Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: A. J. Maasland

Geerds' epiek blijft proza

"Gods element" is de titel van Koos Geerds' jongste dichtbundel. Na een aflevering "Insekten" wist weer een aantal van deze diertjes zijn pen in beweging te zetten. Het opvallendst in Geerds' nieuwste product zijn de epische gedichten, die soms meer dan zes pagina's beslaan. 

Geerds heeft de gedichten gesorteerd in vijf afdelingen: Odysseus, Gods element, Insekten, Totius en Apollo. Afdeling Odysseus opent met het gedicht "Buizerd". Het beschrijft de vlucht van het roofdier, op zoek naar voedsel: ,,(...)In tempo laat hij landschap langs zich glijden/ (...)Gratie - de toppen van zijn anderhalve meter/ vleugelwijdte schampen geen moment de binnenmaten/ van het onberekenbare en precieuze trappenhuis./ Een hoogst geamuseerde, serieuze predikheer:/ dit is zijn ommegang, zijn bedevaart, brevier,/ de dagelijkse zegening van zijn domein". Deze zinnen bezitten beeldende kracht. 

De schoonheid of de symbolische kracht van het volgende gedicht, "Odysseus", ontgaat me echter volkomen. Het bevat zinnen als: ,,In al mijn dromen ren ik volhardend/ langs potdichte wanden, bespat met hersens en drek./ Van het eerste hanengekraai ga ik over mijn nek. Mijn hond/ stierf bij mijn aanblik(...)". 

Geerds' element
Het gedicht "Gods element" uit de gelijknamige afdeling weet me te raken, maar niet door zijn literaire waarde. Wat het genoemde element is? ,,God leeft zich uit in water, overal". Hoe dat volgens Geerds gebeurt, kan beter ongeciteerd blijven. Het gedicht eindigt: ,,Diep in zijn hart is God een ouwe zeepiraat". Deze regel heeft in de christelijke pers al tot diepgaande discussies geleid. Mijn mening? De dichter zal het niet spottend bedoeld hebben, maar hij overtreedt wel het derde gebod. 

Geerds was duidelijk in zijn element toen hij dit verbale waterballet maakte. Iedere zin is een wonder van originaliteit. Helaas verheft die eigenschap een taaluiting niet bij voorbaat tot poëzie. 

In de afdeling "Insekten" zegt de dansvlieg: ,,Empis tesselata, ik spon voor jou/ dit klein insekt als een kadootje in:/ bekome 't je terwijl ik je bemin,/ zolang wij dansen zweer ik eeuwig trouw". Dit lijkt me nog de meest geslaagde afdeling van de bundel. Met compact taalgebruik weet de dichter soms sfeer te scheppen. 

"Totius" bevat vertalingen uit het Zuid-Afrikaans van de theoloog-dichter J. D. du Toit (1877-1953). De gedichten zijn geen grote poëzie te noemen, al spreekt "Het Godsbesluit" me wel aan. 

De tuin
"Apollo" bevat onder andere de epische gedichten uit de bundel. "De tuin", geïnspireerd op Vergilius, beslaat ruim zes en een halve pagina. Geerds geeft informatie als: ,,Zinloos is het links een dal/ of rechts een beek te corrigeren; rond bonestaken/ zaai je immers ook geen bed vol schrille kleuren/ of opdringerig loof? (...)". Wat moet ik hiermee? Waarom zouden deze zinnen poëzie zijn? Zelfs als, zoals in andere van dit soort gedichten, het verhaal niet onaardig is, is de verwoording ervan slechts een nabootsing van verheven taalgebruik. 

Het zwakke punt van de meeste gedichten in Geerds' bundel lijkt mij het gebrek aan concentratie van de taal: zelden staat ieder woord onwrikbaar op zijn plaats. Tegen het gedicht "Gods element" zijn principiële bezwaren aan te voeren. Tevens zou het gebrek aan zeggingskracht van het grootste deel van de bundel voor mij een reden zijn om hem niet aan te schaffen. 

N.a.v. "Gods element", door Koos Geerds; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1996; 82 blz.