Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Albert van Zanten

Afrikaner in diaspora

Hij typeert zichzelf liever niet als christendichter, maar wist wel Zuid-Afrika te veroveren met zijn christelijk-mystieke poëzie. Izak de Villiers, oud-predikant van de Nederduits Gereformeerde Kerk, voormalig hoofdredacteur en dichter, ontving een prestigieuze literaire prijs voor zijn bundel "Jerusalem tot Johannesburg". Het was een kroon op zijn werk. Toch zingt De Villiers vooral een melancholisch lied. "De Zuid-Afrikaanse cultuur verdwijnt. Alleen wat geschreven is, zal overblijven."

U bent negentien jaar predikant geweest. Speelde poëzie een rol op de kansel?
"Dat speelt altijd een rol. Ik las graag poëzie voor. En ik wees mijn luisteraars vaak op de poëtische waarde van de psalmen. De Bijbel is in grote mate een poëtisch boek."

Uw eerste bundels schreef u toen u nog voorganger was. Wordt de poëzie van een predikant niet snel dogmatisch?
"Ja, dat is een geweldige slag die je kan treffen. Wie zich niet beweegt boven zijn religieuze leerwereld, kan geen dichter zijn. Maar ik ben geen dogmatisch mens; ik probeer de ruimte te verkennen aan de andere kant van het dogma. Ik ben zeer bevriend geweest met de rooms-katholieke dichteres Sheila Cussons; we hadden vele raakvlakken. Dat is niet mogelijk als je aan starre dogmatiek vasthoudt. Natuurlijk houdt een christendichter wel vast aan confessie. De geboorte, kruisdood en opstanding van Christus zijn de fundamenten van wat ik heb geschreven."

Heeft een christendichter een bijzondere roeping?
"Nee. Voor alles wat een christen doet -of dat nou straten vegen, schrijven of een huis verven is- gelden de christelijke beginselen. Ik zag onlangs een zwarte portier van een flat hier in Johannesburg die in zijn Bijbel zat te lezen. Dat was een getuigenis. Dat deed hij niet bewust, hij zat gewoon te lezen. Zo is het ook met mijn schrijverschap. Als het een getuigenis is voor Christus, ben ik heel dankbaar. Ik geloof dat de Heilige Geest mijn gedichten influistert; daardoor gaan ze hun eigen vorme n aannemen. Maar ik ben niet iemand die geweldig gesteld is op een typering als christendichter. Je bent dichter en je godsdienst is je thema. In Zuid-Afrika is er ook niet zoiets als een christelijk-literaire subcultuur. We hebben hier geen christelijk-literaire tijdschriften bijvoorbeeld."

Nederlandse gereformeerden kennen een lange traditie van cultuurmijding. Bent u een asceet op cultureel gebied?
"Nee, ik ben geen vermijder. Ik lees juist boeken die niet met mijn denken stroken, want ik wil weten wat de ander denkt. Ik heb wel grote bezwaren tegen de culturele input vanuit Amerika. De televisie beschouw ik als een groot euvel. Hollywood brengt cultuur in onze huizen die niet opbouwend en voedend is voor mijn geest."

Hoe verklaart u de cultuurmijding onder gereformeerden?
"Ik denk dat die vooral bij Calvijn vandaan komt. Wij vinden hem vandaag de dag misschien erg dogmatisch, soms zelfs wreed, maar we moeten er rekening mee houden dat hij de taak had om van Genève -destijds een chaotische stad, een soort township- een geordende samenleving te maken. Daarom verbood hij alle ledigheid en vermaak. Dat was nodig; hij moest streng zijn, net als Mozes, die het volk uit Egypte leidde. In de strenge Calvijn zie ik ook veel respect. Respect voor de overheid, de traditie, het lichaam van een vrouw, voor ouderdom, de geschiedenis. Bij de Nederduits Gereformeerde Kerk hier in Zuid-Afrika zie ik echter een proces van verwereldlijking. Er is een sterke antihouding jegens het calvinisme. Men vindt het paternalistisch, stug en afwijzend. Wereldmijding leeft hier nu juist bij de zwarte, charismatische kerken. Mijn tuinman moet z'n haar knippen, het wapen van zijn kerkgenootschap op z'n kleren dragen. Hij leeft volgens strenge morele waarden, maar niet gereformeerd. De charismatische groepen hebben een afwijzende houding; vreemde stammen zijn niet welkom in hun kerk. Wat eerst de gereformeerden kenmerkte, zie ik nu gebeuren bij de zwarte charismatische beweging. Ik denk dat het een vorm van identificatie is: "ons is onse groep"."

Wat vindt u van de invloed van de charismatische beweging in de traditionele kerken?
"Het is een gevoelsgodsdienst. Maar gevoelens zijn niet blijvend. 's Ochtends voel ik mij anders dan 's avonds en in de winter anders dan in de zomer. Het is afkomstig uit Amerika, zoals zo veel in onze cultuur. De culturele vervlakking is begonnen met de televisie. Die heeft ons overspoeld met de popcultuur: oppervlakkig vermaak, lucht."

