Henri I.M. Nouwen is wellicht Nederlands bekendste moderne mysticus. In 1974 bracht hij zes maanden door in de trappistenabdij van Genesee (Kentucky). Hij schreef zijn ervaringen neer in het boek Vreemdeling in het paradijs. Deze periode was ook een intensieve tijd van gebed. Veel van die gebeden zijn nu gebundeld in Gebeden uit de stilte.
De gebeden beslaan de periode van 18 februari tot en met 14 augustus 1974. Hoewel ze meer dan dertig jaar oud zijn, lijken ze gisteren te zijn geschreven. Nouwen geeft een inkijk in zijn diepste zielenroerselen. Hij worstelt enorm met zichzelf, met zijn verleden, met zijn behoefte aan erkenning en waardering, zijn prestatiedrang en zijn verborgen woede om niet-erkenning. Achter dit alles schuilt een verlangen naar onvoorwaardelijke liefde, naar volledige acceptatie, naar uiteindelijke vervulling - die geen mens op aarde je helemaal geven kan. Dit alles drijft hem naar God. In de stilte en de eenzaamheid van het klooster komt hij tot rust in God.
De inkijk in Nouwens hart geeft de lezer enerzijds een stuk nabijheid, anderzijds is hij soms zo open dat het ook vervreemding oproept. Zoals Nouwen zijn er zo veel in deze wereld. Wellicht kan dit boekje onrustige zielen helpen om in de stilte rust te vinden bij God. De bekende benedictijner monnik Anselm Grün voorzag het geheel van een inleiding. Hij plaatst het bidden van Nouwen in het kader van de gebedstraditie van alle eeuwen. Grün trekt een lijn naar de woestijnvaders: vroegchristelijke Egyptische monniken die ook de eenzaamheid zochten. In de eenzaamheid kunnen we het bidden met ons hart leren. Een gebed dat ons onvoorwaardelijk leert ons over te geven aan Gods genade. Gebeden uit de stilte is een monumentje.
Dit artikel is eerder verschenen in CV•Koers, opinieblad voor de christen vandaag. Zie ook: www.cvkoers.nl en www.tjerkdereus.nl.
©CV•Koers/Tjerk de Reus.