Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Boerke Naas

Wie heeft er ooit het lied gehoord,
het lied van Boerke Naas?
Hij had, ’t is waar, geen leeuwehert,
maar toch, hij was niet dwaas.

Boer Naas die was twee runders gaan
verkopen naar de stee (2)
en bracht, als hij naar huis toe kwam,
zes honderd franken mee.

Boer Naas, die maar een boer en was,
nochtans was scherp van zin,
hij ging en kocht een zevenschot (3),
en stak daar kogels in.

Alzo kwam Naas, met stapkes licht,
en met de beurze zwaar;
hij zei:’Och ’k wilde dat ik thuis
en in mijn bedde waar!’

Al met ’n keer (4), wat hoort boer Naas,
juist bacht (5) hem in de tronk (6)?
Daar roert er iets, daar loert er iets:
’t docht Naaske dat ’t verzonk!

En, eer dat ’t ventje asem kreeg,
zodanig was ’t ontsteld,
daar grijpen Naas twee vuisten vast,
en ’t ligt daar, neergeveld.

’t En hoorde noch ’t en zag bijkans,
hij voelde bijkans niet,
tenzij dat ’t een pistole zag,
en zeggen hoorde: ’ ...Ik schiet!’

’Ik schiet, zo gij, op staande voet,
niet al uw geld en geeft;
en g’ hebt, van zo gij roert, m’n man,
uw laatste dag geleefd!”

Boer Naas, die alle dagen vijf
zes kruisgebeden (7) bad,
om lang te mogen leven, peins (8)
hoe hij in de nesten (9) zat!

’Wat zal ze zeggen,’ krees boer Naas,
’wanneer ik thuiswaarts keer?
Hij heeft het weerom al verbuisd (10)!
die zatlap, nog ’n keer!’

’Hoort hier, mijn vriend, believe ’t u,
toon dat gij minzaam zijt,
och schiet ’n kogel door mijn hoed
en spaart mij ’t vrouwverwijt!

’k Zal zeggen, als ik thuis geraak:
men heeft mijn geld geroofd,
en, weinig scheelde ’t, of ik had
’n kogel door mijn hoofd!’

De dief, die meer van duiten hield,
als van boer Naas zijn bloed,
schoot rap ’n kogel door en door
de kobbe (11) van z’n hoed.

’Bedankt!’ zei Naas, en greep zijn slip:
’schiet nog een door mijn kleed!’
De dief legt aan en Naasken houdt
zijn pitteleerke (12) g’reed.

’Schiet nog een door mijn broek’” zei Naas,
dan peinst mijn wijf, voorwaar,
als dat ik, bij mirakel, ben
ontsnapt aan ’t lijfsgevaar.’

De rover zegt: ’Nu zal ’t wel gaan,
waar is uw beurze, snel:
ik heb noch tijd noch kogels meer...’
’Ik wel,”, zegt Naas, ’ik wel!’’

Zijn zevenschot haalt Naas dan uit
en spreekt: ’Is ’t dat ge u niet,
in een-twee-drie, van hier en pakt,
gij galgedweil (13), ik schiet!

’Ik schiet, van als gij nader komt,
uw domme kop in gruis.
en, zo gij Naas nog roven wilt,
laat uw verstand niet thuis!’

En lopen dat die rover deed,
de benen van zijn lijf,
zo snel dat ’t onbeschrijflijk is,
hoe snel ook dat ik schrijf!

Hier stop ik. Dichte een ander nu
een voois (14) op boerke Naas;
’t is waar, hij was geen leeuwehert,
maar toch, hij was niet dwaas!

1. het (boertje) had
2. stad
3. pistool voor 7 kogels
4. opeens
5. achter
6. struiken
7. gebeden met uitgestrekte armen
8. bedenk
9. in moeilijkheden 1
0. verdronken
11. bol
12. slipjas
13. galgenaas
14. liedje