"Binnen vijf jaar na Bacons dood schreven Galilei en Descartes hun fundamentele werken, de Dialogo en de Discours de la méthode, het begin van de moderne tijd, waarmee de heilloze weg naar Auschwitz en Hirosjima en de ontcijfering van het DNA definitief was betreden". Deze woorden maken deel uit van een gesprek tussen twee engelen, midden in de omvangrijke roman "De ontdekking van de hemel" van Harry Mulisch uit 1992, waarover drie studies verschenen.
De woorden uit dit citaat raken ook de kern van de gecompliceerde roman, die enerzijds een voorbeeld van eigentijdse literatuur, anderzijds een boek met een intrigerende thematiek is.
Terecht wordt dit boek op de omslag getypeerd als een "mysteriespel". Het heeft inderdaad iets van dat middeleeuwse genre; je zou er ook een moderne variant op Vondels treurspel Lucifer in kunnen zien. Voor de hoofdpersonen is er slechts het aardse gebeuren, maar de lezer weet bij Mulisch meer, namelijk hoe dat aardse leven van hogerhand wordt gestuurd. Voor alle duidelijkheid: deze hemel is er wel één naar Mulisch' beeld en niet naar bijbelse gelijkenis. In dít verband is zeker Kuiterts uitspraak van toepassing: "Alles van boven komt van beneden".
Het meest schokkende in deze roman is wel dat aan het slot de hemel het lijkt te verliezen van mens en duivel. In feite blijft de duivel -Lucifer- als overwinnaar over, want ook voor de mensheid ziet de toekomst er niet rooskleurig uit: "Los van de oude rampen verschijnen nu ook de verwoestende vloedgolven van het nieuwe: met hun baconiaanse beheersing van de natuur zullen de mensen uiteindelijk zichzelf nucleair opstoken, verbranden via het gat dat zij in de ozonlaag hebben geslagen, oplossen in de zure regen, braden in het broeikaseffect, elkaar dooddrukken door hun aantal, zichzelf ophangen aan de dubbele helix van het DNA, stikken in hun eigen afval..."
Stenen tafelen
In dit boek van Mulisch hebben de engelen ontdekt dat de mensheid het verbond van God, het "Testimonium" (de tien geboden), heeft ingeruild voor een pact met Lucifer. Namens de mensheid is het verdrag ondertekend door Francis Bacon, een Engels geleerde (1561-1626), die als een van de grondleggers wordt beschouwd van de moderne wetenschappelijk-technologische samenleving. Hij geloofde in een betere wereld, door middel van technologische vooruitgang.
De hemel rest nu niets meer dan het terughalen van het Testimonium. Degene die daartoe de opdracht krijgt, is Quinten Quist. Via genetische manipulatie en het ontketenen van de Eerste Wereldoorlog wordt hij in het leven geroepen. Zijn moeder heet Ada Brons en zijn vader Onno Quist, maar biologisch gezien blijkt Onno's vriend Max Delius de echte vader te zijn.
Quinten vindt, na een droom over een Burcht, de twee stenen tafelen in een kapel in Rome, het Sancta Sanctorum. Hij wil ze terugbrengen naar de plaats waar eenmaal Salomo's tempel stond. Alleen op zijn hotelkamer in Jeruzalem belandt Quinten echter in een soort visionaire toestand. Te paard gezeten rijdt hij de Burcht binnen, de letters van de Decaloog maken zich los van de stenen tafelen en omhullen Quinten, die vergaat in "een oneindig verblindend Licht als het schijnsel van een kaars in dat van de zon".
Thematiek
Het centrale thema in "De ontdekking van de hemel" is het einde van de macht van het Woord, wat tegelijk inhoudt: het einde van de moraal, gesymboliseerd in het terughalen van de Tien Woorden naar de hemel.
In deze roman speelt -niet voor het eerst bij Mulisch- de Openbaring aan Johannes een belangrijke rol. Het eschatologische heeft bij Mulisch echter wel een bijzonder karakter: de mens raakt door de toenemende invloed van de technologie de band met het metafysische volledig kwijt en gaat zo zijn ondergang tegemoet. De mens heeft als enig schepsel het vermogen om werktuigen te vervaardigen. Dit ontleent hij aan de goddelijke scheppingskracht, maar wanneer de mens zich geheel transfigureert in de techniek, betekent dit voor hem de dood van God. In "De ontdekking" zegt een engel: "Het is onloochenbaar dat op aarde de technologie steeds meer de plaats inneemt van de theologie". Deze hang naar vooruitgang heeft geresulteerd in twee kwaden: de atoombom en de ontcijfering van het DNA, aldus Mulisch.
Het zal duidelijk zijn dat Mulisch zich in dit boek (opnieuw) bezighoudt met vragen rond ethiek en moraal. Daarmee heeft de auteur een actuele kwestie aangesneden: waaraan ontleent de moderne mens zijn waarden, als Gods geboden hem niets meer te zeggen hebben?
Receptie
De populariteit van Mulisch vertoont, naarmate hij ouder wordt, een stijgende lijn. Buiten de roman "Het stenen bruidsbed" (1959) was hij zeker geen schrijver voor een groot publiek, maar met "De aanslag" (1982) kwam er opeens een doorbraak: twaalf jaar na de verschijning waren er zo'n half miljoen van verkocht, een astronomisch aantal voor een literair werk. Mogelijk dat "De ontdekking van de hemel" mede daardoor zo goed loopt, maar het blijft opzienbarend dat er sinds 1992 al bijna 200.000 exemplaren van zijn verkocht.