Historische romans zijn altijd een mengeling van fantasie en voorbije werkelijkheid. De ene keer ligt het accent op het eerste en is het tweede een min of meer willekeurige achtergrondkeuze, de andere keer gaat het de schrijver vooral om de waar gebeurde dingen. In beide gevallen moet dat historisch natuurlijk wel kloppen. Dat doet het meestal wel in de vier historische jeugdromans die in deze rubriek aan de orde komen.
Historie is voor Peter Schaap naast schrijven zijn grootste hobby. Hij is amateur-archeoloog en hij woont in Drenthe. Een boek over het Drentse verleden kon bijna niet uitblijven. Onlangs verscheen dus "Vlucht door de vennen". Schaap koos hierin voor de tijd (de vierde eeuw na Christus) dat de Romeinen zich uit de lage landen teruggetrokken hadden en daar een chaos hadden achtergelaten; maatschappelijk, maar ook godsdienstig.
,,Wat bij de ene god als het hoogste eerbetoon geldt, is bij de andere een vervloeking. Vroeger, voordat de Romeinen hier kwamen, maakte dit niet veel uit. Elk dorp, iedere familie, leefde op zichzelf, maar nu zijn er wegen door het hele land. We zullen uitgroeien tot één volk. Er trekken mannen in bruine pijen door de landen ten zuiden van hier. Zij preken het geloof in één enkele god voor iedereen".
Dat zegt Freald, die zich met zijn mannen aandient als de nieuwe heerser van het gebied waar de jonge Wulf als varkenshoeder bij een herbergier werkt. Maar daar komt ook de Keltische priester Malyn, die krampachtig terug wil naar het verleden. Wulf komt erachter dat de man een gruwelijk mensenoffer aan het voorbereiden is, maar pas aan het einde van het boek wordt het de lezer duidelijk om wie het gaat. En daar is heel wat spanning en avontuur aan voorafgegaan. Schaap heeft deze laatste stuiptrekking van het heidendom op zeer geloofwaardige wijze beschreven, mede dankzij zijn onopgesmukte, maar toch beeldende taalgebruik.
N.a.v. "Vlucht door de vennen", door Peter Schaap; uitg. Elzenga; 141 blz.