijken
het is een rustige rustige
het is een heldere snaar
een mens in de ruimte
onder melangolieke haren
geschaduwd door de geuren
van de gotiese blijdschap
is het een lakken pijn
of een kortharen pomp
waarmee hij zo eenzaam leeft?
in de kamer een straal van de maan
en dat is een dame
met een baard van lila tranen
schreit de beschaafde grijze lelie
nee nee tis zoon lang lang land
met de deur zonder huis
lichtkost op de lippen
de gekonfijte schacht der spieren
gebouwd op muzikale naalden
zo is hij eenzaam
wat licht er ook dichter bij
het licht dan het licht van de ogen
dit licht van de ogen
is een sobere hand voor de wereld
zomer is zijn wapen
winter zijn liefkozing en
dood de getemde deur
leven de wilde loper
zo een heldere snaar
een mens in de ruimte
verbrand en geboren
lichtschikkend en zingend
p.129
hu we wie
voor de schrijver van (o.a.) jacques en jacqueline
de braakstalen code der distantie
tienticht de tientand andermaal de luchtprofetie
vol van keel de o-koek de ochtendslagen heet
omhullunduw de ahha hoevennans en fijnproevers dixie
die door de schriek snelt
de stiller stilt en
elkepas en mijmenij ijsnast toeta de brouhaha
koeterkijkt en koopt
de doopdeerne koopt nee
de koopdeerne doopt
de noopdeerne loopt zakennood de dood door
van schaamteschedels victoriavuur van ool vollièrecel en zoenseel
scheert met de pes de pana de nieketan
OESA
de hoot doopt schrijlings met de spiescheil
oh casa!
de pohesie de poempaan de stattoor
slaan sideriese zoen aan de hekken der aanwakkeraars
der der der
van telkens toen telkens teer
der schwingel der zwarte sjwaas panaan pnaanteer
toenaamtoemaar
nodo waar de woord wierd waar de nada de waard werd
in de haho
in de huisha nabij euvelaapstraatstroo
aan de ulevellenstroepstoom uwe
bruisdroom uwe lohengrijns primeurprix
of meten de maan de maten van de maker
haagnaam bijv. bij velen
of noom ope de pappa
eemer
1 - 10 - i - theder trap
wie zoo zoo zo lis wie
wiezois assus quikema maases
ssssssssssssssss
zi - zi
p.154