Stapels romans domineren de laatste jaren de christelijke boekhandel: Lynn Austin, Joke Verweerd, Linda Nichols, Thea Zoeteman, Janne IJmker en Jan Siebelink. Tienduizenden mannen en –vooral– vrouwen kopen en verslinden het ene na het andere vuistdikke boek. Tijd om het terrein te verkennen: wat lezen christelijke lezers nu eigenlijk? En welk gods- en mensbeeld krijgen ze voorgeschoteld via al die spannende en romantische verhalen? In een serie van zes afleveringen aandacht voor Amerikaanse en Nederlandse bestsellers, voor seculiere en christelijke literatuur.
In de christelijke boekhandel is de verkoop van romans de laatste jaren explosief gestegen. Heeft fictie inderdaad de toekomst? Welke trends zijn er te onderscheiden? En welke invloed heeft dat op de opvattingen en overtuigingen van de christelijke lezers? Wie in een boekhandel werkt, kan uit ervaring vertellen over de tanende belangstelling voor streekromans, de groeiende behoefte aan kwaliteit, de gestage stroom van Amerikaanse fictie.
Allemaal zitten ze al jaren in het vak, maar op sommige punten verschillen ze toch van mening. Job Koppejan (boekhandel R. Smit, Gouda), Anja Ritmeester (boekhandel Ritmeester, Meerkerk) en Cees den Hertog, Pieternel Verdouw en Lourens Buijs (boekhandel Den Hertog, Houten) denken bijvoorbeeld verschillend over de vraag of christelijke lezers steeds meer seculiere romans gaan lezen of niet. Dat is lastig te meten, want het ligt voor de hand dat het publiek zulke romans óók wel eens in de algemene boekhandel of bij de supermarkt koopt - en dan zie je dat niet, als christelijke boekhandelaar.
Maar over andere trends zijn ze het hartelijk eens. Allemaal denken ze dat fictie een groeimarkt is, dat vrouwen de belangrijkste doelgroep daarvoor vormen, dat streekromans hun tijd gehad hebben en dat Amerikaanse schrijvers onverminderd populair blijven. Overigens is commercieel succes bij deze christelijke boekverkopers niet allesbepalend: ze vinden óók dat we met z’n allen kritisch moeten blijven op wat we lezen. Zoals blijkt uit hun reactie op vijf stellingen over de christelijke leescultuur.
1. Fictie heeft de toekomst in de christelijke boekhandel.
Koppejan: „Daar ben ik inderdaad wel van overtuigd, als ik zie hoe in de afgelopen vijf jaar het aandeel fictie is toegenomen. Ik heb wel het idee dat het langzamerhand aan het stabiliseren is. Voor de komende jaren verwacht ik een lichte stijging, niet zo fors als in de afgelopen jaren. Bijbels-historische romans zijn op hun retour: een aantal jaren erg populair geweest, maar inmiddels naar de kantlijn geschoven. Als ik kijk naar onze top 25, zie ik daar naast veel Amerikaanse romans ook behoorlijk wat romans van niveau, zoals ”Achtendertig nachten” van Janne IJmker, ”De eindigheid der dagen” van Peter Hobbs, ”Alle rivieren stromen naar de zee” van Elie Wiesel, ”De vliegeraar” van Khaled Hosseini. Er is een groeiende behoefte aan kwalitatief goede christelijke romans. Ook voor thrillers (bijvoorbeeld van René Gutteridge en Ted Dekker) en historische romans is toenemende belangstelling. Daarbij merken we dat steeds jonger publiek naar deze titels grijpt. Een genre dat echt op z’n retour is, is dat van de streekroman. Streekromans worden nog maar door een zeer beperkt publiek (vooral senioren) gelezen.”
Ritmeester: „Fictie heeft de laatste jaren een groeiend aandeel en deze trend zet zich nog steeds door. Auteurs als Lynn Austin, Karen Kingsbury, Francine Rivers, Linda Nichols en dergelijke zijn geliefd geworden. Hun nieuwe uitgaven zijn dan ook vaak in de boekentop tien terug te vinden. Maar Bijbelse romans worden soms bewust niet aangekocht, en er is ook een doelgroep die alleen kiest voor de romans van J. D. Heemskerk, Thea Zoeteman, Nelleke Wander enzovoort - waarschijnlijk omdat die verhalen dichter aansluiten bij de persoonlijke beleving van de lezers.”
