Er zijn boeken die elke Hollandse jongen moet hebben gelezen. "Willem Wijcherts" van W. G. van de Hulst en de drie delen over Hotse Hiddes van Sibe van Aangium horen daar zeker bij. Callenbach gaf deze klassiekers over de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog opnieuw uit in een fris jasje.
Willem Wijcherts en Hotse Hiddes zijn elkaar vast wel eens tegengekomen. In exact dezelfde tijd -rond 1570, de Tachtigjarige Oorlog is net uitgebroken- verkeren beiden in het gezelschap van geuzenaanvoerders Lumey van der Marck, luitenant Roobol en Willem Blois van Treslong.
Een paar jaar daarvoor was Hotse Hiddes uit het Friese Anjum nog een woeste vrijbuiter die tekeerging tegen alles wat Spaans en rooms was. Zijn geliefde Wietske, een "ketterse", was door verraad op de brandstapel terechtgekomen. Zelf stond Hotse onverschillig tegenover welk geloof dan ook. Vervuld van haat nam hij gruwelijk wraak, ook op onschuldigen. Totdat hij ernstig gewond raakte en tot inkeer kwam. Vanaf dat moment zette hij zich in voor de goede zaak en hielp hij mee de Nederlanden te bevrijden van de Spaanse overheersing.
In het laatste deel van de trilogie is Hotse kapitein van het geuzenschip De Prinsenhof. Ook op het vasteland van Friesland beleeft hij avonturen. De roof van de kloosterschat van Aninghem loopt bijna verkeerd af. Aan het eind van het verhaal wordt een gewonde Hotse liefdevol verpleegd door Anne Germs. Na de val van Den Briel vertrekken ze samen naar Emden om een nieuw bestaan op te bouwen.
Schele Ebben
Willem Wijcherts, een jongen uit Alkmaar, komt met de geuzen in aanraking als hij voor de Spanjaarden op de vlucht moet. Ze zoeken hem omdat de beruchte ketterjager "schele" Ebben hem herkende toen hij met zijn vriend Maarten probeerde de deelnemers aan een geheime protestantse bijeenkomst te waarschuwen. Met de geuzen trekt Willem door heel het land. Tijdens de slag bij Heiligerlee vervult hij een heldenrol. Ten slotte wordt hij onder Blois van Treslong watergeus. In die hoedanigheid komt Willem weer in Alkmaar terecht, waar hij zijn vader uit de gevangentoren redt en alles goed komt.
Beide boeken dragen een duidelijk protestants-christelijk stempel. De Spanjolen en de papen zijn de tegenstanders van de vervolgde en verdrukte ketters. Maar helemaal zwart-wit is de tekening gelukkig niet. Er zijn ook goede katholieken en Spanjaarden. En slechte geuzen. Een belangrijke boodschap bij Van Aangium en bij Van de Hulst is dat menselijke wraak -letterlijk- uit den boze is. Bijbelwoorden als: "Mij komt de wraak toe" en "Heb uw vijanden lief" onderstrepen dit meer dan eens.
De tekst van beide boeken is gemoderniseerd, maar dat doet geen afbreuk aan het oorspronkelijk karakter van de verhalen. Bij Van de Hulst zijn de hem kenmerkende cursiveringen en het veelvuldige gebruik van accenten deels gehandhaafd. De spelling van "Here" in "Willem Wijcherts" in plaats van "Heere" (zoals in de boeken van Hotse Hiddes"), is alleen al om historische redenen niet op haar plaats. Net zo min overigens als de door Willem Wijcherts geciteerde psalmversregel uit de berijming van 1773... (blz. 142).
Verzorgd
De boeken zien er zeer verzorgd uit. "Willem Wijcherts" heeft een mooie nieuwe omslag gekregen (een fraaie tekening van Rino Visser) en binnenin zijn -gelukkig- de oude illustraties van Isings niet gesneuveld. Het derde deel over Hotse Hiddes mist (in tegenstelling tot de eerdere delen) illustraties. Blijkbaar vond ook de uitgever de tekeningen van Dirk van der Maat onder de maat. Van der Maat leverde wel de (redelijk acceptabele) tekening voor de omslag.
Callenbach verdient een pluim voor de heruitgave van deze klassieke jeugdboeken. De meestervertellers van vroeger blijven op deze manier telkens nieuwe generaties jongeren (en ouderen!) boeien.
N.a.v. "Willem Wijcherts", door W. G. van de Hulst; uitg. Callenbach, Kampen, 2003; ISBN 90 266 4326 8; 160 blz.
"De watergeus", door Sibe van Aangium; uitg. Callenbach, Kampen, 2003; ISBN 90 266 1188 9;144 blz.