In Gods element schrijft Geerds een Nieuw ABC voor kinderen.

A is een adder
ja, trap hem maar dood.

B is het baarsje
dat sterft in de sloot

C is een cheetah
die ’t nakijken heeft

D is de duif
die van straatstenen leeft

E zijn de eiken
die kreunen ’te laat’

F is van foetsie
die niet meer bestaat

G is een geitje
laat leven die guit

H is de hommel
die roeien wij uit

I is een inktzwam
die kwijnt in het bos

J is de jachthond
hup, laat hem maar los

K is de kemphaan
die niemand meer boeit

L is de lelie
die zelden nog bloeit

M is de mammoet
als aarde zo zwaar

N is de neushoorn
in levensgevaar

O is een os,
o, wat kijkt die toch dom

OE is het oerwoud
Dat zagen wij om

P is de panda
die rekt zijn bestaan

Q was een bloempje
dat is naar de maan

R is de roerdomp
die schuilt in het riet

S is een sperwer
verdwijn of ik schiet

T is een trekpaard
zijn haver is op

U is de uil
Met vergiftigde krop

V is een vliegje
zeg, scheer je weg

W is van wolf
en dat wolfje heeft pech

X is de letter die staat voor de tien
planten en dieren die blijven misschien

IJ brengt de ijstijd
en berg je dan maar

Z is de zondvloed, want
Alles wordt naar

Vragen:

1. Waarom zal er in de titel ’nieuw’ staan voor ABC?
2. Wat is de bedoeling van dit ABC-gedicht?
3. Hoe heeft de dichter doorgaans gerijmd?

Bosmier
Hoewel het doel buiten vermoeden ligt,
sleep je een veel te lange vogelveer;
je worstelt met de wind, zwaait heen en weer,
ook ’t weerbarstige terrein verzet zich
tegen jouw ondoorgrondelijk gezwoeg.

Je klemt je kop halsstarrig om de schacht,
je bent op weg, het nest als alibi;
je draagt een schat die ongeschonden blijft,
als men je veer in duizend stukjes knipt.

Zo zeul je met een onbegrepen iets,
waardoor je elke stap wordt opgebeurd
en tot het eind aan zwaarte niets verliest.

Vragen:
1. Zoek enkele woorden die duidelijk de mening van de ’verteller’ verraden.
2. Is dit gedicht een symbolisch gedicht? Met andere woorden: zou je in de bosmier een mens kunnen herkennen?
3. Wat is die ’schat’ in r. 8?

Galwesp

Cynips quercusfolii, parasiet
ontvouwt zijn mythe voor de commensaal,
de kleine cel groeit uit tot een verhaal
dat de natuur klassieke kansen biedt:
ruimte wordt voedsel voor de heremiet,
de fantasie de grondslag voor onthaal;
cynips quercusfolii, parasiet
verlicht de zielen, lenigt het verdriet,
schenkt geestkracht aan wie hier geen uitkomst ziet,
tempert de vloek, troost ons in alle kwaal,
kruidt zijn recepten met orakeltaal,
tekent de hemel in een aards verschiet -
cynips quercusfolii, parasiet

Vragen:
1. Dit gedicht is een zogenaamd refrein. Wat houdt dat in?
2. Welke tweedeling kenmerkt het gedicht?
3. Welke betekenis heeft de galwesp voor de medische wereld?

Wandelende tak
Vergroeid met zijn bestemming van decor,
peilt hij zijn schaduw beduidend dieper
dan een vogel of een mens, die jagen
op bewegingsdrift als levenskans.

Geen sterveling heeft zo de dood begrepen
van zichzelf; licht is het interbellum
van het knagen waarin de meesterdromer
de feiten naakt aan de orde stelt.

Vragen:
1. Met welke eigenschap ligt de wandelende tak voor op vogel of mens?
2. Wie is de ’meesterdromer’? Waarom wordt hij zo genoemd?
3. Zoek een foto van en informatie over de wandelende tak. Ga na of de typering van Geerds klopt.