Den Hertog: „Het percentage fictie op de hele verkoop lijkt langzaam te stijgen. Hoewel in de tijd voor Pasen en Pinksteren, de belijdenistijd, bijna alleen maar stichtelijke lectuur verkocht wordt. Dat zijn dan vaak boeken met aansprekende, korte stukjes of dagboeken. Wat het genre van de romans betreft, wordt er van alles verkocht. Voor mannen meestal thrillers of spannende boeken. Voor vrouwen vooral boeken waarin een stukje romantiek zit. Daarbij willen de meeste vrouwen toch wel een boek waar zij iets van kunnen leren, bijvoorbeeld geschiedkundig of psychologisch. De groep die de echte streekromans leest -Joh. G. Veenhof, Henny Thijssing-Boer, Gerda van Wageningen en dergelijke- wordt steeds kleiner. Het lijkt wat te verschillen per dorp of stad, maar degenen die ze nu nog kopen, zijn toch vaak boven de zestig.
2. Het christelijke lezerspubliek bestaat vooral uit vrouwen.
Koppejan: „Ja, dat is duidelijk. Vrouwen lezen over het algemeen meer dan mannen. Ook als ik kijk naar de kopers van fictie, bestaat het overgrote deel uit vrouwen. Reden is natuurlijk een stuk ontspanning. Even heerlijk wegkruipen in een boek is iets wat vrouwen meer doen dan mannen. De meeste romanauteurs zijn vrouw en de hoofdpersonen in hun boeken zijn ook vaak vrouwen. Als je kijkt naar de opkomst van een literatuurdag, bestaat het publiek voor 85 procent uit vrouwen. Mannen lezen ook fictie, maar dan vooral thrillers en goede literatuur.”
Ritmeester: „Het lezerspubliek bestaat uit zowel mannen als vrouwen. Thrillers en boeken van auteurs als Randy Alcorn of Ted Dekker worden meer door mannen gelezen. Het zou zo kunnen zijn dat vrouwen meer boeken kopen, maar deze aankopen kunnen ook voor de man bestemd zijn. Wij merken wel dat mannen alvast in onze winkel rondkijken, terwijl de vrouwen elders in Meerkerk nog inkopen aan het doen zijn en later binnenkomen.”
Den Hertog: „Wat betreft het lezen van fictie klopt het, dat het publiek vooral uit vrouwen bestaat. Maar als je het over het geheel van de verkoop bekijkt, denken wij dat vrouwen en mannen evenveel lezen. Dat gebeurt dan wél op verschillende terreinen. Mannen pakken eerder theologische studies of geschiedenis dan vrouwen. Soms lijkt het wel of zij het lezen van fictie niet zo nuttig vinden, terwijl vrouwen ervan overtuigd zijn dat zij fictie nodig hebben voor ontspanning en ook om er iets van te leren.”
3. Amerikaanse romans zijn op hun retour.
Koppejan: „Dat idee zou je kunnen hebben en je vraagt je ook wel eens af hoe lang dit genre populair blijft, maar de verkoopgegevens zijn daar erg duidelijk over: Amerikaanse romans blijven onverminderd populair. Wanneer ik kijk naar onze top 25 van het afgelopen jaar bestaat die voor meer dan de helft uit Amerikaanse romans. Het aanbod wordt wel breder, met bijvoorbeeld vertaald werk uit Zuid-Afrika en Duitsland. Maar de stroom uit Amerika en Engeland vloeit onophoudelijk door. Als de nieuwe Lynn Austin verschijnt zijn de stapels bijna niet aan te slepen. Het aanbod wordt ook groter. Bijna iedere christelijke uitgever brengt vertaald werk uit, dus er is voorlopig nog geen sprake van een afname van het aanbod van Amerikaanse romans. Maar niet alles wat verschijnt heeft evenveel kwaliteit, dus er zal op termijn wel een schifting gaan plaatsvinden.”
Ritmeester: „Amerikaanse romans zijn niet op hun retour, dat laat de landelijke boekentop tien voor de christelijke boekhandel nog steeds duidelijk zien. Het komt waarschijnlijk doordat de schrijfstijl van deze auteurs niet vergelijkbaar is met die van auteurs van Nederlandse bodem. Herkenbare gebeurtenissen worden zó emotioneel beschreven... die stijl raakt de lezer.”
Den Hertog: „Omdat er weinig kwalitatief goede romans in het Nederlands verschijnen, blijven de vertaalde romans populair. Wel komen er langzamerhand meer mensen die de opmerking maken dat het Amerikaanse ’geloof’ toch wel anders is dan het Nederlandse ’geloof’. Het komt vaak wat overdreven over, terwijl wij als Nederlanders nuchterder zijn, ook als het over het christelijk geloof gaat. Boeken van Nederlandse schrijvers worden bijna altijd goed verkocht: Joke Verweerd, Guurtje Leguijt, Nelleke Wander en anderen. Maar omdat het daarbij maar om een paar uitgaven in het jaar gaat, gaan mensen toch snel over op vertaalde romans.”
