Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: P. J. Vergunst

Een rottende wond op je borst

Frank Peretti maakte naam als auteur van ,,theologische thrillers", ,,een nieuw genre", zegt zijn uitgever. In zijn vierde grote roman, "De eed", zit de lezer tot dik over de helft in een spannende story. Totdat op pagina 253 er een dimensie bij komt: ,,Het gebeurt op het geestelijke vlak, Steve". En: ,,Het hoort niet bij deze wereld, snap je?" Opnieuw strijdt Peretti tegen ,,de boosheden in de hemelse gewesten". 

Moord, haat, razernij, overspel, drankzucht en gevloek horen alle bij de gemeenschap van het mijnstadje Hyde River als de Dom bij Keulen. De dorpelingen in de vallei zijn in de ban en de macht van de draak. Het is deze draak die Cliff Benson vermoordt, op gruwelijke wijze. De wetenschapper Steve Benson gaat in Hyde River op onderzoek. Wie is de draak? 

Veel komt Steve niet te weten, vanwege de eed. ,,Lang geleden heeft een groep dorpelingen een eed van geheimhouding gezworen. Die hield in dat er nooit iets over de geheimen van het dorp aan buitenstaanders verklapt mag worden". Die traditie duurt voort. Achter het rookgordijn van bijgeloof blijkt een stel meedogenloze misdadigers te zitten. 

Symbool
De enige die in Hyde River een eigen weg gaat, is Levy Cobb, de man die voor gek versleten wordt. Hij ziet de draak als religieus symbool, omdat ,,hij een jaar of wat geleden gered is". Hij fungeert als richtingaanwijzer voor Steve. 

Het is ook deze Levy die de lezer, pas op pag. 336, de sleutel tot de oplossing van de misdaad in handen speelt. ,,Voor zover ik weet is de draak maar voor twee mensen aan de kant gegaan... Voor jouw schoonzus Evelyn en voor mij". ,,Waar heb je het over?" ,,Evelyn is toch een gelovig mens? Ze kent Jezus, toch? Net als ik. Ze gelooft in Hem". Het wordt als eenvoudig voorgesteld: ,,De draak is zonde. En omdat wij Jezus kennen, zijn wij gered van de zonden". 

Wie de draak, het zich in verschillende gedaanten voordoende dier, dient, krijgt op de borst een stinkende plek. Het rottende vocht is de voorbode van de dood. Hoe die haak uit je hart komt? ,,Door met God in het reine te komen. Door Jezus te vinden" (pag. 379).
Wie bidt, die overwint. Deze eenvoudige waarheid, de dragende gedachte in dit meeslepende boek van Peretti, is aan de Bijbel ontleend. Het volk Israël verslaat Amalek, zolang de handen van de voorbiddende Mozes ten hemel gaan. En het zondigen is de voorbode van de dood. 

In een interview in de "West Sound Sun" zei Peretti bij de verschijning van dit boek in het Engels: ,,Het thema is zonde. We moeten veel meer oog krijgen voor het feit dat zonde een wereldwijd probleem is.(...) Simpel gezegd: aan de zonde ga je uiteindelijk kapot. (...) Dat is de realiteit die ik in mijn nieuwste boek wil laten zien, in de vorm van een avontuur vol actie, spanning en afgrijselijke gebeurtenissen". 

Hard bidden
Het is inderdaad een verdienste van de Amerikaanse auteur dat hij zijn boodschap in een spannende plot verweeft. Tientallen bladzijden lang vraag je je als lezer af, waarheen de schrijver op weg is. Wie is te vertrouwen? Hoe is Cliff aan zijn einde gekomen?
Bij het theologische concept van deze thriller waarbij je vast moet houden dat het fictie is- zijn desondanks vragen te stellen. Welke plaats geeft de auteur aan de Heilige Geest in de weergave van het geloofsleven? Een zin als ,,Ik ga heel hard bidden, dat kan ik je wel vertellen" (pag. 253) tekent de manier waarop het gebed als sleutel tot de ontknoping dient. Ook suggereert de auteur dat de zonde op de gelovige geen vat meer heeft. De waardering voor de verteller die Frank Peretti beslist is, maakt deze eenzijdigheden niet ongedaan. 

N.a.v. "De eed", door Frank Peretti; uitg. Novapres, Apeldoorn, 1996; 448 blz.