Aan jarenlange speculaties komt een einde. Zaterdag verschijnt het zevende deel in de geruchtmakende Harry Potterserie, en op dat moment kan de balans definitief worden opgemaakt. Voor veel christelijke lezers een spannend moment, omdat alle tekenen erop wijzen dat het verhaal een religieuze strekking gaat krijgen. Wordt het esoterie, spiritisme, of toch onversneden christendom?
De Harry Potterserie is op z’n zachtst gezegd in christelijke kringen zeer omstreden. Tot op heden werd ieder deel bij verschijning begeleid door tal van heftige reacties in de vorm van boeken, artikelen en rondzendmails. De ene schrijver waarschuwde indringend voor het occulte karakter van de Potterverhalen, de andere zette ze juist op één lijn met het werk van de christelijke schrijvers Tolkien en Lewis. Gebaseerd op hekserij, vonden sommigen. Vol christelijke symboliek en christelijke moraal, dachten anderen.
Dat alles geeft aan hoe ingewikkeld de Harry Potterdiscussie inmiddels geworden is. Voor een deel komt dat doordat lezers op verschillende manieren naar het verhaal kijken. De een ziet vooral de gebruikte magische beelden, de akelige passages over geesten en doden, de hoeveelheid angst en woede en verdriet, het effect op (kleine) kinderen. Terwijl de ander vooral oog heeft voor de strekking van het geheel, voor het achterliggende wereldbeeld, voor de moraal en de levenbeschouwing die uit de verhalen spreken.
Humanistisch
Magische elementen liggen in de Potterboeken van schrijfster J. K. Rowling voor het oprapen. De hoofdpersoon is een tovenaarsleerling die tijdens zijn opleiding de strijd moet aanbinden met heer Voldemort, verpersoonlijking van het kwaad. Volop toverdranken, magische spreuken en vliegende bezemstelen dus, maar een verhaal met dat soort ingrediënten hoeft nog niet meteen occult te zijn.
Ernstiger wordt de zaak echter met de passages over geesten en doden die -vanaf het vierde deel- af en toe in het verhaal voorkomen. Ook al zijn die passages niet positief bedoeld en willen ze vooral afschuw en huivering bij de lezer wekken, ze doen toch wel degelijk occult aan. Zodra het over geesten gaat, hebben we het immers niet langer over pure beeldspraak of fantasie, dan raakt het verhaal ineens aan een gevaarlijke realiteit.
Aan de andere kant: als je die dubieuze passages even opzijzet en vooral naar de onderliggende strekking van het verhaal kijkt, moet je weer zeggen dat de serie op dat punt zo slecht nog niet is. Natuurlijk is het onmogelijk om een definitief oordeel te geven voordat het zevende en laatste deel verschenen is, maar op grond van de voorafgaande zes boeken valt er wel iets te voorspellen.
Het lijkt waarschijnlijk dat de schrijfster liefde als de grote reddende kracht zal gaan opvoeren, waarbij het kwaad uiteindelijk het onderspit moet delven, en dat is veel opmerkelijker dan je op het eerste gezicht zou denken. Juist in de wereld van het fantasykinderboek is het de laatste jaren bijna gewoonte om het kwaad te verheerlijken. Dat doet Rowling niet. Bij haar blijven de klassieke deugden recht overeind, goed is goed en kwaad is kwaad. De hele serie lijkt uit te gaan van een humanistisch mens- en wereldbeeld, dat weliswaar een verticale dimensie mist, maar toch niet direct in strijd is met het christelijke geloof.
Christen
De grote vraag blijft echter hoe Rowling in deel 7 de zaak tot een afronding gaat brengen. Zal ze de religieuze dimensie die tot nog toe hoogstens impliciet aanwezig was, alsnog expliciet maken? Er zijn tekenen die daarop wijzen, en dat maakt de kwestie juist voor christelijke lezers extra spannend.
De laatste jaren heeft de schrijfster immers tijdens interviews af en toe een woordje laten vallen dat tot nadenken stemt. Niet alleen noemt ze zichzelf een christen en is ze lid van de Church of Scotland, ze heeft ook met zoveel woorden gezegd dat haar religieuze overtuiging bepalend is voor de afloop van de Harry Potterserie.
„Elke keer dat aan mij gevraagd werd of ik in God geloofde, heb ik ja gezegd, omdat ik dat doe”, zei Rowling in 2000. „Maar niemand heeft er ooit dieper op doorgevraagd, en ik moet zeggen dat me dat goed uitkomt, want als ik daar te veel over praat, denk ik dat de intelligente lezer -of hij nu 10 of 60 is- in staat zal zijn om te raden wat er in de boeken gaat gebeuren.”
En in een ander gesprek, waarin ze eerst vertelt dat ze wél in God gelooft, en niet in magie zoals ze die in haar boeken beschrijft, zegt ze: „Dit is zo frustrerend. Alweer, er is zo veel wat ik graag zou willen zeggen, kom maar terug wanneer ik boek 7 geschreven heb. Maar misschien hoef je het dan niet meer te vragen, omdat je het dan al ontdekt hebt, hoe dan ook. Je zult het hebben gelezen.”
Symboliek
Dat alles betekent natuurlijk niet dat we aan het slot van de Harry Potterserie een uiterst reformatorische toespitsing van de moraal kunnen verwachten. Rowling is geen calvinist, dat blijkt wel uit de vele bespiegelingen die ze in de loop van het Harry Potterverhaal wijdt aan het probleem van de voorbeschikking en de vrije wil.
Het ligt eerder voor de hand dat ze een wat vrijzinniger vorm van christendom aanhangt, een visie waarin de orthodoxe noties van zondeval en verlossing, hemel en hel niet direct een rol hoeven te spelen. Achter het gordijn van de dood -beschreven in het vijfde deel van de reeks- kan bij Rowling nog altijd een geestenwereld zichtbaar worden die niet overeenkomt met de orthodox-christelijke voorstelling van zaken. De titel van deel 7, ”Harry Potter and the Deathly Hallows” (in vertaling ”Harry Potter en de relieken des doods”), wekt op dat punt niet meteen vertrouwen.
Bovendien, zelfs als de Harry Potterserie een verantwoorde strekking zou krijgen, vormt dat nog geen verontschuldiging voor de aanwezige dubieuze beelden en motieven. Lugubere passages blijven lugubere passages, en de vraag blijft gerechtvaardigd of je jezelf als lezer daaraan wilt blootstellen. Dergelijke afwegingen zullen altijd een rol blijven spelen bij de beoordeling van de Harry Potterverhalen.
Niettemin, wie Rowlings eigen uitspraken over het christendom optelt bij de duidelijke moraal, de theologische bespiegelingen en de christelijke symboliek in haar boeken, kan niet anders dan zeggen dat de boodschap van de hele serie best eens vergelijkbaar kan worden met die van Tolkiens ”Lord of the Rings” of zelfs Lewis’ ”Chronicles of Narnia”. Toch blijft ook de mogelijkheid aanwezig dat het hele verhaal blijft steken in dubieuze spiritualiteit - en in dat geval zal alle wantrouwen vanuit christelijke hoek gerechtvaardigd blijken.
Zaterdag weten we meer.
Site waar al Rowling’s uitspraken over het christendom op een rij gezet zijn:
http://swordofgryffindor.com/2007/03/25/guest-blogger-jk-rowling-a-christian.