Louis Couperus (1863-1923) mag wel worden beschouwd als een van de grootste Nederlandse schrijvers. Zijn uitgebreide oeuvre is inmiddels klassiek geworden en geeft een uitstekend beeld van de wereld rond 1900. In 1883 begon hij zijn schrijversloopbaan. De tijd van de zogenaamde dominee-dichters was voorbij en vanuit Amsterdam begonnen de Tachtigers de regie te bepalen. Toch ging Couperus binnen dat geheel zijn eigen weg, hoewel diverse stijlen en stromingen bij hem ook hun sporen nalieten. Wie kent niet de smachtende Eline Vere? Wie heeft niet gehoord van "De stille kracht" of van "Van oude menschen, de dingen die voorbijgaan"? Ook in minder bekende titels schetst Couperus de stormachtige ontwikkelingen in het politieke, maatschappelijke en culturele leven van die dagen. De omvang van zijn werk is indrukwekkend. Op psychologische en mythologische manier schreef hij de ene roman na de andere, verhalen, sprookjes en gedichten. Terugkerende thema's in zijn werk zijn noodlot, tragisch voorgevoel en verval.