Jan Wolkers is 19 oktober op 81-jarige leeftijd overleden in zijn in zijn woonplaats Den Burg (Texel) overleden.
Wolkers groeide op in Oegstgeest, in een gereformeerd gezin met elf kinderen. In zijn tienerjaren nam hij afstand van het christelijk geloof. De Bijbel bleef naar eigen zeggen echter het fundament onder zijn schrijverschap. „De beeldspraak die mij eigen is, heeft alles te maken met mijn opvoeding. Ik heb de Bijbel ieder jaar, drie keer per dag, voorbij horen komen. Van kaft tot kaft. De taal van de Bijbel is zo geweldig. De schriftuur, die Joodse pathetiek.” De eigenzinnige vaderfiguur, als pars pro toto voor de ’verschrikkingen’ uit zijn gereformeerde jeugd, keerde met name in Wolkers’ vroege werk steeds terug, met als climax ”Terug naar Oegstgeest”. De roman tekende zijn haat-liefdeverhouding met zijn gereformeerde wortels, een soort mengeling van woede en loyaliteit. Intimi kenden Wolkers als een eigenzinnig, zachtaardig mens. Vrienden noemen hem „een levenskunstenaar”, „een dierbare vriend en ongelofelijke gastheer.” Met recensenten had Wolkers weinig op. Hij noemde hen „geiten en mekkeraars.” Tweemaal weigerde hij uit protest een prestigieuze literatuurprijs.
Lees meer over hem in dit bericht.