Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Jeannette Wilbrink-Donkersteeg

Bekroonde boeken

Kruistocht in spijkerbroek
Gouden Griffel 1974 en Europese prijs voor het beste historische jeugdboek 1976 

Dolf en de tijdmachine -de "materie transmitter"- werden een begrip. Opeens wist de Nederlandse jeugd wat kruistochten waren en rond welke periode ze plaatshadden. Dit alles dankzij "Kruistocht in spijkerbroek". 

Een zestienjarige Amstelvener wordt door enkele geleerde uitvinders naar de Middeleeuwen geflitst. Om vijf uur diezelfde middag zal hij terug zijn in de twintigste eeuw. Dat loopt anders. Zo doolt Dolf rond in 1212. 

Hij maakt er het beste van, sluit vriendschap met de student Leonardo en reist mee met de stoet kinderen die juist langs trekt. Het blijkt een kruistocht van Keulen naar Jeruzalem te zijn. Zijn twintigste-eeuwse achtergrond komt Dolf goed van pas. Als enige beschikt hij over de kennis en capaciteiten om de kinderen over de Alpen te leiden. 

Spanning is gegarandeerd, want twee brandende vragen houden de lezer tot het einde toe bezig: komen de kinderen goed terecht én komt Dolf ooit terug in zijn eigen eeuw? 

Beckman reisde naar Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Italië om de locaties goed te kunnen schetsen. Het schrijven van dit boek kostte haar vervolgens een halfjaar. De jury voor de Gouden Griffel vond destijds het slot te abrupt, maar oordeelde dat het boek een "originele en uitstekende kijk op de tijd van de kinderkruistochten" gaf, waardoor het geschikt was "voor een brede lezersgroep." 

Zwerftocht met Korilu
Zilveren Griffel 1971 

Reizen is een kunst die niet iedereen verstaat. Daarom zijn er Korilu's, die mensen hierbij helpen... Als Jasper zich op een bankje in het Vondelpark zit te vervelen, wordt hij opeens door zo'n minuscuul reiswezentje aangesproken. Samen gaan ze op reis. Ze lijden schipbreuk, trekken met een karavaan door de Sahara, ontmoeten een Verschrikkelijke Sn eeuwman en varen in een kano door het oerwoud. 

Eens komt Jasper dankzij z'n avonturen in een ver buitenland op tv. De verslaggever biedt aan de terugreis naar Amsterdam te betalen. Maar: Jasper wil nog helemaal niet terug. En: al helemaal niet per vliegtuig! Lopend zie je het meest. Woedend draaien de kijkers de knop om. Jasper wordt de studio uitgewerkt. Stel je voor: een voetganger! 

Als hij van een boer voor wie hij heeft gewerkt, geld kan krijgen, vraagt hij om diens paard. Wat heeft hij aan geld? Van het goud dat hij vindt als hij goudzoekers in de wildernis helpt, hoeft hij geen korreltje te hebben. En als het hem op een zwak moment toch wel aantrekkelijk lijkt, herinnert de Korilu hem aan zijn afspraak. 

Dit originele boek over wat reizen écht betekent, verscheen aanvankelijk onder de titel "Met Korilu de Griemel rond". 

Stad in de storm
Zilveren Griffel 1980 

In de heksenwaag te Oudewater staat in de zeventiende eeuw menige vrouw op de weegschaal. Wordt zij te licht bevonden, dan is ze een heks; weegt ze genoeg, dan krijgt ze haar vrijheid terug. Dat laatste overkomt ook de Beierse vrouw Elisabeth en haar dochtertje Lina. 

Als het tweetal de Waag verlaat, ontfermt de jonge Hans Ortelius zich over hen. Hij neemt hen mee naar zijn vaders huis in Utrecht, waar ze een gastvrij onderkomen vinden. Hans wordt verliefd op Lina. Ondertussen houden de Fransen de stad bezet en als zij eindelijk vertrekken, krijgt Utrecht een nieuwe klap. De storm barst los. Climax daarbij is het instorten van de domkerk. Hans en Lina zijn onder de verbijsterde ooggetuigen. 

