Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Enny de Bruijn

Hugo Claus houdt ernst op afstand

Het nieuwste boek van Hugo Claus, "De geruchten", geeft gestalte aan het leven in een Vlaams dorp, Alegem. Hoofdstuk na hoofdstuk wordt de lezer geconfronteerd met gedachten, gevoelens en geruchten vanuit steeds wisselend perspectief. Het kwaad waart rond in Alegem en niemand doet er iets aan. Tegen de achtergrond van recente gebeurtenissen in België krijgt de roman een schrijnende lading. 

,,De onafhankelijkheid van de onderzoeksrechter. Ha ha. Laat me niet lachen. En de orders van de orders, van hogerhand!" In het Alegemse café, dat niet voor niets De Doofpot heet, bespreken ,,wij" (de stamgasten) de onrustbarende gebeurtenissen die in het dorp plaatshebben. Actie ondernemen is moeilijker: ,,ge kent ons, wij dronken het laatste en het allerlaatste glas en besloten toen onze ergernis op een gepaster moment bot te vieren". 

In de jaren zestig keert René Catrijsse, deserteur uit de koloniale oorlog in de Belgische Kongo, terug naar zijn ouderlijk huis. Van wat hij in den vreemde heeft uitgevoerd, worden in de loop van het boek staaltjes verteld. Het groepje ex-soldaten waarbij René zich heeft aangesloten, laat een spoor van geweld en vernieling achter. Claus geeft dat op huiveringwekkende wijze weer: zonder enige emotie worden mensen gemarteld, verminkt en neergeschoten. Als een van de deserteurs door een olifant wordt vertrapt, vinden zijn kameraden dat een goeie mop. Dat tekent de onderlinge band. 

Erfzonde
In Alegem houdt René zich aanvankelijk schuil, maar al spoedig gaat het gerucht van zijn terugkeer door het dorp. En dat niet alleen. Mensen krijgen last van vreemde verschijnselen: hoge koorts, blauwe vlekken, zweet dat als water van het lichaam druipt, blauw slijm dat wordt opgegeven. De een na de ander sterft. Meer en meer bekruipt de inwoners (en de lezer) het vermoeden dat de geheimzinnige ziekte te maken heeft met de terugkeer van René Catrijsse. Zijn moeder Alma signaleerde immers al aan het begin van het verhaal een blauwe, goudomrande plek op de hals van haar zoon. 

Het is de schrijver toevertrouwd om de spanningsboog overeind te houden tot het eind van het boek. Stukje voor stukje wordt de lezer aangereikt en langzamerhand krijgt het beeld scherpere contouren. Pas in de loop van het verhaal blijkt dat René helemaal niet de zoon is van Dolf Catrijsse. Zijn moeder Alma onderhield tijdens de oorlog in Duitsland nauwe banden met een Vlaamse Obergruppenführer, die de eigenlijke vader van haar eerste kind is. 

Daarmee krijgt de hele geschiedenis een diepere lading. Wordt hier de zonde van de ouders bezocht aan de kinderen? De mens is slecht van nature, daarvan raakt de lezer overtuigd. Zelfs het woord erfzonde valt: ,,We hebben allemaal miserie met de erfzonde, de eerste vervloeking, maar waarom ik méér (denkt René) dan een ander. Zoiets moet hij denken". 

Lijdensgeschiedenis
De auteur legt overigens dikwijls verband met bijbelse gegevens. De ziekte in Alegem wordt vergeleken met de plagen van Egypte. Het motief van de verloren zoon speelt een belangrijke rol in het boek, maar de strekking van het bijbelse verhaal wordt zelfs door de pastoor op de kansel volkomen omgekeerd. René komt niet thuis om vergeving te vinden, maar om dood en verderf te verspreiden. 

Nog schokkender zijn de toespelingen op de lijdensgeschiedenis. René's simpele broer, Noël, zou de zwaarte van diens leven willen verlichten: ,,Ik zou René zijn plaats kunnen innemen", zegt hij. Dat verklaart, waarom hij op een gegeven moment met een schroevendraaier zijn beide handen doorsteekt. Als hij voor zijn broer knielt om diens schoenveters vast te maken, vraagt vader Dolf: ,,Waarom wast hij René's voeten niet zoals Maria Magdalena?" Het is ook Noël die ontdekt dat de rug van zijn broer doorploegd is van wonden. 

René sterft niet aan de ziekte die hij verspreidt. Aan het eind van het verhaal wordt hij vermoord door de kapitein, voormalig leider van de deserteurs in de Kongo, die handelt alsof hij een offer brengt: ,,René wacht op iets dat nadert in het suizen van een zachte koelte en dan gelooft hij zijn ogen niet, hij ziet hoe de Kap met het jachtmes met de gekartelde snede een kruisje maakt in de lucht (...) 'Dieu le veut', zegt de Kap". 

Zingeving
"De geruchten" is een boek waarvan de lezer niet vrolijk wordt. Geweld, seks, walging en dood passeren de revue, maar zelfs de gruwelijkste gebeurtenissen kunnen de mens niet meer raken. Hugo Claus houdt de ernst op een afstand door zijn dikwijls ironische stijl: ,,de Eerwaarde Heer Lamantijn plaatste een voet achteruit en slipte over de door onze Diana fel gladgeboende laat-achttiende-eeuwse trede en kwam doodongelukkig terecht op een arduinen grafzerk en niet meer overeind". Dat was de dood van de pastoor. 

De roman is opgebouwd uit fragmenten: een hoofdstukje Alma, een hoofdstukje René, een hoofdstukje ,,wij", enzovoort. Uit de scherven stelt de lezer het beeld samen, maar volledig wordt het niet: ,,wij (...) opteren nooit voor één enkele afdoende verklaring. Alles hangt aan alles vast, alleen weten wij niet goed hoe". Met die uitspraak is de roman getypeerd. Niemand weet de oorzaak van alle vernietiging, het blijft uiteindelijk zelfs onduidelijk of de ziekte wel van René afkomstig is. 

Slechts de pastoor doet een poging tot zingeving: ,,Gelooft, vrienden, en wat nu een banale verzameling geruchten, vermoedens, imponderabilia is gebleven zal verlicht worden en zijn ware diepere betekenis onthullen". Maar Hugo Claus gelooft het niet. Hij laat de lezer leeg achter. 

N.a.v. "De geruchten", door Hugo Claus; uitg. De Bezige Bij, Amsterdam, 1996; 224 blz.