Wat Lammert Houtjes te zeggen heeft, blijkt duidelijk uit zijn streekroman "Als de liefde groeit" (en niet "bloeit", zoals de achterflap het zegt): het leven van christenen moet in woorden, daden en gedachten werkelijk bijbels zijn. Dat is een prijzenswaardig thema, maar het neemt niet weg dat het boek verder weinig om het lijf heeft.
De omvangrijke roman (320 bladzijden) tekent de verwikkelingen in een hedendaags Veluws dorp "met zijn tradities, eenvoud en... roddels", alweer volgens de aanmoedigende omslagtekst.
De hoofdpersoon, de scholier Johannes, gaat bij zijn godvrezende opa en oma wonen wanneer zijn ouders naar Zuid-Afrika emigreren. Zijn grootouders zijn hartelijke mensen. Daarom heeft Johannes het bij hen best naar zijn zin. De wijze lessen van zijn opa neemt hij als een goed kleinzoon ernstig ter harte en zo leidt hij al met al een vrij rimpelloos bestaan. Zelfs de enkele moeilijkheden die zich voordoen, komen op een simpele manier tot een bevredigend einde. Het is spijtig om het te moeten constateren, maar deze christelijke streekroman biedt niet meer dan een voorspelbaar verhaal, geschreven in een houterige stijl, met harkerige dialogen. Ter illustratie een citaat van een verliefd schoolmeisje: "Ach, m'n zielepoot, was je bang dat je een blauwtje zou lopen?" vroeg ze vol meegevoel. "Dat behoefde toch echt niet hoor, want ik was al bang, dat ik jou te veel had laten merken. Ik ben nog van het oude stempel, waardoor ik vind dat een jongen het initiatief behoort te nemen" (bladz. 230).
Het is onvoorstelbaar dat een redacteur het aandurft zulke spreektaal te laten staan.
Wie qua stijl en spanning geen enkele eis aan een boek stelt, zal best tevreden zijn met deze moraliserende roman. Het is alleen de vraag of een uitgeverij het beoogde lezerspubliek niet erg laag aanslaat door het dergelijke pretentieloze verhalen aan te bieden.
N.a.v. "Als de liefde groeit", door Lammert Houtjes; uitg. De Banier, Utrecht, 1997; ISBN 90 336 2532 6; 320 blz.