Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: A. Stam

Don Quichot verovert Nederland

"Querido zal inmiddels best uit de kosten zijn: 7500 exemplaren verkocht van deze luxe editie van de tweedelige "Don Quichot". De tweede oplage, die nu in de verkoop ligt, zal niet veel kleiner zijn. Terwijl er van een vertaling van een buitenlandse roman doorgaans niet meer dan 1000 exemplaren gedrukt worden". Vertaalster Barber van de Pol vertelt iets over de kosten, maar veel meer over de baten van een gigantische klus: voor het eerst sinds 1941 een nieuwe vertaling uit het Spaans van Cervantes' meesterwerk over de dolende ridder en zijn zwaarlijvige schildknaap Sancho Panza.

Mevrouw Van de Pol heeft best een verklaring voor het geheim van dat verkoopsucces. "We leven in een tijd waarin normen vervagen of wegvallen. Maar mensen blijven zoeken naar een ideaal. De verheven idealen waarvoor Don Quichot ten strijde trekt, spreken mensen aan. Bovendien wordt hij getekend als een veelzijdig man en als een man die niemand uitsluit, ook zijn schildknaap niet die er toch heel wat platvoerser idealen op na houdt. Dat dit jaar de 450e geboortedag van Cervantes wordt gevierd, met tal van manifestaties in Spanje, zal ook wel meespelen". 

Cervantes (1547-1616) had een goede opleiding. "Hij moet de klassieken gekend hebben, getuige de vele citaten. Hij was verder zeer belezen. In die zin kun je hem autodidact noemen. Ook was hij als soldaat en matroos bereisd: hij kende de Arabische wereld uit persoonlijke waarneming. Het was zeker geen kamergeleerde, hij was goed op de hoogte van zijn tijd. Uit de archieven blijkt dat hij ook enkele malen officieel gevraagd heeft om een aanstelling in de Nieuwe Wereld, de Spaanse koloniën in Latijns-Amerika". 

Mevrouw Van de Pol kan zich in grote trekken wel vinden in enkele gangbare typeringen van de "Don Quichot": persiflage op de ridderroman ("het was een gangbaar genre: de ridderroman was de 'soap' van die tijd"), persiflage op Spanje, maar zij kan niet warmlopen voor de twintigste-eeuwse duiding als zou je in de "Don Quichot" maar moeten lezen wat je er zelf in lezen wilt. 

Gedreven
"Cervantes' bedoeling zal allereerst geweest zijn een boek tot vermaak te schrijven, net zoals andere auteurs van ridderromans dat deden. Dan mocht het ook best een beetje ter lering zijn. De doorsnee lezer zal misschien alleen hebben gelachen. Die zal verrukt geweest zijn over de veelzijdigheid van de personages. Niet voor niets werd het boek onmiddellijk in veel talen vertaald - de eerste vertaling in het Nederlands dateert van 1657. Maar er zat zo veel in Cervantes' hoofd! De idealen van zijn hoofdpersoon zijn zo veel verlichter dan die bij andere auteurs. Hij was ook een gedrevene: je merkt dat hij bijna struikelt over zijn woorden. 

Ik zie Cervantes als een humanist. Niet als een bewust prediker van het humanisme, maar dat zelf kiezen in tal van situaties, dat was nieuw voor die tijd. Het zat ook een beetje in de lucht. Ook Spanje kende zijn "alumbrados", de verlichten. Cervantes zal ongetwijfeld Erasmus gelezen hebben. 

De "Don Quichot" is trouwens nog zo veel meer dan roman. Cervantes reikt echt een zak vol grondleggende elementen aan voor de latere romankunst. Voor het eerst zie je bijvoorbeeld dat karakters in een verhaal zich ontwikkelen. Daarbij is het ook nog een literatuurtheorie en -geschiedenis die nooit overtroffen is". 

Vertalend schrijven
Barber van de Pol (1944) schreef enkele (kinder)boeken en heeft een indrukwekkende staat van dienst als vertaalster van Spaanstalige literatuur. Wie deze nieuwe vertaling ter hand neemt, wordt weldra getroffen door het prachtige Nederlands. Dit is méér dan vertalen geweest. In haar vertaling kom je ook zelfbedachte woorden tegen, als "schildknapigheid" en "dolerschap". Of dat heel mooie, het eiland "Quadaardië". "Ik vond het leuk om het met die Q-constructie nog een beetje extra te versluieren, te meer omdat het Spaans daar aanleiding toe geeft". 

Dan, heel beslist: "Een vertaler moet schrijver zijn, het complete literaire instrumentarium gebruiken. Ik ben -dat klinkt natuurlijk wel wat pathetisch- Cervantes geworden. Je werkt dan met eenzelfde concentratie. En dan blijkt er zó veel mogelijk te zijn, zo veel meer in je hersenen te zitten dan je zou denken. Vertalen móét ook vanuit deze concentratie. Anders wordt het allemaal erg verwisselbaar". 

