Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Jeannette Wilbrink-Donkersteeg

Janne IJmker wil hoopvol schrijven

Als ze de prijs voor het beste christelijke kinderboek 2002 niet gewonnen had, zou Janne IJmker "hevig teleurgesteld" zijn geweest. Toch had de auteur van "Mijn vriend Samuel" haar debuut liever in een bredere kring zien verschijnen. De twee niet-christelijk uitgevers aan wie ze haar manuscript toestuurde, zagen echter van publicatie af. Naar de reden moet de Drentse schrijfster raden. 

Janne IJmker (Tiendeveen, 1962) is getrouwd met Pieter van den Berg en heeft vier kinderen in de leeftijd van 11 tot 18 jaar. Tot voor kort stond ze voor de klas, waar vertellen haar favoriete bezigheid was. Dat dankt ze mede aan een leraar op de PA. "Hij vertelde veel over jeugdliteratuur en las vaak verschillende teksten, die wij met elkaar moesten vergelijken. Hij had een gruwelijke hekel aan bijvoeglijke naamwoorden zoals "vals" en "gemeen". Van hem heb ik veel meegekregen als het om stijl gaat. 

Hij raadde ons goede kinderboeken aan. Meestal waren dat geen christelijke. Op een keer zei hij: "Waar blijven die christelijke schrijvers nou eigenlijk?" Dat is me bijgebleven. Inmiddels lees je dat het niveau van christelijke auteurs behoorlijk opgevijzeld is. Ik geloof dat dat zo is. Maar de wens om zelf iets goeds te schrijven, is gebleven." 

Een jaar geleden kwam het er van. IJmker verhuisde met haar gezin terug naar Drenthe en gaf haar baan in Apeldoorn op. Er bleef tijd over voor het schrijven van een boek. Het thema ontleende ze aan een verhaal van haar moeder, die tijdens de Tweede Wereldoorlog tegenover een werkkamp voor Joden woonde. Hoofdpersoon Riekie woont ook bij zo'n kamp. Haar moeder zet wekelijks een pannetje eten achter de heg. Riekie sluit vriendschap met de Jood die het pannetje elke vrijdag komt leegeten. Hoewel hij altijd op moet schieten, wordt het geen vluchtig contact. Samuel deelt zijn hoop en zijn zorg met Riekie. Riekie op haar beurt vertelt hem van haar verdriet als moeder haar van school thuishoudt om te werken. Er ontstaat een hechte band, die ruw verbroken wordt als Samuel naar Westerbork gaat. 

Een verhaal over een meisje in de oorlog dus. Een meisje dat zwarte kousen en klompen draagt en zich wast bij de pomp. Het onderwerp komt niet direct origineel over. IJmker bewijst echter dat een thema er ten diepste niet toe doet. Het gaat er om hoe het beschreven wordt. Daar blijkt de jury van Het Hoogste Woord gelukkig oog voor te hebben. 

Ikvorm
Voordat ze begon te schrijven, deed IJmker onderzoek. "L. de Jong beschrij ft het ontstaan van de werkkampen, zoals Samuel daarover aan Riekie vertelt. Er wóónden Joodse mannen en voor hen wérd eten neergezet. Dat de kampbewoners in de nacht van 1 op 2 oktober naar Westerbork werden gebracht, klopt eveneens. Er zit ook iets van mijn moeder in het boek. Die had net als Riekie een moeilijke moeder en een lieve vader. De personages komen uit mijn hoofd. Ik heb me tijdens het schrijven afgevraagd of ik ook een verhaal zou kunnen schrijven zonder historische kapstok. Dat is inmiddels gelukt. Het verschijnt als vervolgverhaal in het jongerenblad Zeggus." 

Bevat "Mijn vriend Samuel?" behalve historische ook autobiografische elementen?
"Wel als het gaat om hoe ik over dingen denk. Bijvoorbeeld op het moment dat de meester de klas toespreekt nadat het NSB-jongetje Wicher in elkaar is geslagen. Als je erbij staat en toekijkt, ben je medeschuldig, zegt de meester. Dat zou ik gezegd kunnen hebben." 

Vanwaar de ikvorm in dit boek?
"Dat vind ik zelf heel leuk. Toen de uitgever, Aukelien Wierenga, ervan hoorde, zei ze: "Oei! Dat wordt moeilijk." Daardoor voelde ik me nog meer uitgedaagd. Ik vind het ook prettig schrijven. Laatst heb ik een bijdrage aan een kerstbundel geleverd. Telkens was ik geneigd om in de ikvorm verder te gaan." 

Heeft dat met inlevingsvermogen te maken?
"Ik denk het wel. Ik ben in gedachten erg met mijn verhaal bezig. Riekie gaat zó van Samuel houden dat ik er zelf ook niet aan wilde dat hij naar Westerbork moest. Het kwam zelfs zo ver dat ik serieus nadacht over een oplossing om dat te voorkomen. Van een werkkamp in Staphorst is bekend dat er twaalf mannen zijn weggelopen voordat ze naar Westerbork werden gebracht. Waarschijnlijk waren dat vrijgezellen, want alle anderen klampten zich vast aan de belofte dat ze in Westerbork met hun gezin zouden worden herenigd. Ik dacht: Zal ik het hele verhaal ombouwen en ervoor zorgen dat Samuel toch geen vrouw heeft, zodat hij weg kan lopen? Maar dat zou niet reëel zijn geweest. De meeste Joden zíjn in Westerbork beland en uiteindelijk omgekomen. Die omslag vond ik vreselijk. Ik heb er wel drie dagen over gedaan om dat te beschrijven. 

