In een schemerige kamer een vrouw, gekleed in een geel satijnen jakje en met een ganzenveer (het is even wennen aan de "n" in de nieuwe spelling!) in haar rechterhand. De linkerhand rust op een blad papier. In haar schrijfwerk is ze even onderbroken, want ze kijkt de beschouwer in de ogen.
Dit portret, een stilleven, is alom bekend. Het is een beroemd schilderij van Johannes Vermeer, de zeventiende-eeuwse schilder uit Delft. In de catalogus van de recente Vermeer-tentoonstelling in het Mauritshuis te Den Haag luidt de naam: "Schrijvende vrouw in het geel".
Het is dit schilderij dat Lenze L. Bouwers heeft geïnspireerd tot zijn nieuwste poëziebundel "Lief model". Op de vooromslag van de bundel treffen we van het schilderij een sterk verkleinde reproductie aan. Het meisje in het geel is het "Lief model", dat zo'n grote indruk op de dichter heeft gemaakt, dat hij naar haar op zoek gaat. Hij probeert al dichtend het meisje naderbij te brengen, haar wezen te doorgronden, haar levensomstandigheden te schetsen. In het openingsgedicht lezen we:
Ik wilde je oorsprong kennen, je dromen,
de zinnen die je overwogen richt
aan de naam erboven. Ik koos 't gedicht
als vorm en zocht in Delft een onderkomen
Het wordt een soort zoektocht door Delft: stadhuis, de Delfse Vliet, Prinsenhof, "De porceleyne fles", de Oude Kerk, enzovoorts. Zo wordt ons in dichtvorm het zeventiende-eeuwse Delft naderbij gebracht, het dagelijkse leven van het briefschrijvende meisje.
Correspondentie
De zoektocht van de "ik" naar de toegesproken "je" in de verte doet dit aan Achterberg denken- brengt met zich mee dat de "ik" veel vragen stelt om het wezen van het meisje te achterhalen. Curieus is in de verbeelding van de literaire kunstenaar is veel mogelijk!- dat het meisje na dertig gedichten antwoordt. De laatste zeven gedichten van de bundel zijn grotendeels op te vatten als een correspondentie in dichtvorm.
De vorm van de gedichten is overwegend traditioneel: rijm, regelmatige strofenbouw, interpunctie. Er is een duidelijke voorkeur voor het sonnet. Om de zeventiende-eeuwse sfeer te versterken, strooit de dichter af en toe met woorden en spelling uit die tijd: ,,Godts weghen", ,,joffer", ,,cracht van 't vier", etc. Het doet mij wat geforceerd aan.
Moge de verbeelding van de dichter ons voor verrassingen plaatsen, die verrassing beleef ik niet in het taalgebruik. Te weinig spankracht, te weinig originele beelden. Markant taalgebruik had deze niet erg diepgaande poëzie op een hoger niveau kunnen tillen.
Die taalhantering mis ik node. Lenze Bouwers bereikt met de bundel "Lief model" niet de hoogte van bijvoorbeeld zijn bundel "Rondelen" van ongeveer tien jaar eerder.
N.a.v. "Lief model", door Lenze L. Bouwers; uitg. Kok Voorhoeve, Kampen 1996; 51 blz.