Eginhard Meijering heeft zich de laatste tien jaar ontpopt als een uitstekende geschiedschrijver op het terrein van de theologie. Hij publiceerde in 1999 Een eeuw christelijk geloven waarin hij dertien Nederlandse theologen uit de twintigste eeuw op een informatieve en boeiende manier portretteerde. In 2004 publiceerde hij een lijvig overzichtswerk over de vroege eeuwen van het christendom.
Onlangs verscheen opnieuw een boek in dit genre, nu over de afgelopen eeuw: Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw. De titel is misschien wat flets en weinig uitnodigend, maar het boek zelf mag er zijn. Het is een overzichtswerk waarin je eindeloos kunt zoeken en bladeren. Je mag het boek natuurlijk ook van a tot z doorlezen - en dan verrijst een bonte eeuw met mensen, meningen, theologische debatten en volle of lege kerken. Maar het ligt bij dit boek voor de hand om het als een naslagwerk te zien, waarin je in kort bestek op de hoogte gebracht wordt van de belangrijkste feiten, opvattingen, ontwikkelingen of strijdpunten.
Intussen is dit boek niet louter een 'feitenpakhuis' of encyclopedie. Meijering slaagt er heel goed in de betekenis van feiten aan te geven en een analyse van een en ander aan te reiken. Ergens tegen het einde van het boek - als veel vernieuwende en moderniserende tendensen in kerk en theologie aan de orde zijn geweest - maakt Meijering de opmerking dat vooral de verdwijning van het geloof in Gods voorzienigheid en het geloof in het hiernamaals een breuk hebben betekend met het voorgeslacht. Dat is een rake opmerking, die ook iets zegt over problemen waar christenen vandaag mee worstelen. De voorzienigheid Gods is tenslotte geen paragraaf uit een theologisch handboek. Het gaat rechtstreeks over de vraag hoe het dagelijkse leven zich verhoudt tot God. Dat dit geen gemakkelijke kwestie is, hoeft geen betoog. Dat het grote gevolgen heeft als je het geloof in Gods concrete handelen (waar de rol van het gebed mee verbonden is) loslaat, is eveneens duidelijk - zéker na lezing van Meijerings boek.
De slotsom van het boek is niet vrolijk. De motivatie voor het geloof is ook in de kerken sterk afgenomen. Jonge generaties nemen de overgeleverde geloofsvoorstellingen "voor kennisgeving aan", constateert Meijering. Is dat een reden voor wanhoop? Meijerings slotzin luidt: "De geschiedenis blijft echter onvoorspelbaar, zeker voor christenen die geloven in en hopen op de Geest van God, die waait waarheen hij wil en wonderen kan bewerken?'
Eginhard Meijering, Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw, Uitgeverij Balans, Amsterdam 2007, 620 blz., €34,90.
Dit artikel is eerder verschenen in CV•Koers, opinieblad voor de christen vandaag. Zie ook: www.cvkoers.nl en www.tjerkdereus.nl.
©CV•Koers/Tjerk de Reus.