Bartje. Wie kent hem niet? Het dromerige jongetje uit Drenthe groeit op onder moeilijke omstandigheden. Hij wil niet bidden „veur brune bonen” en van de grote mensenwereld snapt hij weinig. Maar met zijn scherpe observatievermogen weet hij zijn medemens te peilen. Slagboom, docent Nederlands aan het Driestar College, aarzelt geen moment: Bartje van Anne de Vries is zijn favoriet.
Naam: E. Slagboom
Leeftijd: 40
Woonplaats: Katwijk aan Zee
Functie: docent Nederlands aan het Driestar College in Gouda en Leiden
Wanneer voor het eerst gelezen?
„Ik was een jaar of tien. Bartje, leeftijdgenoot en de hoofdpersoon in het boek, genoot net als ik van het buitenleven. Een ”sjempotje” met één of ander beestje erin en wat langs de slootkant spelen en hangen, herkende ik. In 2003 heb ik Bartje opnieuw gelezen; in 2004 heb ik mijn afstudeerscriptie eraan gewijd.”
Waarom kiest u dit boek?
„Het geeft een prachtig en goed geschreven tijdsbeeld van Drenthe in de jaren ’30. Het boek is meer dan een goede streekroman. Met zijn kijk op de grotemensenwereld overstijgt de hoofdpersoon Bartje alle grenzen, zelfs die van de tijd. De lezer krijgt de gebeurtenissen en gesprekken via Bartje voorgeschoteld, waardoor een soort ‘dubbele bodem’ ontstaat. Dat roept een bepaalde subtiele spanning op.
Er liggen diepere lagen en meerdere verhaallijnen in het ogenschijnlijk simpele verhaal. Zijn beschrijving van de natuur en de omgeving, vaak gecombineerd met de sfeer van de personages, zijn geweldig.”
Waarom blijft dit boek bekend?
„De belangstelling voor dit boek neemt wat af, toch wordt het nog steeds gelezen. Hoe een kind tegen de grote mensenwereld aankijkt, blijft actueel. Misstanden gaat de schrijver niet uit de weg. Dat spreekt mensen blijvend aan.”
Wie is Bartje?
„Bartje is een fantasierijk jongetje dat dicht bij de natuur leeft. Aan de andere kant is hij ook heel scherp, kijkend naar de wereld van volwassenen. Hij maakt een proces door: eerst kijkt Bartje tegen zijn vader op vanwege zijn kracht en stoerheid. Later neemt hij daar toch afstand van, want voor de rest is vader eigenlijk liefdeloos. Hij groeit toe naar zijn moeder met wie hij een intieme band krijgt.”
Wat vindt u de meest bijzondere passage in het boek?
„Toch wel dat bekende „Ik bid niet veur brune bonen!”. Meesterlijk dat Anne de Vries in ruim drieënhalve bladzijde beschrijft wat in werkelijkheid hooguit een aantal minuten duurt. Hij houdt de aandacht van de lezer vast en werkt toe naar een climax. Couleur locale, de relatie kind volwassene en pedagogische boodschap komen hier bij elkaar.
Ook bijzonder goed geschreven vind ik de scene waarin het gezin Psalm 68:10 zingt. Een climax waarin geloof, geluk, eensgezindheid en toekomstverwachting samensmelten tot een heerlijk moment. Het loopt op een anticlimax uit als de boer en zijn vrouw met zoon Sikko binnenstormen. Prachtig qua compositie.”
Zit er een christelijk tintje aan het boek of maakt het geloof echt deel uit van het leven?
„Het geloof maakt echt deel uit van het leven van deze mensen. Anne de Vries legt een positief christelijke boodschap neer: ondanks de misère, de misstanden in maatschappij en kerk nodigt het verhaal uit om God en Zijn genade in de Heere Jezus Christus te leren kennen. Het boek kwam uit in de Nobelreeks, een serie christelijke romans voor volwassenen. Je kunt het als kind of puber lezen, maar mist dan veel. Als volwassene zie je er meer in.”
Behoort dit boek tot de Nederlandse literatuur?
„Ja, absoluut. Het is origineel, de dialogen zijn goed, het verduurt de tijd en heeft een bepaalde gelaagdheid. Literatuurcritici keken wat meewarig naar dit boerse en alledaagse verhaal, zeker tot zo’n dertig jaar geleden. Dat tij blijkt gelukkig te keren. Opmerkelijk is dat dr. Jos Perry, een getalenteerd schrijver historicus, onlangs een uitgebreid, waarderend artikel wijdde aan Anne de Vries en zijn Bartje in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 2004-2005.”
Vinden de leerlingen dit boek aantrekkelijk?
„Vooral jongens missen spanning. Ze vinden het soms wat langdradig en saai. Als Bartje wakker wordt, overdenkt hij eerst de dag. Dan zie je de hele familie voorbijkomen. In feite gebeurt er dan niets. Maar de ervaren lezer weet dit boek te waarderen. Het is soms even doorbijten. Als je stil staat bij wat er gebeurt, dan zie je het unieke van dit verhaal.”