Toen Thea Beckman 80 jaar werd, afgelopen zomer, werd dat uitbundig gevierd in het Spoorwegmuseum in Utrecht. Tekenend voor haar populariteit was dat bijna 1000 fans kwamen opdagen. Van veel markten was ze thuis: eigentijdse romans, fantasieverhalen en toekomstromans. Maar ze staat vooral te boek als schrijfster van historische jeugdboeken.
Als Theodora Petie werd ze in Rotterdam geboren, op 23 juli 1923. Ze trouwde in 1945 met D. H. Beckmann -met dubbel n- en kreeg in de jaren daarna drie kinderen. In diezelfde periode begon ze met schrijven: verhalen in jeugdtijdschriften en journalistieke stukjes in kranten. In 1957 verscheen haar eerste kinderboek, "De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder", maar pas toen haar kinderen volwassen waren, kon ze meer tijd besteden aan het schrijven. Sinds 1970 is er bijna elk jaar een boek van haar verschenen.
Haar grote doorbraak kwam in 1973 met "Kruistocht in spijkerbroek", over een jongen die via een tijdmachine in de Middeleeuwen terechtkomt en daar aan de kinderkruistocht deelneemt. Voor dat boek kreeg Beckman behalve een Gouden Griffel ook de onderscheiding voor het beste Europese historische jeugdboek. Van het boek gingen inmiddels een half miljoen exemplaren over de toonbank: het beleefde vorig jaar zijn zeventigste druk.
"Kruistocht in spijkerbroek" was het begin van een stroom historische jeugdboeken, waaronder "Stad in de storm", "Geef me de ruimte", "Hasse Simonsdochter" en "Saartje Tadema". Hoewel Beckman zei geen boodschap te willen brengen, is in veel verhalen toch een duidelijke moraal aanwezig. Haar hoofdpersonen kiezen er altijd voor het heft in handen te nemen, ze vechten tegen ongelijkheid en uitbuiting en vooral: ze streven naar vrijheid. Dat laatste betekent dat kerk en godsdienst er niet altijd positief vanaf komen in Beckmans boeken. Hoewel ze haar best deed zich in te leven in de godsdienstige kant van het verleden, verzetten haar hoofdpersonen zich nogal eens tegen het gezag van dominees en pastoors.
Vooral meisjes gaf Beckman de boodschap mee voor zichzelf op te komen. Zelf begon ze nog op latere leeftijd met een studie sociale psychologie. In 1981 studeerde ze af met een scriptie over de invloed van boeken op jongeren.
Oogstte Beckman in de jaren zeventig lof bij zowel jonge als oudere lezers, in de jaren tachtig zagen critici en jury's die bestonden uit volwassenen haar steeds meer als een ouderwetse, wat langdradige verhalenvertelster die zich weinig gelegen liet liggen aan een mooie stijl. Bij haar jonge publiek bleef ze echter onverminderd populair, en dat vond ze zelf het belangrijkst. "Het is het leukst als je boeken door kinderen gekozen worden, want zij zijn immers mijn publiek."