Ook nu heeft de schrijfster zich bijzonder goed gedocumenteerd. Diversen gebeurtenissen uit dit boeiende boek zijn in de annalen van Utrecht terug te vinden, diverse plekjes nog steeds in de stad zelf. 

Een bos vol spoken
Prijs van de Nederlandse Kinderjury 1991 

"Wie zei dat?" Juultje staat voor haar slaapkamerraam als ze een stem hoort vragen: "Ga je mee?" Ze buigt zich verbaasd uit het venster en ziet op het balkon een mannetje zitten. Dat is Troekel, die komt vragen of ze hem wil helpen zijn gestolen kat terug te vinden. Het beestje is in handen van de vierarmige prins in het bos en alleen iemand die dom en goedhartig is, kan helpen de poes te bevrijden. 

Gewapend met een soeplepel die ze gauw van de keukentafel graait, gaat Juultje mee het donker in. Zij en Troekel worden aangevallen door het spook Sintel, maar als de gloed van het spook op de lepel weerkaatst, verdwijnt hij, want Sintel kan alleen in de duisternis werken. 

Juultje blijkt niet alleen dom, maar ook dapper te zijn. Ze redt de poes en de betovering wordt verbroken. Troekel, de heks, de prins en de hele spookachtige sprookjeswereld verdwijnen. Maar Senta woont voortaan bij Juultje. En moeder is voorgoed haar soeplepel kwijt.
Een fantasierijk verhaal waarin de eigenaardigheden van de grotemensenwereld en de sprookjeswereld tegenover elkaar staan. De doelgroep zal de dubbele bodem wellicht niet zien. En Juultje heeft wel erg volwassen ideeën. Maar voor de kinderjury was dat kennelijk geen belemmering om dit boek te bekronen. Overigens is deze 'Beckman' anders dan de andere; dunner en bestemd voor een jongere doelgroep. 

Het geheim van Rotterdam
Prijs van de Nederlandse Kinderjury 1991 

Wist Beckman met "Kruistocht in spijkerbroek" een zeer onwaarschijnlijk gegeven -het wegflitsen met een tijdmachine- heel overtuigend te brengen, in "Het geheim van Rotterdam" is ze daar mijns inziens niet in geslaagd. 

De vondeling Caspar gaat in de leer bij chirurgijn Melchior, die -hoe bestaat het- ook nog eens samenwerkt met ene Balthasar. Kortom: de Drie Wijzen zijn compleet. Meester Melchior denkt dat dit geen toeval is. Caspar moet hem helpen met het brouwen van een geheimzinnig mengsel dat van onedele metalen goud zal maken. 

Een flink aantal jaren van Caspars jonge leven wordt verknoeid met het zoeken naar de Steen der Wijzen, die hiervoor nodig is, en met het doen van proeven in de geheimzinnige kelder van de chirurgijn. Het risico dat stadgenoten hem van hekserij zullen betichten, met alle levensgevaarlijke gevolgen van dien, hangt dreigend boven zijn hoofd. 

Decor is het vijftiende-eeuwse Rotterdam, dat door Jonker Frans wordt bezet en waar de strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen woedt. Hoewel de auteur -die overigens in Rotterdam geboren is- haar best lijkt te doen de lezer een lesje geschiedenis te geven, komt het hoe en waarom van deze twisten niet duidelijk uit de verf. En hoe bijgelovig de doorsnee Middeleeuwer ook geweest mag zijn, dat de pientere, nuchtere Caspar gelooft in de wonderlijke gedachtespinsels van de chirurgijn is niet bepaald aannemelijk. Als er uit een stuk barnsteen een piepkleine gestalte tevoorschijn komt, die de geest van Melchior moet voorstellen, verliest dit -overigens wat langdradig vertelde- verhaal zijn laatste restje geloofwaardigheid. 

