Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Lyckklaght aan het Vrouwekoor

Lyckklaght aan het Vrouwekoor, over het verlies van mijn Ega*.

 

O Heiligh Koor, dat van den mijnen
’t Vergaen en onvergaen gebeent
Bewaert, en sachte rust verleent,
Tot dat de son vergeet te schijnen;
Nu groeit ’t getal van uwe lijcken
Door een, dat meest mijn geest bedroeft,
En met de lijckschroef’t harte schroeft,
Die voor geen jammerklaght sal wijcken.
Nu parst uw harde serck het kermen
En traenen uit het hart en oogh,
Om mijn Kreüse, die om hoogh
Gevaren, smolt in bey mijn armen:
Terwijl ick t’Aquileia streefde
Met Constantijn, den grooten held,
Door swaarden, op de keel gestelt,
Door vlam, die naer de starren sweefde.
Ick wenschte noch om eenigh teecken
Van haar, die als een schim verdween;
Wanneerse my te troosten scheen,
En in den droom dus toe te spreecken:
Mijn lieve bedgenoot, dees saacken
Gebeuren geenssins sonder Godt.
Vernoegh met uw getrocken lot,
En wil uw heldenwerck niet staacken.
Dat ramp noch druck uw dagen korten,
Voor dat ghy siet, naar uwen wensch,
Den vlughtigen tyran Maxens
Bestorven in den Tiber storten.
Dan sal uw siel ten hemel draven,
Wanneer het triomfeerend hoofd
’t Gewijde swaard, aen God verlooft,
Ontgord, op der Apostlen graven.
Bestel mijn sterflijck deel ter aerde,
In ’t Koor der segenrijcke Maeghd,
Daar sulck een schaar den naam af draagt,
En die mijn naam oock gaf zijn waarde
’k Verhuis, van ’t aardsche juck ontslagen,
Om hoogh, in ’t hemelsche gebouw.
Besorgh de panden van ons trouw,
Twee kinders, die ick heb gedragen.
Soo spreeckend weeck sy uit dit leven.
Marie, al laat ghy my alleen,
Vw vriendschap, uw gedienstigheên
Staan eeuwigh in mijn hart geschreven.
Hoe veer dees voeten moghten dwalen,
’k Sal derwaart mijn bedruckt gesicht
Noch slaan, daar voor het rijsend licht
Vw bleecke star ging onderdalen.
 

*Van 1635. Afgedrukt volgens Vondels Verscheyde Gedichten 1644, blz. 304. Titel: Maaike de Wolf was 15 Febr. 1635 ter aarde besteld in de Oude of St. Nikolaaskerk te Amsterdam, ten Noorden van het koor, in de Onze Lieve Vrouwe-kapel. Oneigenlijk ook wel ’koof’ genoemd.
1 van den mijnen: een drietal kinderen lagen hier: in 1632 Constantijn, in 1633 Saartje.
4 Tot het einde van deze zichtbare wereld, tot de opstanding.
7 De dichter denkt terug aan het ogenblik, toen, na laatst aanschouwen, de kist werd toegeschroefd.
11 mijn Kreüse: In de Aeneis (II, 768-vlg.) wordt verhaald hoe Creüsa, de gestorven vrouw van Aeneas, hem verschijnt, maar als hij de armen driemaal naar haar uitstrekt, hem ontzweeft. In de Renaissanse-litteratuur waren Aeneas en Creüsa typen van de ideale man en vrouw.13 Terwijl ik verdiept was in mijn Constantinade. Vondel doorleefde in verbeelding de lotgevallen van zijn held, en was juist genaderd tot de slag bij Aquilea, waar de legers van Konstantijn en Maxentius slaags raakten.19 Toen haar geest troostend mij verscheen, als in een droom.21 dees saacken: nml. de scheiding.
23 Vernoegh met: berust in; getrocken: u toebedeeld.
24 Zet uw levenswerk, het begonnen epos, voort.
26-28 Voordat, overeenkomstig uw opzet, het verhaal geëindigd is met de laatste nederlaag van Maxentius, die in de Tiber verdrinkt; Bestorven: doodsbleek, wanhopig; M. heet tyran om zijn wreedheid.
30-32 Wanneer Constantijn, zegevierend Rome binnentrekkend, zijn zwaard, gewijd aan Gods zaak (de verbreiding van het Christendom) aflegt op de graven van de Apostelen Petrus en Paulus, die onder Nero ter dood gebracht waren. Vondel denkt hier, anachronisties, aan de latere kruisvaders, die - als Godfried van Bouillon in Tasso’s epos - hun zwaard symbolies aflegden op het Heilige Graf te Jeruzalem.
35 Waar zo velen naar genoemd zijn.
39 Besorgh: draag zorg voor.
40 Twee kinders: Joost en Anna.
46 derwaart-daar: daarheen-waar; nml. naar het Vrouwenkoor, waar de bleecke star: de laatste glans van haar aardse leven in het graf verdween, maar waar tegelijkertijd het licht van het eeuwige leven voor haar oprees.