De Tweede Wereldoorlog is nog steeds een veel voorkomend motief in het christelijke jeugdboek. Opnieuw is er weer een aan dit thema gewijd.
"Een man van staal" van M. Kanis, voor wiens boeken ik -'k beken het graag- een beredeneerd zwak heb. Vanwege de onderwerpen die hij kiest, maar vooral vanwege zijn jongensachtige manier van vertellen, waarmee hij zijn doelgroep in het hart raakt. Z'n stijl mag er ook wezen: vaak origineel, dikwijls heel beeldend en nergens quasi-literair. De "man van staal" is de Amsterdamse verzetsman Gerrit Jan van der Veen en het boek over hem vormt het tweede deel in Kanis' cyclus "Helden van het verzet". Het eerste deel ging over dominee Frits Slomp ofwel Frits de Zwerver.
Gerrit Jan is beeldhouwer, maar daar merk je in het boek niet zo veel van. Belangrijker is dat hij zó geëmotioneerd is door het laffe optreden van de Duitsers ten opzichte van de Joden, dat hij zich wel verzetten moet. Hij doet het moedig, slim én met groot organisatievermogen. Hij is verantwoordelijk voor een reeks sabotagedaden en overvallen, zoals -midden op de dag- op het bureau waar persoonsbewijzen liggen opgeslagen. Helaas, de overval op de zwaarst bewaakte van Nederland aan de Weteringschans mislukt jammerlijk, ondanks de degelijke voorbereidingen. Dat loopt voor Gerrit Jan desastreus af!
Dit keer laat Kanis ook vaak duidelijk de gevoelens van zijn held doorschemeren, waardoor hij echt menselijk overkomt. Bijvoorbeeld als Gerrit Jan, vermomd, zijn dochtertjes heeft gezien, die daarbij doodsbang voor hem waren: "Hij gaat erbij zitten en rolt een sigaret. Peinzend kijkt hij voor zich uit. Lieve meiden, die dochters van hem. Wat had hij graag het gebit uit z'n mond gerukt en de beide meisjes tegen zich aan gedrukt... Hij snakt ernaar thuis te zijn, gezellig bij zijn vrouw en kinderen. Hij heeft hen in máánden niet gezien".
N.a.v. "Een man van staal, Gerrit van der Veen", door M. Kanis; uitg. De Banier, Utrecht, 1998; 152 blz.; ISBN 90 336 2577 6