Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Op de vlucht voor het leven

Verbeelding is bij het schrijven belangrijker dan levenservaring. Dat is de enige verklaring die Els Florijn kan bedenken voor het feit dat zij op haar eenentwintigste een roman heeft geschreven die menige rijpere auteur niet zou misstaan. "Het komt misschien doordat ik veel gelezen heb. John Steinbeck, Chaim Potok, Roald Dahl - als je zulke boeken in je hoofd kunt meedragen..." 

Sinds een jaar staat ze voor de klas op een Rhenense basisschool. Voorlezen, gedichten behandelen, opstellen schrijven - aan Els Florijn ligt het niet als de kinderen van groep 6 geen belangstelling voor cultuur krijgen. "Ik wilde altijd het liefst Nederlands gaan studeren, maar het liep anders. En ik geniet nu heel erg van het lesgeven." Dat laatste past overigens helemaal in de traditie van haar familie: haar vader, dr. H. Florijn, is docent aan het Van Lodensteincollege in Hoevelaken en grootvader B. Florijn maakte in zijn tijd naam als pedagoog aan hogeschool de Driestar in Gouda. 

Bescheiden is ze, maar tegelijkertijd durft ze als schrijfster de grootste thema's aan. De zin van het leven, daarover gaat het ten diepste in haar boek "Laatste nacht", en daar heeft ze ook veel over gelezen en nagedacht. Een auteur met een nogal filosofische inslag dus, die haar schrijverschap kan relativeren en tegelijkertijd als een opdracht ervaart. 

Kerstpakket
"Al sinds mijn kindertijd heb ik verhalen geschreven", vertelt ze. "Dikke mappen vol, voor mezelf alleen. Maar toen ik een jaar of veertien was kwam Beppie de Rooy, destijds redacteur bij uitgeverij Den Hertog, bij ons thuis op bezoek met een kerstpakket voor mijn vader. Toen zei mijn moeder: "Mijn dochter schrijft ook verhalen." Daarover raakten we in gesprek, en het eindigde ermee dat ik wat zou opsturen naar Den Hertog. Uiteindelijk is er niets uitgekomen, ik was misschien te jong. 

Toen ik een jaar of zeventien was, werd mijn eerste verhaal gepubliceerd in de bundel "Op weg naar Bethlehem". Ik was helemaal niet van plan om daarna een boek te gaan schrijven. Pas toen ik de RD-verhalenwedstrijd gewonnen had, ruim een jaar geleden, ben ik er serieus over na gaan denken. Tussen mijn stapels papieren vond ik het idee terug waarop dit boek is gebaseerd, het idee van Steven die zijn vrouw Martha op haar sterfbed een verstrekkende belofte doet. Zo is het begonnen, al is het resultaat uiteindelijk heel anders geworden dan ik eerst dacht." 

Het verhaal gaat over een vader en een zoon die elkaar niet begrijpen, over een man en een vrouw die eigenlijk vreemden voor elkaar blijven. Hoe somber is het wereldbeeld dat daarachter zit? 
"Ik wil de realiteit beschrijven. Maar ik hoop niet dat het pessimistisch overkomt, het is niet mijn bedoeling geweest een negatief boek te schrijven. Ik heb Steven getekend als een man die niets van zijn leven gemaakt heeft. Hij is nog altijd afhankelijk van zijn moeder, hij kan niet loskomen van zijn overleden vrouw, hij heeft nooit de stap durven zetten in de richting van het geloof, zelfs niet in de richting van een nieuwe liefde. Hij vlucht overal voor. Daartegenover staat zijn zoon Alex, die in het leven eigenlijk de zwaarste klappen gehad heeft. Hij durft wél te springen, hij durft zich te laten vallen, hij durft Judith uit te nodigen - de vrouw voor wie zijn vader wegvlucht. Ik heb aan de ene kant geprobeerd de troosteloosheid van het leven zonder God te tekenen, maar aan de andere kant heb ik ook perspectief willen bieden." 

In de persoon van Judith?
"Bij Judith is dat het meest zichtbaar, zij praat het duidelijkst over het geloof. Over de uitverkiezing, over de genade - dat zijn toch basale punten. Maar de oplettende lezer kan het ook aan Alex zien, al moet je dan wat meer symbolisch lezen. Springen is vallen, dat zinnetje is heel belangrijk. Uiteindelijk gaat het dan om overgave, om geloof. Moeten kiezen en niet kunnen kiezen, die paradox zit er wel in." 

