Margriet de Moor debuteerde in 1988 op 44-jarige leeftijd. De verhalenbundel "Ik droom dus" is het zesde werk dat ze publiceert. Haar oeuvre wordt zowel in binnen- als in buitenland gewaardeerd. Vooral haar ,,grote souplesse en verbale vaardigheid" worden geroemd.
Achterin "Ik droom dus" heeft de schrijfster een verantwoording van haar verhalen opgenomen. Veel verhalen zijn reeds eerder gepubliceerd in kranten en tijdschriften. Ze zegt hierover: ,,Als het maar even kon, was ik maar al te graag bereid de zijsprong te maken, want van alle literaire vormen is, naar mijn stellige overtuiging, het verhaal het meest geschikt om mee te spelen en te experimenteren in het verbijsterend dubbelzinnige gebied van de feiten en woorden". Uit het "dubbelzinnige" blijkt al dat de verbeelding in haar verhalen een grote rol speelt. ,,De werkelijkheid bestaat niet zonder verbeelding", volgens De Moor. In haar visie zijn ze elkaars gelijken.
Jeugdliefde
De personen in deze bundel "dromen" of scheppen met hun verbeelding hun eigen werkelijkheid. Zoals de zieke vrouw in het titelverhaal "Ik droom dus", die vanaf haar bed door het huis van de buren is geobsedeerd. Alles wat ze ziet, wordt ingepast in haar idee dat de overburen een leven van ,,lichtheid, warmte en geluk" hebben. Als op een dag, vanwege de scheiding van de buren, de verhuiswagen voorrijdt, stort haar verbeeldingswereld in elkaar. En haar hele persoon.
Of de twee bejaarde zussen (de zusjesverhalen lopen als een rode draad door de bundel), die op de overlijdensadvertentie van hun eerste gezamenlijke jeugdliefde stuiten. Hun verleden, verbeelding herleeft en ze gaan op zoek naar het boek dat ze tijdens die verliefde periode stuk lazen. Dankzij een belezen bibliothecaresse vinden ze het en ademloos lezen ze het uit. Diep teleurgesteld stellen ze vast niets van de "toenmalige feeststemming" terug te vinden. Ze geven het aan een zwerver met de woorden: ,,Bind het maar netjes in. Maak er maar weer iets moois van". Een prachtig voorbeeld van hoe de verbeelding de beleving schept. Teruggrijpen ernaar loopt uit op een teleurstelling; de beleving moet herschreven worden.
Struikelblok
Margriet de Moor is een meester in het weergeven van de "innerlijke werelden" van de romanfiguren. Om redenen die de personen zelf niet duidelijk zijn, is er soms de behoefte om naar personen of gebeurtenissen uit het verleden op zoek te gaan. Heden en verleden lopen in elkaar over.
Sommige verhalen kan ik niet waarderen, zoals bijvoorbeeld "Noem me maar Tony" en "Om redenen die er hier niet toe doen". Behalve aan de oppervlakkigheid stoorde ik me vooral aan het grove taalgebruik. En dan kom ik eigenlijk op de nadelen van deze bundel. Alles wat in de verbeelding opkomt, behoort tot de werkelijkheid, volgens de schrijfster. En als waarachtig schrijver behoor je de totaliteit te beschrijven. Helaas nemen daardoor erotiek, overspel, vloeken en grof taalgebruik een grote plaats in. Deze schaduwzijde vormt voor mij hét struikelblok van deze roman.
N.a.v. "Ik droom dus. Verhalen", door Margriet de Moor; Uitg. Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1995; 197 blz.