Arnost Lustig (1926) is een in Tsjechoslowakijke geboren jood, die in 1944 in Theresienstadt, een berucht doorgangskamp, belandt. In 1945 ontsnapt hij uit een dodentransport. Na de oorlog studeert hij in Praag politieke en sociale wetenschappen en geeft hij romans, verhalen en novellen uit. In 1968 emigreert hij via Israël naar de Verenigde Staten. Zijn roman "De reis van Katharina Horowitz" werd al eerder in het Nederlands vertaald.
Zijn nieuwste vertaling heet "Het donker kent geen schaduw". Twee (homoseksuele?) joodse jongens ontsnappen uit de trein naar Dachau en ondernemen een immens zware tocht, zonder eten en drinken, op weg naar de vrijheid. Manny, door de schrijver meestal "de tweede" genoemd, wil vooruitzien, opnieuw beginnen, door alles wat achter hem ligt volledig uit te wissen. Danny, "de eerste", daarentegen kan zijn ervaring niet loslaten en voortdurend nemen zijn flash-backs de lezer mee naar de wereld van zijn jeugd en vooral de vernietigingskampen.
Als ze, afzichtelijk om te zien en volledig uitgemergeld, een (Duits) dorp bereiken, bedreigen ze een vrouw om eten te krijgen. De geshockeerde vrouw ziet haar vooroordeel bevestigd: de joden hebben geen idealisme, maar enkel de aandrift tot een inhalig, onrein en onbegrijpelijk leven. Haar aangifte heeft een desastreus gevolg.
Diepe indruk
Lustig kiest extreme situaties voor zijn romans, omdat de mens alleen dán laat zien wat hij werkelijk waard is. ,,Een mens is niet wat hij is, maar wat hij doet op het beslissende ogenblik" (flap). Deze uitspraak doet me denken aan de uitspraak waarmee de schrijver W. F. Hermans het oorlogsdecor in zijn romans verdedigde: ,,Dan komt de ware aard, de junglementaliteit, van de mens naar boven. De beschaving blijkt dan een laagje vernis". Deze beide uitspraken tonen een grote overeenstemming.
De roman maakt diepe indruk. Alle oorlogshysterie komt in volle vaart op de lezer af. Soms overweeg je te zwijgen. Deze gruwelen zijn vaak té erg om door woorden gevangen te worden. En toch vind ik dit niet de juiste keus; wie is gerechtigd de slachtoffers, en zó deze fase in de geschiedenis het zwijgen op te leggen?
Tegenover de zwartheid van alle gebeurtenissen bewonder ik de schrijver om zijn woordkeus. Ik citeer enkele zinnen die mij troffen: ,,Zij had een stem die nog mooier was dan de gebeden" (30), ,,Ik herinner me ook dingen die nog moeten komen" (90) en ,,De stilte wilde maar niet verstommen" (203). Jammer genoeg vloekt de schrijver ook enkele malen in dit boek.
Zwarte sluier
De levensvisie die uit deze uitgave spreekt, is niet christelijk te noemen. De afwezigheid van alle verwijzingen naar een doel van dit leven en God, Die uitzicht kan bieden in zelfs de meest hopeloze situaties, legt een zwarte sluier over dit boek. Toch acht ik het mogelijk dat een (kritische) lezer mét oog voor bovengenoemde voor- en nadelen de roman leest en er zijn voordeel mee doet.
N.a.v. "Het donker kent geen schaduw", door Arnost Lustig; uitg. Wereldbibliotheek, 1995; 203 blz.