Naam: C. van Rijswijk
Leeftijd: 68 jaar
Functie: Oud-directeur van de Eben-Haëzerschool in Barneveld
Vraag: Welk boek is in uw jonge jaren van beslissende betekenis geweest voor uw latere leven?
„Toen ik een jaar of twaalf was, was ik gefascineerd door de Wesselsserie van L. Penning. Onze buurman bezat de serie, die uit vijf delen bestond: 1. De leeuw van Modderspruit, 2. De held van Spionkop, 3. De verkenner van Christiaan de Wet, 4. De overwinnaar van Nooitgedacht en 5. De kolonist van Zuid-West-Afrika.
De boeken beschreven de ongelijke strijd tussen de Engelsen en de Boeren tijdens de Boerenoorlog. Hoofdpersoon was Louis Wessels, maar wat mij vooral boeide waren de dappere activiteiten van een jong soldaatje dat de Engelsen in alles altijd te glad af was. Hij heette Blikoortje; in het laatste deel werd afscheid van hem genomen met de woorden: „En wil je Blikoortje zien? Kijk eens om! Dat is hij. Ja, hij is het, zoals hij altijd blijven zal: het onvergetelijke, het enige, het nooit versaagde Blikoortje! Onze harten worden week, als wij je weerzien, Blikoortje! Geef ons de hand, trouwe vriend, want wij hebben je lief gekregen. Wij moeten scheiden, Blikoortje.” Werkelijk, wat vond ik het erg vooral van hem afscheid te moeten nemen!
Ik was zo getroffen door de figuur van Blikoortje, dat ik in mijn fantasie naging hoe oud hij omstreeks 1950 geweest zou moeten zijn. Ik twijfelde er niet aan of hij was nog in leven.
Aangezien de Boerenoorlog ongeveer vijftig jaar geleden plaatsvond en Blikoortje een jong soldaatje van tegen de twintig was toen hij tegen de Engelsen vocht, moest hij in mijn jeugd een oude man van ongeveer zeventig jaar zijn geweest. En ik fantaseerde verder. Waar zou hij wonen? Zou hij soms naar Nederland zijn uitgeweken? Zou hij zich in onze omgeving -tevens de streek van schrijver Penning- ophouden?
Toen ik omstreeks 1970 in Barneveld kwam, woonde er een bekende vrouw die Grietje van Wessel heette. Als er kerkelijke vergaderingen waren, maakten mensen van de gelegenheid gebruik om even deze godvrezende vrouw, die schuin tegenover ons kerkgebouw woonde, te bezoeken. Op een keer vroeg iemand aan haar: „Vertel eens, bent u soms nog familie van Louis Wessels? U weet wel: die beroemde man van de boeken van Penning.”
Blijkbaar ben ik niet de enige fantast geweest.”
Deze serie loopt tijdens de Boekenweek, die in het teken staat van de ouder wordende mens. Morgen: A. Vogelaar-van Amersfoort.