U hebt de periode van apartheid, 1948 tot 1990, helemaal meegemaakt. Hoe kijkt u daar nu op terug?
"Apartheid heeft nu een slechte naam, maar het kwam voort uit idealisme. Het was een mogelijke oplossing voor onze uiterst complexe samenleving; een poging om voor iedereen een plek onder de zon te creëren. Maar het heeft niet die uitwerking gehad. Het ideaal was mooi, maar de gedachte erachter was fout. Het was zoiets als een pleister voor kanker. Het kan tijdelijk verlichten, maar stopt de kanker niet. Het idealisme leidde tot scheefgroei en liep uit op onderdrukking."

Wat vindt u van het huidige politieke bewind in uw land?
"De zwarte bevolking van Zuid-Afrika is niet homogeen. Er is veel onderlinge strijd. Elke stam heeft zijn eigen taal en cultuur. Het politiek leiderschap binnen het ANC ligt vooral bij één stam; het zal voor andere stammen nauwelijks mogelijk zijn om een president te leveren. De stroom politieke vluchtelingen uit andere delen van Afrika kunnen we niet aan. Dat zorgt voor veel werkloosheid, misdaad en armoede. Of de regering nu zwart, wit of geel is; ik heb geen idee hoe het opgelost moet worden. En dan nog de hiv-problematiek. Als al die mensen gaan sterven, wie gaat ze dan verzorgen en waar komen de medicijnen vandaan? Daarom ontkent president Mbeki het bestaan van hiv. Hij beseft maar al te goed dat de staat maatregelen moet treffen als hij het probleem erkent."

Uit uw bundel "Leviet en vreemdeling" uit 1978 spreekt sympathie voor uw zwarte medeburgers. Was dat voor u als dichter een missie?
"Ja, dat was zeker een missie voor me. Het is niet altijd goed ontvangen, want het viel in deze tijd van apartheid buiten het blanke denken. Maar nu ik ouder ben, begrijp ik beter waarom mensen dat vonden. Men was bevreesd voor het verlies van de blanke Afrikaanse cultuur. En die vrees is terecht gebleken. Het Zuid-Afrikaans wordt niet meer gesproken in het parlement, op scholen en universiteiten. Het is een stervende taal. We zijn bezig te verengelsen. Mijn kleinkinderen zullen weten dat hun opa oorspronkelijk een Afrikaner was, maar zullen de taal niet meer spreken. Zuid-Afrikaners worden Engelsen, Amerikanen, Australiërs en Nederlanders. Door de "regstellende aksies" (positieve discriminatie ten bate van niet-blanken, AvZ) maken de blanken carrière buiten Afrika. Onze cultuur verdwijnt. Alleen wat geschreven is, zal overblijven. Jij en ik kunnen elkaar verstaan; Nederland heeft vanouds bindingen met Zuid-Afrika. Maar straks kan dat niet meer. Kun je je voorstellen hoe het voelt als je eigen taal straks niet meer gesproken zal worden? Dat verdriet me zeer. We zijn in diaspora, een onherstelbare diaspora."

In uw bekroonde bundel "Jerusalem tot Johannesburg" uit 2005 komt de diaspora terug als politieke, maar ook als existentiële realiteit. Is een christen burger van Johannesburg of is hij geroepen zijn oog te slaan op Jeruzalem?
"Allebei. Jeruzalem en Johannesburg vormen een paradox en een symbiose. Johannesburg is een doorgang, de stad van goud en klatergoud. Ik vraag me af hoe Christus ontvangen zou worden als Hij in Johannesburg terug zou komen. Toch heb ik de roeping om God hier in alles te zien. Maar het ware goud is te vinden in Jeruzalem, het heilige Johannesburg."

In Nederland lijkt het soms onverenigbaar: christen zijn én literaire roem oogsten. Maar wie over de grens kijkt, ontdekt hier en daar schrijvers die het onmogelijke voor elkaar krijgen - auteurs die de literaire top bereike n zonder concessies te doen aan hun christelijke levensbeschouwing. In de komende bijlagen Talent en Boeken een drieluik, met achtereenvolgens de Zuid-Afrikaanse Izak de Villiers (lyriek), de Amerikaanse Marilynne Robinson (epiek) en de Hongaars-Roemeense András Visky (dramatiek).

Leven en werk
Izak Louis de Villiers wordt geboren in 1936 in het dorp Paarl. Zijn voorouders zijn van Franse komaf. Na zijn studie theologie is De Villiers negentien jaar als predikant verbonden aan de Nederduits Gereformeerde Kerk. Hij dient de gemeenten van Albertinia, Bonnievale en Constantia. Naast zijn werk als predikant schrijft hij voor diverse tijdschriften en kranten.

