Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Gerry van der List

De goedheiligman

Het is moeilijk om niet jaloers te zijn op Geert Mak. De Amsterdamse journalist heeft het allemaal: roem, aanzien,status, fortuin, vrijheid. Hij wordt met lof en prijzen overladen en publiceert bestellers die zowel critici als gewone lezers aanspreken. 

Toen de bewoners van het Big Brother-huis te horen kregen dat ze boeken mochten aanvragen om het wereldrecord voorlezen te verbeteren, stormde Koos naar de dagboekkamer. De vrachtwagenchauffeur wist onmiddellijk wat er moest worden besteld: De eeuw van mijn vader. De laatste hit van Mak is door de lezers van Trouw nu uitgeroepen tot Boek van het Jaar 2000. Nog nooit in de geschiedenis van de Publieksprijs van het ochtendblad heeft een boek zo 'n groot percentage - namelijk 31 procent - van de stemmen vergaard. Vooral mannen en vrouwen van boven de veertig gaven aan De eeuw van mijn vader massaal de voorkeur boven Hany Potter ct de Gevangene van Azkaban van IK. Rowling en De passievrucht van Karel Glastra van Loon. De auteur ontving van Trouw, behalve een sculptuur van Jeroen Henneman, vijftienduizend gulden aan prijzengeld. Dat komt nog eens op de royalties van de ruim tweehonderdduizend verkochte exemplaren van De eeuw van mijn vader. Een uitzonderlijk aantal, zeker voor een non-fictieboek, een persoonlijke geschiedenis van de twintigste eeuw. 

Artikelen over de succesauteur wekken de indruk dat hij een moderne heilige is. 'Geert Mak lijkt altijd in evenwicht met zichzelf, bij is overtuigend in zijn zachtheid,' schreef Anil Ramdas in ademloze aanbidding in de NRC. En interviewers spreken haast zonder uitzondering van een oprechte, beminnelijke, bescheiden persoonlijkheid. Adriaan van Dis noemde hem in het VPRO-programma Zomergasten de vleesgeworden schattebout. Als de goedheiligman een onhebbelijkheid van zichzelf moet noemen, komt bij dan ook aanzetten met zijn neiging om aardig gevonden te willen worden. 

Mak heeft alle gelegenheid om zijn passie voor het schrijven uit te leven. Die hartstocht deed de jurist in 1975 besluiten zijn comfortabele baan als docent staatsrecht en vreemdelingenrecht aan de Universiteit Utrecht op te geven om een overstap naar de journalistiek te wagen. Bij De Groene Amsterdammermoest hij twee keer zo hard werken voor de helft van een academisch salaris. Tien jaar lang hield bij het vol in het gezelschap van zwaannoedige, heilig van hun gelijk overtuigde, wereldverbeteraars die haarfijn konden uitleggen hoe onderdrukkende structuren werkten en hoe alles anders kon en moest. Domineeszoon Mak nam eigenlijk het metier van zijn vader over en preekte voor eigen parochie. 

Na een decennium krakers, feministen en pacifisten stichtend te hebben toegesproken, had Mak genoeg van de belerende, pamflettistische journalistiek. Hij nam afscheid van de in zijn ogen' dogmatische, rationele,linkse wereld' van De Groene en koos voor een bestaan als freelance verslaggever. Het was een gelukkige keus. Hij werd niet alleen een gewaardeerd medewerker van NRC Randelsbladen de VPRO, maar vond daarnaast de tijd om in De engel van Amsterdam (1992) en Een kleine geschiedenis van Amsterdam (1994) het alledaagse leven en het verleden van Amsterdammers vast te leggen. Lyrische beschrijvingen van een kosmopolitiSche gemeente die de dorpsjongen uit Friesland, als student in de provotijd, als het centrum van de wereld was gaan beschouwen. 

Een kleine geschiedenis van Amsterdam verkocht goed voor een geschiedenisboek, maar, ondanks de voetnoten en literatuurverwijzingen, was niet iedereen overtuigd van de wetenschappelijke waarde ervan. Het enige wat Mak doet, is op een oppervlakkige wijze de bevindingen van echte onderzoekers samenvatten, luidde de laitiek. Toen onlangs zijn visie op de historie van de hoofdstad -onder de titel Amsterdam. A brief histoty of the city - in Engelse vertaling verscheen, publiceerde Jonathan Israël een vernietigende recensie in Times Literary Supplement Alles wat ingewikkeld of intellectueel veeleisend is, wordt uit de weg gegaan, constateerde de eminente Britse hoogleraar in de Nederlandse geschiedenis genadeloos. Mak heeft een vlotte pen, maar een auteur die allerlei belangrijke figuren en kwesties zonder argumentatie onbehandeld laat, is allesbehalve een betrouwbare bron. De reactie van Mak op dergelijke laitiek is even bondig pis simpel: 'Ik ben geen historicus' . Dat schijl1t voor hem voldoende reden te zijn om niet in te gaan op de aanmerkingen uit wetenschappelijke kringen. 

Door zijn studie van Amsterdam maakte Mak kennis met de eigenaardigheden van de grote stad. Dit vormde waarschijnlijk mede de aanleiding de 'geleerde in de Mokumkunde' , zoals Martin van Amerongen hem heeft omschreven, te benoemen tot bijzonder hoogleraar op het terrein van de grootstedelijke problematiek. Sinds 1 juli van dit jaar mag hij de Wibaut-leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam bekleden. 

