Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Nieuwe genres, onderwerpen en vormen in de renaissance

Professor E.K. Grootes schrijft in Het literaire leven in de zeventiende eeuw over dit onderwerp. Raadpleeg hoofdstuk 7 over literaire genres. Samengevat komt het hierop neer:

Het hoogst aangeschreven staat poëzie in verheven taal met verheven onderwerp.

Van hoog naar laag gerangschikt:

Hoogst:
1 epos, treurspel
2 lofdichten

Midden:
3 komedie gewone taal, gewone burgers
4 didactisch werk moreel of satirisch
5 liefdeslyriek scherts, spel
6 verhalend proza geen poëzie

Laag
7 klucht volkstaal en laagste milieus

1. Het epos is in Nederland nauwelijks geschreven. De klassieken kenden het wel.

2. Bij ons zijn er heel veel treurspelen geschreven. Een tragedie of treurspel heeft als stof een klassiek, historisch of bijbels onderwerp. Ze worden vaak klassieke treurspelen genoemd, omdat de vormen van de klassieken in acht genomen worden. Er is een indeling in vijf bedrijven. Tussen de bedrijven reageren de toeschouwers in zogenaamde reien. In het treurspel gaat de hoofdpersoon ten onder. De dichter zet zijn treurspelen op in alexandrijnen (6 jamben per regel). Verder houdt de dichter zich aan de eenheden van tijd, plaats en handeling. Het verhaal moet in een etmaal afgelopen zijn, het moet zich op één bepaalde plaats afspelen, terwijl er maar één probleem uitgewerkt wordt.

3. Lofdichten hebben we ook. Zo heeft Vondel een lofdicht geschreven over onze zeevaart.

4. Een komedie of blijspel en 7. een klucht lijken op elkaar. Een blijspel is vaak langer dan een klucht. Ook is er in een blijspel een indeling in bedrijven. De taal in een klucht is platter, terwijl de karakters niet boven het type uitkomen.

De blijspelen van Bredero, de grootste blijspelschrijver, zijn in vijf bedrijven opgezet. Vaak heeft hij een klassiek voorbeeld. Er komen veel personen in voor, waarvan een aantal echt karakters is.

Het blijspel heeft als doel de kijker of lezer lachend de les te lezen. Vaak worden ondeugden van de mens aan de kaak gesteld.

In hetzelfde boek, hoofdstuk 3, vind je informatie over versbouw, petrarkisme en emblematiek.

Onder petrarkisme verstaan we gedichten die geschreven zijn in navolging en in de geest van Petrarca. Het gaat om liefdesgedichten die voor dezelfde vrouw: gouden haar, blank voorhoord, ogen als sterren, tanden als parels en appelborstjes. Een ongenaakbare vrouw en een minnaar die haar slachtoffer is. Hij brandt als vuur, maar zij is zou koud als ijs.

Versbouw: sonnetten en alexandrijnen zijn nieuw. Een sonnet is een overbekende dichtvorm: vier strofen waarvan de eerste twee vier regels en de laatste twee drie regels tellen. Tussen octaaf en sextet ligt een wending.

Het alexandrijn is een regel van 12 of 13 lettergrepen. Zes jamben met in het midden een pauze.

Emblematiek komt op met de boekdrukkunst. Er staat een stuk proza of poëzie waarbij een gravure is afgedrukt. Veel kopergravures zijn er gemaakt.