In 1982 stopt De Villiers als predikant en wordt hij redacteur bij het grootste Zuid-Afrikaanse lifestylemagazine voor vrouwen, "Sarie". Na negen jaar voor dit tijdschrift te hebben gewerkt, trekt de krant "Rapport" hem aan als hoofdredacteur. Na zijn aftreden bij de krant vervult De Villiers een adviserende rol in de Nederduits Gereformeerde Kerk en gaat hij regelmatig voor tijdens erediensten.

In 1972 verschijnt De Villiers' eerste bundel "Leitourgos". De gedichten gaan over zijn werk als predikant en het geestelijk leven in zijn gemeenten. Tot 1978 verschijnen er nog drie dichtbundels van zijn hand: "Manna oor die duine" (1974), "Gelykenisse en ander verse" (1975) en "Leviet en vreemdeling".

De bundel "Jerusalem tot Johannesburg" wordt in 2005 bekroond met de prestigieuze literatuurprijs van de Zuid-Afrikaanse televisiezender M-net. De Villiers wordt geroemd om de authentieke mystiek in de bundel. De gedichten kenmerken zich door de het gebruik van paradoxale beelden als hemel en aarde, tijdigheid en eeuwigheid, Godsstad en goudstad, verleden en heden, jeugd en ouder worden. Belangrijke thema's zijn de melancholie over de ouderdom, het geloof in de goddelijke bestiering over de gebroken werkelijkheid, en de verdwijnende Zuid-Afrikaanse taal en cultuur.

Meer informatie over het werk van Izak de Villiers is te vinden in J. C. Kannemeyer, "Die Afrikaanse literatuur, 1652-2004", Kaapstad 2005.

Jong meisie
Jy sit hier langs my suutjies op die vloer, jou boeke oop, ek wonder wat jy dink. Jy het vir my die druif geword, die roer van wind deur wingerdblare, en die drink van ryp geparste mos, jou lag die bars van vreugde soos 'n korrel in my mond, soet van die somer met 'n fraksie vrank, koel in 'n smakie hartseer afgerond. En so word jy die lente in my herfs, my vrees, my sweet, my tema as ek bid. In jou mag ek dalk weer 'n somer erf, en boorde van 'Boland-jeug besit.* Geen bloed, spontane liefde was die stap In God se plan vir hierdie vaderskap. *(Boland: geboortestreek van De Villiers)

Plaasmoord
Een berucht voorbeeld van de criminaliteit in Zuid-Afrika is het fenomeen "plaasmoord". Sinds de afschaffing van het apartheidsstelsel in 1990 zijn naar schatting zo'n 1800 blanke boeren en hun gezinnen op gruwelijke wijze om het leven gebracht op hun eigen boerderij. De oproep aan de Zuid-Afrikaanse regering om de plaasmoorden publiekelijk te veroordelen en te bestrijden blijven veelal onbeantwoord. Zowel criminele als racistische en politieke motieven spelen een rol bij de plaasmoorden. De onveiligheid van het land is een van de redenen waarom vele blanke Zuid-Afrikanen emigreren. De Villiers schreef er een gedicht over. Het sonnet "Kleine ballade van Oom Dawid Liefie-hulle" gaat over David die naar Engeland vertrekt nadat zijn ouders zijn gedood bij een plaasmoord.

Kleine ballade van Oom Dawid Liefie-hulle
Oom Dawid Liefie is ook op sy plaas vermoor,
Op Dorsbult, toe hy na sy beeste wou gaan kyk.
In dié omtrek was dit vanjaar die vyfde roof.
Die jakkalse was nog vroegoggend by sy lyk.

Die moordenaars het toe Ta' Liefie doodgewurg,
die aandkos luiters opgeëet en Richelieu gedrink,
die bakkie volgelaai en met 'n haelgeweer gevlug,
die hekpaal omgery en laatnag in 'n kroeg rinkink.

Die dogter van Oom Dawid is aan kanker dood.
Sy seun, Klein Dawid Liefie, is 'n ingenieur -
sy firma het besluit hul kwotas is te groot
en met sy klein pakket het hy geëmigreer.

Hy het 'n groot kontrak by Dorchester on Thames.
Sy seun trek op Oom Dawid, maar hul noem hom James.

Uit: I. L. Villiers, "Jerusalem tot Johannesburg", Tafelberg, Kaapstad, 2005; ISBN 978 0 6240 4341 6.

In Nederland lijkt het soms onverenigbaar: christen zijn en literaire roem oogsten. Maar wie over de grens kijkt, ontdekt hier en daar schrijvers die het onmogelijke voor elkaar krijgen - auteurs die de literaire top bereiken zonder concessies te doen aan hun chirstelijke levensbeschouwing. In de bijlagen Talent en Boeken een drieluik, met achtereenvolgens de Zuid-Arikaanse Izak de Villiers (lyriek), de Amerikaanse Marilynne Robinson (epiek) en de Hongaars-Roemeense Andras Visky (dramatiek)