Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Vitvaert van mijn Dochterken.

Vitvaert van mijn Dochterken.*

De felle Doot, die nu geen wit magh zien,
Verschoont de grijze liên.
Zy zit om hoogh, en mickt met haren schicht
Op het onnozel wicht,
En lacht, wanneer, in ’t scheien,
De droeve moeders schreien.
Zy zagh’er een, dat, wuft en onbestuurt,
De vreught was van de buurt,
En, vlugh te voet, in ’t slingertouwtje sprong;
Of zoet Fiane zong,
En huppelde, in het reitje,
Om ’t lieve lodderaitje:
Of dreef, gevolght van eenen wackren troep,
Den rinckelenden hoep
De straten door: of schaterde op een schop:
Of speelde met de pop,
Het voorspel van de dagen,
Die d’eerste vreught verjagen:
Of onderhiel, met bickel en boncket,
De kinderlijcke wet,
En rolde en greep, op ’t springend elpenbeen,
De beentjes van den steen;
En had dat zoete leven
Om gelt noch goet gegeven:
Maar wat gebeurt? terwijl het zich vermaackt,
Zoo wort het hart geraackt,
(Dat speelzieck hart) van eenen scharpen flits,
Te dootlick en te bits.
De Doot quam op de lippen,
En ’t zieltje zelf ging glippen.
Toen stont helaas! de jammerende schaar
Met tranen om de baar,
En kermde noch op ’t lijck van haar gespeel,
En wenschte lot en deel
Te hebben met haar kaartje,
En doot te zijn als Saertje.
De speelnoot vlocht (toen ’t anders niet moght zijn)
Een krans van roosmarijn,
Ter liefde van heur beste kameraat.
O krancke troost! wat baat
De groene en goude lover?
Die staatsi gaat haast over.

*Van 1633. Afgedrukt volgens de tekst van Vondels Verscheide Gedichten 1644, blz. 314.
Titel: Vitvaert: het heengaan; Sara van den Vondel stierf in September 1633 op achtjarige leeftijd.

1 De voorstelling van de Dood als een Vrouw die de slachtoffers treft met een pijl is in de Renaissance-tijd in kunst en poëzie gewoon; geen wit moghen (kunnen) zien: geen vrolikheid kunnen verdragen.
4 onnozel: schuldeloos.
7 wuft: vlug, beweeglik.'?
10 zoet Fiane zullen woorden uit het dansliedje zijn, dat in het reitje gezongen werd.
12 lodderaitje: waarschijnlik ook een kinderwoord voor een van de medespelenden, die in ’t midden van de kring stond; mogelik is er samenhang met lodder: lief, aanminnig.
15 schop: schommel.
16- vlgg.Als de zorgenloze jeugd overgaat in het zorgenvolle leven van de moeder.
19 Volgde de kinderlike regels (wet) van het bikkelspel; boncket moet hier de stuiter zijn, die blijkens het verband, van ivoor (elpenbeen) was. Op het springen van de stuiter moeten de bikkels. (beentjes, vs. 22) naar een bepaalde regel omgezet worden of opgenomen (rolde en greep); met de steen zal de hardstenen stoep bedoeld zijn, waarop bij voorkeur gebikkeld wordt.
25 Onder het spel openbaarden zich voor ’t eerst de noodlottige tekenen van de ziekte.
28 bits: scherp.
29 De lippen namen de doodskleur aan.
33 gespeel: speelkameraadje.
34 deel: wat iemand ten deel valt (synoniem van lot).
35 kaartje: verkleinwoord van kaar: kameraad (oorspr. adj.: dierbaar).
37 Als zij toch niet met haar mee konden gaan.
38 Dit vlechten van een krans en het bestrooien van het doodskleed met bloem en kruid en gouden en zilveren lovertjes (vs. 41) was een zeventiende-eeuwse gewoonte (zie Schotel: Maatschappelijk leven onzer Vaderen, 45-46; roosmarijn (ros marinum): geurige takjes van een altijd groen heestertje.
40 krancke troost: zwakke, weinig batende troost.
42 Accent op Die; staatsie: eerbetoon; haast: spoedig. In tegenstelling met de durende vadersmart.