Maar zijn roem dankt de professor in de eerste plaats aan een studie over de naoorlogse ontwikkelingen in een Fries dorpje. Hoe God verdween uit Jorwerd (1996) is de droom van elke journalist. Het is een knappe, en inmiddels klassieke, populair-sociologische beschouwing over de manier waarop een dorpsgemeenschap zich probeert aan te passen aan de moderne tijd. Aan de hand van de ervaringen van doodgewone Friezen laat Mak zien hoe de zogenaamde maatschappelijke vooruitgang op het platteland heeft huisgehouden. De biografie van het dorp stimuleerde tot bedevaarten naar Jorwerd, waar enthousiaste lezers, de Mak-toeristen, het tweekamerbuisje bewonderden waarin de schrijver zich enkele maanden terugtrok. Het aantal verkochte exemplaren bedroeg 160 duizend. Dat kon onmogelijk beter, zo werd gedacht, maar Mak deed het onvoorstelbare en schreef een non-fictieboek dat nog beter verkocht. 

Toch is De eeuw van mijn vader aanzienlijk minder geslaagd. Probleem is vooral de gekunstelde connectie tussen het minutieuze relaas over de familie Mak en het overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in de vorige eeuw. Er bestaat nu eenmaal weinig verband tussen de particuliere beslommeringen van de Makjes en de atoombom op Hiroshima of de onderdrukking van Oost-Europa.
Wat verder irriteert, is de opeenstapeling van politiek -correcte gemeenplaatsen. Het is allemaal zo saai en voorspelbaar. Colijn deugde niet, de swingende jaren zestig waren goed voor de vrouwenemancipatie, immigranten zijn moedige en intelligente wereldburgers, et cetera. De vijfhonderd bladzijden van De eeuw van mijn vaderbevatten geen enkel vernieuwend inzicht, geen enkele prikkelende these, geen enkele verrassende theorie. Mak voelt dat hij op de schouders van historici staat, vertelde hij aan Van Dis. Dat is zwakjes uitgedrukt. Hij schrijft die historici namelijk gewoon over. Dat is ook het verschil met die andere grijze krullenbol die via De Groene en NRC Handelsblad intellectueel aanzien verwierf. Paul Scheffer schrijft minder makkelijk; het aantal door hem aan de uitgever in het vooruitzicht gestelde,' maar niet verwezenlijkte projecten is omvangrijk. Maar als hij iets afmaakt. presenteert hij een originele visie die verder reikt dan een samenvatting van bestudeerde boeken. 

Waarom wordt De eeuw van mijn vader dan toch zo goed verkocht? Het ongekende succes zal zeker te maken hebben met de opgebloeide belangstelling voor de vaderlandse geschiedenis. De Nederlander staat bekend om zijn geringe belangstelling voor het verleden. Toen het Historisch Nieuwsblad volksvertegenwoordigers aan een geschiedenisquiz onderwierp, bleek het kennisniveau laag. De antwoorden waren soms ronduit onthutsend; het toenmalige PvdA-kamerlid Marjet van Zuijlen, die een geschiedenis studie op haar cv heeft Staan, verkeerde bijvoorbeeld in de veronderstelling dat Wlllem van Oranje bij Dokkum vermoord was. 

Maar er lijkt iets te veranderen. Uitgevers brengen het ene geschiedenisboek na het andere op de markt. De globalisering, de ontideologisering en de instroom van immigranten werpen ons terug op onszelf, meent Han van der Horst, auteur van Nederland. De vaderlandse geschiedenis van de prehistorie tot nu. Nederlanders vragen zich af wat typisch Nederlands is en wat de moeite van het behouden waard is. Mak profiteert van deze trend. Omdat hij als journalist gewend is rekening te houden met het lezerspubliek en zich concentreert op het kleine, alledaagse, weet hij bovendien meer te boeien dan de professionele historicus. 

Daar komt nog iets bij: de nostalgie. De progressieve geest Mak voelt zich vanzelfsprekend verplicht te benadrukken dat de modernisering een hoop moois heeft gebracht. Zoals het feminisme, hoewel de vrouwenstrijd hem dusdanig in verwarring bracht dat hij een mannenpraatgroep oprichtte. Maar tussen de regels van zijn werk door lees je een heftig verlangen naar de tijd toen geluk nog heel gewoon was. Toen vader, moeder en kinderen samen knus bij de olielamp warme chocolademelk dronken en elkaar verbalen vertelden in plaats van naar die vervelende televisie te koekeloeren. 

Hoe God verdween uit Jorwerd en De eeuw van mijn vaderrnaken duidelijk dat verandering niet per se verbetering betekent, en dat is een boodschap die aanspreekt. Net als heel het bescheiden moralisme van Mak. De naar houvast zoekende ongelovige wil niet meer op de kansel preken zoals zijn vader en niet meer continu het vingertje beffen zoals zijn vroegere kameraden van De Groene. Maar het moraliseren kan hij natuurlijk niet laten. Daarom draaft hij op in tal van televisieprogramma's en forumdiscussies om zijn licht te laten schijnen over de problemen van de grote stad en van bet platteland, de gekozen burgemeester, de Amerikaanse verkiezingen of welk vraagstuk dan ook. De journalist die graag wil observeren en registreren, vertelt dan toch maar weer, hoewel niet op apodictische toon, hoe het moet. 

'Je mag wel een moreel oordeel hebben, maar alleen met zachtheid,' vindt Geert Mak zelf. En zo ontwikkelde het verdoolde gereformeerde schaap zich tot een geestelijk leidsman waar Nederlanders gek op zijn: een innemende, aarzelende dominee der nostalgie. 

Dit artikel is eerder verschenen in CV•Koers, opinieblad voor de christen vandaag. Zie ook: www.cvkoers.nl en www.tjerkdereus.nl.  
©CV•Koers/Tjerk de Reus.