Saartje Tadema en het christelijk geloof
Voorbeeld van een veelvoorkomend thema in Beckmans boeken 

"Saartje zei niets, ze at en probeerde te verstaan wat Willemijn stond voor te lezen. Daarbij was voortdurend sprake van de toorn des Heren, van vernietiging en vervolging van vijanden, van wraak en verbolgenheid. Het klonk allemaal duister, geheimzinnig en gruwelijk."
Het christelijk geloof en de christenen komen er niet zo heel goed af in "Saartje Tadema", Beckmans roman over een weesmeisje aan het begin van de achttiende eeuw. De leergierige, vroegwijze Saartje komt niet levensecht over, maar het verhaal is met vaart geschreven en bevat veel historische informatie, sfeer en spanning. 

Saartje woont in het Burgerweeshuis te Amsterdam. Daar wordt ze goed verzorgd. Ze mag er echter niet zelf denken, ze krijgt er niet genoeg te lezen en ze leert er ook veel te weinig. "Haar godsdienstplichten vervulde ze", aldus de auteur, "maar zonder geestdrift, want de God der Wrake sprak haar niet aan." 

In dit boek stelt Beckman, niet ten onrechte, diverse misstanden aan de kaak rond het leven van weeskinderen anno 1715. De autoriteiten die voor die misstanden verantwoordelijk waren, hoorden over het algemeen bij de kerk. De schrijfster lijkt daarom geneigd misstanden en kerk onder dezelfde noemer te schuiven. Blijkbaar bieden oude archieven daar ook aanleiding toe. Een voorbeeld uit "Saartje Tadema": "'s Avonds gingen ze inderdaad naar de schouwburg; ook een nieuwe ervaring voor Saartje. Ze had het eigenlijk nooit goed begrepen. Ze wist dat de regenten van het Burgerweeshuis de Amsterdamse schouwburg exploiteerden en dat de winst van het gebouw het weeshuis ten goede kwam. Toch had ze in datzelfde weeshuis geleerd dat het een zondige plaats was, waar een "net christelijk meisje" geen voet hoorde te zetten." 

Dergelijke historische feiten dienen in een historische roman uiteraard genoemd te worden. Daarbij moet gezegd worden dat Thea Beckman ook vaak haar best doet om zich in te leven in personages die godsdienstig zijn. Zoals ze in een interview met deze krant verwoordde: "Wel verdiep ik me () in het geloof van mensen. Daar moet ik wat van afweten om te begrijpen hoe ze reageren. Dat hoort gewoon bij de voorbereiding. Maar () het gewone volk was niet zo verschrikkelijk vroom, hoor. De godsdienst hoorde nu eenmaal bij het dagelijks leven." Hier zit dan mijns inziens gelijk een zwakke plek in de redenering van de auteur. Dat er ook mensen waren voor wie het geloof meer dan gewoonte was, laat ze gemakshalve buiten beschouwing. Daardoor ontkomt ze niet aan een zekere eenzijdigheid. Wat "Saartje Tadema" betreft betekent dat: de Heideberger Catechismus is "stomvervelend'; preken zijn lang en saai, dominees zijn hypocriet. 

De solidariteit van de lezer gaat doorgaans niet uit naar die personages van Beckman die nauw bij de kerk betrokken zijn. Als christen kun je dit als een minpunt ervaren. Het 'happy end' van "Saartje Tadema" bestaat uit het feit dat het hoofdpersoontje zich uiteindelijk een voor die tijd grote vrijheid weet te verwerven. Voor wie gelooft dat de Bijbel oneindig veel meer te zeggen heeft dan iets wat "duister, geheimzinnig en gruwelijk" klinkt, was het verhaal pas echt goed afgelopen als Saartje ook dat had mogen ontdekken.