In de papaver- en lotusreeks van de Belgische uitgeverij Zuid & Noord verschenen verschillende werken van Vlaamse auteurs: drie romans, twee dichtbundels en twee verhalenbundels. Vormt deze serie een goede aanvulling op de Vlaamse letterkunde?
Paul Baekeland schreef de roman "Borrelies". De hoofdpersoon van deze naam is een meisje, afkomstig uit een arbeidersmilieu, dat een kind verwacht van een getrouwde man. De schande veroorzaakt een schok binnen de familie. Ze besluit het kindje te laten aborteren, maar rent halverwege de reis in paniek de trein uit. Als ze tijdens haar vlucht ten val komt, wordt ze, o wonder der romantiek, gevonden door een man, die haar in zijn huis opneemt. Zowel de uiteindelijke uitkomst als het uitstel daarvan laat zich voorspellen. Aangezien er ook nog sprake is van zeer kromme zinnen als: ,,Ze wil het op haar geweten niet" en ,,Ik schrok me aap", kan ik het niveau van dit werk niet bepaald verheffend noemen.
De tweede roman, geschreven door Antoon Vandamme, is getiteld "Het jaar van de grondzee". Centraal staat een zeer bewogen jaar in het leven van een zeeman. De gespletenheid van de hoofdpersoon wordt zeer scherp beschreven. Na zijn studie aan de universiteit krijgt hij een baan in een verwaarloosd archief, waarvan hij zegt: ,,Ik deed het graag maar voelde mezelf erbij verschrompelen tot perkament". Ten slotte kiest hij voor de ruimte: de zee. Op zoek naar vrijheid blijft hij zich belemmerd voelen. Zijn keus blijft hem achtervolgen. Hij vult zijn leven met de verdoving van alcohol en de relatie met een vrouw, Vera. Als zijn broer Jan in zee verdrinkt en Vera sterft aan kanker, is hij voor zijn gevoel definitief de koers kwijt.
Ik heb bewondering voor de sobere en haarscherpe weergave van de gevoelens van de hoofdpersoon, maar neem tegelijkertijd afstand van de onbijbelse sfeer van 'vrijheid', op elk gebied, in het boek.
Tijdsbeeld
Bernard Causenbroeck (1975) is een zeer jonge schrijver, die op een originele manier een schets geeft van een deel van de hedendaagse maatschappij. De hoofdpersoon, Geert, is werkloos en op fatalistische wijze legt hij zich bij dit feit neer. Hij voelt zich gelukkig bij zijn dagelijkse genietingen: bier, cola en een quiz of soap-serie op de tv. Hierin komt een wending als hem een baantje beloofd wordt door een 'zakenman', op voorwaarde dat hij zich zal gaan verdiepen in de actualiteit. Alle afkeer van voordien maakt plaats voor een enorme nieuwshonger. Als de opdrachtgever na geruime tijd weer komt opdagen, volgt de anticlimax. Hoewel Geert ruimschoots aan de voorwaarden voldoet, wordt de man plotseling opgepakt. Hij wordt als staatsgevaarlijk gezien, omdat hij zijn verstand gebruikt.
"We hebben het niet geweten" lijkt een variatie op "Het reservaat" van Ward Ruyslinck. Centraal in laatstgenoemde roman staat de strijd van het individu tegen de gevoelloze samenleving, die wordt beheerst door principes van nut en winst. De laatste idealist wordt ook hier opgepakt, omdat hij niet meer in het tijdsbeeld past. Het lijkt of Van Causenbroeck deze geschiedenis geactualiseerd heeft: het nut en de winst worden vervangen door de ik-gerichtheid en het vermaak van de Nix-generatie. Ondanks de steeds aanwezige taalfouten en de vrij oppervlakkige uitwerking van het thema, waardeer ik deze originele poging.
Verhalen
De twee verhalenbundels "Schimmen in de tijd" van Patsy Claes en "De vermomming" van Daniel van Hecke hebben een veelzijdiger thematiek. In Claes' werk staat de verbeelding centraal: veel personen uit haar verhalen leven in een wereld van verbeelding, zijn naïef of een tikje wereldvreemd. Erg goed vind ik het verhaal "Grootmoeder", waarin een oude vrouw haar tijd eenzaam slijt in een bejaardencentrum. Helder schetst Claes het geluksgevoel van het nodig-zijn, al is het maar om een verbandgaas te wikkelen. Helaas ontbreekt een sterke structuur in veel verhalen. Vooral de slotzin, die juist zo belangrijk is in een verhaal, laat bij de lezer verschillende keren een zwakke indruk achter. Een strenge selectie en een betere structuur zouden de bundel aanmerkelijk verbeteren.
In "De vermomming" is die structuur wel aanwezig. De op de achterflap vermelde term ,,mijnenveld" is op deze verhalen zeker van toepassing. Ze hebben een meestal zeer onverwachte wending en zitten vol absurditeiten. De schrijver kweekt bij mij echter afkeer door de steeds dominant aanwezige erotische laag.
Dichtbundels
Ten slotte volgen de twee dichtbundels. Edith Oeyen schreef "Op vleugels van verlegen schaamte", met als thema eenzaamheid en het verlangen naar de afwezige liefde. Zo'n platgetreden thema vraagt nogal wat van een auteur, wil zijn of haar werk desondanks beklijven. Ik vind dat de schrijfster van deze bundel daar niet in geslaagd is. Als ze zegt: ,,Gewapend als beton / stel ik me op / in de hoop / dat je weet / hoe breekbaar ik ben", denk ik: Ja. Meestal zijn haar bewoordingen echter weinigzeggend en beweegt ze zich op bekend terrein.
"Heksenkleren" is de bundel van Christine van Gerven. In deze bundel komen de thema's liefde, lijden en afscheid nemen ter sprake. Hoewel de eerste gedichten een zwakke indruk maken, wordt dit goedgemaakt door de latere gedichten. Vooral de cello-gedichten spreken mij aan. Bij alle verdriet resteert de ik-persoon de muzikale ervaring, de cello, waarmee ze haar ,,dagelijkse tweespraak" houdt. ,,Ja, zij roert zich / wanneer ze zich eenmaal / heeft genesteld binnen / de warmte van mijn lichaam / En zij bespeelt mijn weerstand / zonder genade".
Hoewel deze serie zeker elementen bevat die ik waardeer, vind ik het geheel toch zwak. Er zijn te weinig uitschieters, de middelmatigheid overheerst. Dat is met de prijzen zeker niet zo: die liggen volgens mij veel te hoog. Aangezien met dergelijke prijzen een zeker literair gehalte wordt gesuggereerd, zou ik de uitgever dringend willen adviseren allereerst de taalcorrectie ter hand te nemen.
N.a.v. "Borrelies", door Paul Baekeland; 94 blz.; "Het jaar van de grondzee", door Antoon Vandamme; 127 blz.; "We hebben het niet geweten", door Bernard van Causenbroeck; 74 blz.; "Schimmen in de tijd", door Patsy Claes; 59 blz.; "De vermomming en andere verhalen", door Daniel van Hecke; 135 blz.; "Op vleugels van verlegen schaamte", door Edith Oeyen; 104 blz.; "Heksenkleren", door Christine van Gerven; 40 blz.; Uitg. Zuid & Noord, Beverlo-Beringen (België).