Onzekerheid
Het gaat dus om de zin van het leven.
"Ik heb wat over filosofie moeten lezen en ik wil niet beweren dat ik daar alles van snap, maar bij veel filosofen zie je toch dat ze geen dekkend antwoord hebben op hun eigen vragen. Stevens leven is troosteloos. Ik heb echt geprobeerd in dat opzicht de realiteit te beschrijven. Zelfs het laatste wat hij probeert goed te doen, een brief schrijven aan zijn zoon, mislukt doordat hij vergeet het adres op de envelop te schrijven. Dat doet denken aan een uitspraak van Martha Nussbaum: We worden als ongeadresseerde enveloppen in de brievenbus van het leven gedaan. 

Tegelijkertijd is dat niet alles. Het motto van dit boek, dat ik aan Pascal ontleend heb -"Wij verlangen de waarheid, maar vinden in onszelf slechts onzekerheid"-, daar hoort nog iets achter. Waarom vinden wij in onszelf onzekerheid? Omdat we de zekerheid niet buiten onszelf zoeken. In mijn boek heb ik willen zeggen dat alleen in God zekerheid te vinden is. Daarom is het uiteindelijk ook Stevens eigen verantwoordelijkheid wat hij met zijn leven doet." 

De karakters in dit verhaal zijn al even gecompliceerd als de verhoudingen. Hoeveel levenservaring heb je als schrijver nodig om dat zo te kunnen beschrijven?
"Ik denk dat verbeelding bij het schrijven belangrijker is dan levenservaring. Hoewel dat niet bij iedere schrijver zo werkt. "De tempel van Meerman" bijvoorbeeld, daar zou ik altijd mijn vader in herkennen, zelfs als zijn naam niet op de omslag stond. Maar in de personages uit mijn verhaal zit veel minder van mezelf. Ik construeer die karakters, en dan schrijft het verhaal bijna zichzelf. Ik hoorde een keer een schrijfster zeggen: Als ik 's nachts wakker word, weet ik soms niet of ik naast m'n man lig of naast een van mijn romanfiguren. Dat vind ik echt heel vreemd, bij mij blijven het toch papieren personages." 

Maar je put als schrijver toch altijd uit eigen ervaringen?
"Alleen heel in het algemeen. Maar ik beschrijf geen echte mensen en echte plaatsen. Mijn vriendin vroeg pas: Welk station had je eigenlijk in gedachten? Dan besef ik dat ik helemaal niet aan een bepaald station denk, ik heb het gewoon over een roltrap en een kiosk zonder het station van Utrecht of Rotterdam daarbij voor me te zien. 

Ook de karakters zijn allemaal verzonnen. Eerst had ik van Martha bijvoorbeeld een heel aardige vrouw gemaakt, maar dat werkte niet. Dan zou Steven ook geen goede reden hebben om te zijn zoals hij is. Dus toen zei mijn redacteur: "Maak er maar een kreng van!" Iemand als Martha heb ik zelf nooit ontmoet, maar in het boek "East of Eden" van John Steinbeck kwam ik een vrouw tegen die het leven van haar man en kinderen helemaal beheerst. Dat is dan een personage dat je met Martha zou kunnen vergelijken. Ik ben gericht op me inleven in allerlei personen: Wat is dat voor iemand? Waarom gedraagt hij zich zo? Dat geldt ook voor romanfiguren." 

Hard werken
Romans van andere schrijvers hebben dus veel invloed?
"Ik lees veel. Toen ik een jaar of twaalf was, ontdekte ik de boeken van Chaim Potok. Die vond ik echt geweldig: de stijl, de emoties, de manier van suggereren. Door Potok ben ik met andere ogen naar verhalen gaan kijken. "Wederkomst" van Louis Krüger, dat vind ik ook een prachtig boek. En "De koets" van Herman de Man! En het werk van Heinrich Böll, en John Steinbeck, en Roald Dahl. Als je toch ooit nog eens zo'n boek zou kunnen schrijven... Maar dan wel met een christelijke ondertoon." 

Ervaar je dat als een missie?
"Dat is wel een zwaar woord. Maar ik wil wel graag iets uitdragen, die noodzaak voel ik ook. Het liefste wil ik iets schrijven dat aantrekkelijk is voor de gemiddelde christelijke lezer, maar dat ook de wat kritischer lezer aan het denken zet. Al ben ik niet zo arrogant om te denken dat mijn boek buiten christelijke kringen breed gelezen zal worden. Daarvoor is dit ook nog een veel te zwakke poging." 

En het volgende boek?
"Daar kan ik nog niet veel over vertellen. Maar ik heb nog zo veel woorden in mijn hoofd... Hoe moeizaam het schrijven soms ook gaat, die woorden moeten er uit. Misschien kun je dat inspiratie noemen, maar dat vind ik dan een heel mooi woord voor een proces dat vooral uit heel hard werken bestaat."