”Mijn meest geliefde boek was altijd ”De navolging van Christus” van Thomas a Kempis. Toen ik als 12-jarige intrad in het klein seminarie in Haastrecht, kwam ik er al mee in aanraking.
Op m’n 18e trad ik toe tot het klooster in ’s-Hertogenbosch. Daar lazen we ”De imitatione Christi” in het Latijn. Vooral de hoofdstukken ”De compunctione cordis” (over de verbrijzeling van het hart) en ”De regia via sanctae crucis” (over de koninklijke weg van het heilige kruis) maakten diepe indruk op mij. Het laatste hoofdstuk moesten we tijdens het noviciaat (proefjaar) zelfs uit ons hoofd leren. Dat was een goede geheugenoefening.
Tijdens dat proefjaar werd het hoofdstuk over de verbrijzeling van het hart veelvuldig besproken. Wat daar beschreven wordt, werd gezien als de grondhouding van de gezonde rooms-katholieke ascese.
Ik herkende me er helemaal in. Wat mij aansprak, was de ootmoedige grondhouding die het boekje beschrijft. Dat een christen leeft vanuit het besef van zijn eigen zondigheid. Dat sloot helemaal aan bij de manier van denken die langzamerhand in mij was ontstaan. Alleen, toen kende ik nog niet de leer van het gelovig vertrouwen van de Reformatie, die ik later in Brazilië leerde kennen. Ik dacht in die tijd nog dat mijn berouw de grond was waarop God mij kon vergeven.
In het boekje van a Kempis komt de oplossing van de Reformatie nog niet voor. Hij wijst wel op het kruis van Christus, maar zegt niet helder dat het alleen op vertrouwen aankomt. Het is een echt rooms-katholiek boekje.
Later heb ik het meermalen met veel instemming herlezen. En dat gaf altijd weer een stuk weemoedigheid: die verbrokenheid van het hart, dat je door en door zondig bent, dat je je nietig voelt voor Gods aangezicht.
Ik kan nog steeds mensen aanraden het boekje van Thomas a Kempis te lezen. De beschrijving van een ootmoedige houding waarbij je niets van jezelf verwacht, blijft waardevol. Je wordt vast gezegend als je dat op je laat inwerken.”
Deze serie loopt tijdens de Boekenweek, die in het teken staat van de ouder wordende mens. Volgende keer Krijn de Jong.