4. Christelijke lezers lezen steeds meer ”seculiere” romans.
Koppejan: „Ik denk van wel. Kerkmensen ontdekken dat niet-christenen ook heel mooie en zinvolle boeken kunnen schrijven. In onze boekhandel krijgen we daar steeds meer vraag naar. Toppers zijn dan ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink en ”De vliegeraar” van Khaled Hosseini. Verder verkopen wij regelmatig boeken van Sándor Márai, Elie Wiesel en Arthur Japin. Wel zijn we voorzichtig bij het neerzetten van deze titels. Sommige van deze boeken bevatten vloeken. Een enkele keer krijgen we daar een opmerking over en dat is goed, dat houdt ons scherp. Maar het valt wel op dat steeds meer mensen daar minder moeite mee hebben of het gewoon wegfilteren bij het lezen.”
Ritmeester: „Christelijke lezers lezen ook seculiere romans, maar dat is volgens ons de laatste jaren niet echt toegenomen. Een deel van het publiek wil goed op de hoogte zijn van deze actuele romans. Ze worden uitgebreid in de pers besproken en op literatuurkringen behandeld. Daarom hebben wij ook een selectie van deze romans in ons assortiment opgenomen.”
Den Hertog: „Wij zien niet zo’n toename in de verkoop van seculiere romans. Alleen ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink is erg goed verkocht, maar dat komt vooral doordat het te maken had met ds. Paauwe en zijn volgelingen. Dit boek hebben wij ondanks verschillende bezwaren wél verkocht, omdat er zo veel vraag naar was vanuit reformatorische hoek. Maar zodra de vraag minder wordt, gaat zo’n boek weer uit de voorraad. Verder verkopen wij alle seculiere romans die verantwoord zijn, maar dat zijn er tegenwoordig maar heel weinig, als je vloeken, seksscènes en spotten met het geloof wilt weren uit je winkel. Er wordt over het algemeen niet vaak gevraagd naar schrijvers als Japin, Hosseini en dergelijke, hoewel wij altijd duidelijk maken dat we zulke boeken wel kunnen bestellen. Maar klanten beseffen ook wel dat de seculiere toptitels in elke boekhandel, supermarkt of tankstation te koop zijn. Ze kunnen er ook op die manier dus gemakkelijk aan komen.”
5. Eigentijdse fictie (christelijk en niet-christelijk) heeft invloed op de geloofsbeleving van christelijke lezers.
Koppejan: „Dat is een lastige. Uiteindelijk denk ik van wel, maar het is moeilijk meetbaar. Per lezer zal dat verschillen. De een heeft veel meer bagage dan de ander en kan zaken beter onderscheiden. Het begint denk ik al met de acceptatie dat er op een andere manier over het geloof wordt gesproken dan we in de gereformeerde gezindte gewend zijn. Er wordt vaak heel open gesproken over de omgang met God, over zijn plan met jouw leven en over God als liefdevolle Vader. Op zich is dat niet verkeerd, maar als je alleen zulke boeken leest en nooit eens een goed theologisch boek daartegenover stelt, krijg je op een gegeven moment scheefgroei. Lezen met een gezonde kritische leesblik lijkt me daarom zeker nodig.”
Ritmeester: „De invloed op de geloofsbeleving is moeilijk meetbaar. Er is bijvoorbeeld een doelgroep die om deze reden bewust geen Bijbelse romans wil lezen. Maar anderen zeggen dan: Je kunt je na het lezen hiervan in de Schrift verdiepen, om de geschiedenis nog eens in de Bijbel na te lezen en je dan een mening te vormen. Dat zijn persoonlijke keuzes die je moet respecteren.”
Den Hertog: „Hebben niet alle boeken invloed op de lezer? Hoe meer je leest over een bepaalde opvatting, hoe meer die je eigen wordt en hoe minder je schrikt van dingen waar je het eigenlijk niet mee eens bent. Omdat wij ook seculiere romans lezen, om te checken of ze in de winkel gezet kunnen worden, komen we hier ook mee in aanraking. Hoe vaak lees je niet over een vloek heen, omdat je ongemerkt helemaal in het verhaal zit. En een onchristelijke gedachte, bijvoorbeeld over de dood, daar schrik je ook niet meer van, want daar denkt (bijna) iedereen tegenwoordig luchtig over. Het is dus heel goed opletten wat je leest, want zonder dat je het merkt, word je beïnvloed.”
Dit is de eerste aflevering in de serie ”Christen en roman”. Volgende week deel 2: Amerikaanse populaire fictie.