Wat ik ook moeilijk vond, was mijn neiging om te veel historie in een verhaal te stoppen te bedwingen. Samuel vertelt in een sombere bui van de geruchten die hij hoort. Op de Poolse radio zou gesproken worden van 700.000 vermoorde Joden. Daar valt veel meer over te zeggen, maar dat heb ik niet gedaan. Ik herinner me dat ik van Thea Beckman "Geef me de ruimte!" las. Dat vond ik zo goed dat ik de twee volgende delen ook kocht. Deel twee viel me echter zo tegen dat ik het niet eens heb uitgelezen. Ze heeft daar veel te veel historische feiten in willen stoppen." 

Je zit natuurlijk met een heleboel interessante gegevens in je achterhoofd. Hoe weet je wanneer je daar te veel van gebruikt?
"Ik heb goede meelezers. 's Avonds las ik bij de koffie vaak een hoofdstuk voor aan mijn man en kinderen. Op een keer ging het over de economische situatie. Die was in de tijd van Riekie zo schrijnend! Ik heb daardoor een beetje begrip gekregen voor NSB'ers. Zij stonden soms alleen maar achter Mussert omdat ze hoopten het financieel wat minder slecht te krijgen. Toen ik dat in het boek allemaal wilde uitleggen, zeiden de kinderen: Dit kan echt niet." 

Uitzicht
Met een minimum aan woorden wist IJmker ook de Joodse traditie raak te typeren. Ze was daar al door geboeid voordat ze haar debuut schreef. "Ik denk dat wij als christenen veel van Joden kunnen leren. Hoe zij met tegenslag omgaan bijvoorbeeld. Op een gegeven moment vinden ze het alleen nog maar belangrijk dat één van hen overleeft, waardoor de geschiedenis van hun volk zal verdergaan. Dat heeft iets. 

De traditionele omgeving waarin ik ben opgegroeid, maakte op mij een minder hoopvolle indruk. Wij hebben nogal eens de neiging ons overal maar bij neer te leggen. En we vergeten dat de Bijbel zelf het Boek van de hoop is, dankzij Jezus Christus." 

Kom je hier ook niet bij het thema van je boek?
"Dat klopt. Bloemen spelen daarbij een belangrijke rol. Riekies bloemen zijn verwelkt, ze gooit ze in de kachel. De buurman brandt zijn land af en daarmee ook de bloemen. Hierbij moest ik denken aan de brandende ovens in concentratiekampen, al zal kinderen dat ontgaan. Later vindt Riekie toch weer een bloeiende parnassia. 

Ik hoop dat dit boek kinderen laat zien dat andere mensen je soms helpen weer uitzicht te krijgen in bepaalde situaties. Dat ze niet bij de pakken neer gaan zitten als ze het moeilijk hebben, omdat Jezus hoop geeft voor deze wereld. Ik vond het het moeilijkst om dat te verwoorden." 

In je boek wordt er over die hoop verschillend gedacht. Je laat Riekie vertellen: "Mijn gedachten gingen terug naar mevrouw van de dominee. Zoals ze over God en Jezus sprak, leek ze op de meester. Ze sprak over rechtvaardig maar lang van geduld, over liefde en vergeving. Hoe kon het toch dat mensen op zo'n verschillende manier over hetzelfde praatten?"
"In mijn jeugd hoorde ik een dominee heel vaak zeggen dat de bezoldiging van de zonde de dood is. Pas later ontdekte ik dat daarbij staat: "maar de genadegift van God is het leven." Toen dacht ik: Hoe kon hij dat nou altijd weglaten?" 

En daarom wilde jij schrijven over de tweede helft van die zin?
"Ha, dan zou het dus nog niet evenwichtig zijn. Ik ontken niet dat de bezoldiging van de zonde de dood is. Maar het is een halve boodschap en ik laat die twee helften graag bij elkaar staan. Het liefst wil ik dat iedereen dat leest, maar niet-christelijk uitgeverijen publiceren blijkbaar geen christelijk boek." 

Gevoelig
De jury van Het Hoogste Woord heeft "Mijn vriend Samuel" aangewezen als het beste christelijke jeugdboek dat vorig jaar verscheen. In het juryrapport staat terecht: "Ooit karakteriseerde een recensente de Tillerman-cyclus van Cynthia Voigt als "gevoelig en niet sentimenteel." Deze kwalificatie past naadloos bij dit boek van IJmker." 

Hoe doe je dat, ontroerend, maar niet sentimenteel schrijven?
"Dat gaat bij mij vanzelf. Ik lees veel. Dan zie je wat je wel of niet aanspreekt. Ik ben een Tillerman-fan en ik ben dan ook blij met deze woorden. Ik zou hevig teleurgesteld zijn geweest als ik de prijs niet had gewonnen."