Het debat over geloof en wetenschap duurt voort. In het afgelopen najaar werden studieconferenties aan het onderwerp gewijd en er verscheen een kritisch boek van de profeet van het atheïstisch evolutionisme, Richard Dawkins.
De jongste loot aan deze zich wijd vertakkende boom van religion and science is van Francis Collins, de Amerikaanse geneticus die aan de leiding stond van het Human Genome Project, dat het menselijk DNA ontcijferde. Zijn boek heet De taal van God. Hierin beargumenteert Collins een verzoening van geloof en wetenschap. Hij ontwikkelt geen speculatieve theorieën om deze verzoening te bewerkstelligen, maar hij respecteert eenvoudig de resultaten van degelijke wetenschapsbeoefening.
Hij erkent een miljoenen jaren durende evolutie, maar dat brengt hij niet in mindering op zijn geloof. Hij benadrukt juist de grenzen van de wetenschap. Aan de hand van lewis, Augustinus en veel andere denkers betoogt hij de relevantie van het geloof in de Schepper. Zowel het creationisme van de jonge aarde als de Intelligent Design-beweging zijn doodlopende sporen, vindt Collins. Gelovigen die wetenschappelijk onderzoek niet respecteren, roept hij expliciet op hun verzet te staken en niet bang te zijn dat hun geloof verkruimelen zal. Vermoedelijk heeft deze stem van Collins de beste papieren voor de toekomst. Wees nuchter, respecteer de feiten en prijs God als Schepper van die feiten. Collins schreef vanuit dit gezichtspunt een boeiend en leerzaam boek, dat veel lezers verdient.
Dit artikel is eerder verschenen in CV•Koers, opinieblad voor de christen vandaag. Zie ook: www.cvkoers.nl en www.tjerkdereus.nl.
©CV•Koers/Tjerk de Reus.