Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Vertroostinge aan Geeraerdt Vossivs

Vertroostinge aan Geeraerdt Vossivs, Kanonik te Kantelberg, over zijn zoon Dionys.*

Wat treurt ghy, hooghgeleerde Vos,
En fronst het voorhooft van verdriet?
Beny uw soon den hemel niet.
De hemel treckt. ay, laat hem los.
Ay, staack dees ydle tranen wat,
En offer, welgetroost en bly,
Den allerbesten vader vry
Het puick van uwen aartschen schat
Men klaaght, indien de kiele strandt,
Maar niet, wanneerse rijck gelaên,
Vit den verbolgen Oceaan,
In een behoude haven landt.
Men klaaght, indien de balsem stort,
Om ’t spillen van den dieren reuck:
Maar niet, soo ’t glas bekoomt een breuck;
Als ’t edel nat geborgen wordt
Hy schut vergeefs sich selven moe,
Wie schutten wil den starcken vliet,
Die van een steile rotse schiet,
Naar haren ruimen boesem toe.
Soo draait de weereldkloot; het sy
De vader ’t liefste kindt beweent:
Of’t kindt op vaders lichaam steent:
De doodt slaat huis noch deur voorby.
De doodt die spaart noch soete jeughdt,
Noch gemelicken ouderdom.
Sy maackt den mont des reedners stom:
En siet geleertheit aan noch deught.
Geluckigh is een vast gemoedt,
Dat in geen blijde weelde smilt,
En stuit, gelijck een taeie schildt,
Den onvermybren tegenspoedt.

*Van 1633. Afgedrukt volgens de tekst van Vondels Verscheide Gedichten 1644, blz. 307.
Kanonik te Kantelberg: Vossius had in 1618 een geschiedenis van de Pelagiaanse twisten geschreven, die zozeer in de smaak viel van invloedrijke Engelse geestelijken, o.a. de Aartsbisschop Laud, dat aan hem een prebende verleend werd in de hoofdkerk van Kantelberg (Canterbury).3den hemel: aan de Hemel, in verband met vs. 4: de hemel begeert hem; berust dus in het verlies.
14 dieren (met Vlaamse ie): kostbare.
17-18 schutten: tegenhouden.
17-20 Zoals de bergstroom (de starcke vliet) haar boezem zoekt, zo de vrome ziel de hoge sferen van ’t Eeuwig leven.
21 Zo vervolgt de wereld ongestoord haar loop.
24 slaat voorby: slaat over, gaat voorbij.
30 smilt: smelt, week wordt.
31 schildt was vroeger mnl.; vandaar taeie.