Lange zinnen
In de korte "Verantwoording" die Barber van de Pol achter in het tweede deel liet opnemen vertelt zij over haar soms wanhopige streven naar een niet-anachronistisch idioom. Dat "moge blijken uit de poging om alle Franse invloeden van na Napoleon uit dit Nederlands te weren". Zij licht toe: "Die invloeden waren inderdaad zeer talrijk. Bovendien is het Nederlands niet een romaanse taal, zoals het Spaans. Dus heb ik romaans-achtige woorden zo min mogelijk gebruikt. "Plafond" en "excelleren" zul je in deze vertaling niet tegenkomen. Wel "atoom". Dat was ook in die tijd een bekend woord, alleen met een heel andere betekenis dan tegenwoordig. Ik vond het leuk om dat te handhaven. 

Lange zinnen heb ik nergens in stukken gekapt. Ook de vorm van de gedichten heb ik gerespecteerd. Cervantes was gewoon in alles erg goed. Je merkt ook dat hij in deel II, dat tien jaar later verscheen, op een kunstzinnige manier fouten uit het eerste deel herstelt. Die correcties heb ik niet als voetnoot in deel I toegevoegd. Het hoeft voor ons niet begrijpelijker te zijn dan voor de mensen die bijna vier eeuwen geleden in deel I begonnen te lezen. 

Maar een vertaling moet wel kunnen ademen. Neem de spreekwoorden. Sancho Panza reeg ze aan elkaar. Vaak gebruikte hij ze verkeerd, maar hij uitte ze op een manier alsof hij de wereld uitvond. Voor veel van die spreekwoorden is een Nederlands equivalent. 
Als je dat echter steeds gebruikt, wordt het zo clichématig. Wanneer het jargon in een spreekwoord erg aanschouwelijk was, heb ik daarom vaak letterlijk vertaald, maar wel zo dat het qua vorm een spreekwoord bleef. In de hoop dat de Nederlandse lezer de kracht van het gesproken woord zal herkennen en er plezier aan zal beleven. En men heeft die werkwijze aanvaard. Ik heb er geen kritiek op gekregen". 

Beslissingen
"Je moet als vertaler inderdaad steeds beslissingen nemen. Die beslissingen heb ik nergens in noten verantwoord, dat zou naar mijn smaak de gang van het verhaal te veel onderbreken. Wel heb ik voor mijzelf goed bijgehouden wat ik gedaan heb. Ze hebben me zelfs gevraagd daarop te promoveren. Ik geloof niet dat ik daar een bruikbare vorm voor kan vinden en ook niet dat ik het geduld ervoor kan opbrengen. Ik richt mij ook met meer plezier op de echte liefhebber dan dat ik mij beweeg op het terrein van de Cervantes-kenners. 
Over Cervantes weet ik geen honderdste part van wat veel anderen weten. Maar er komen zéker een paar essays, of wellicht een boekje, waarin ik verantwoording zal afleggen van al die keuzes". 

Een literair vertaler werkt met een uitgebreid arsenaal aan woordenboeken, grammatica's en dergelijke. Ook Nederlandse. Van vrienden had mevrouw Van de Pol het gigantische Woordenboek der Nederlandsche Taal te leen. "Maar er zijn twee werken zonder welke deze vertaling er niet gekomen was. Allereerst -ze haalt een kloek werk uit een aangrenzende kamer- deze "Woordenschat" van Sebastián de Covarrubias. In Cervantes' tijd tot stand gekomen! Met dit boek heb ik mij ook verantwoord tegenover degenen die vraagtekens zetten bij mijn vertaling "vernuftige" ("ingenioso") edelman in de titel. Ik was ervan overtuigd geraakt dat dit woord meer duidt op het vernuftige (al was hij tijdelijk gek) dan op het fantasierijke bij Don Quichot. Het is een ironische titel. De omschrijving in de "Woordenschat" sterkte mij daarin. Als tweede noem ik het werk van Clemencín uit de vorige eeuw. Die schreef, op schoolmeesterachtige toon, een uitputtend commentaar op de "Don Quichot". Tsja, en ik heb ook zo'n vijftig Spaanse edities geraadpleegd, allemaal met hun eigen notenapparaat". 

Overig werk
Het overige werk van Cervantes heeft nooit de beroemdheid gekregen van de "Don Quichot". "Hoewel het best aardig was. Misschien zijn het vingeroefeningen geweest. We weten met zekerheid dat hij erg jaloers was op zijn tijdgenoot Lope de Vega, de gevierde toneelschrijver. Cervantes had de ambitie de toneelschrijver nummer één van Spanje te worden. Zijn toneelstukken zijn ook even goed als die van Lope, misschien nog een ietsje beter. En dan is er opeens de "Don Quichot". Universeel. Wel van een bepaalde tijd, maar niet gedateerd". 

Moet de "Don Quichot" op de leeslijst als het ooit komt tot interdisciplinair literatuuronderwijs? Mevrouw Van de Pol: "Ze móéten al zo veel op de middelbare school. 'k Zie het wel aan mijn kinderen. Ik ben niet tegen verplichte lijsten, mits met enige souplesse gehanteerd, maar de "Don Quichot" op de lijst bij deze leeftijden, terwijl ze geen Spaans kennen? Neen, dat hoeft niet zo nodig. Wel vind ik het belangrijk dat de leerlingen er iets over horen. Misschien dat ze er dan later eens naar grijpen". 

Mede n.a.v. "De vernuftige edelman Don Quichot van La Mancha", door Miguel de Cervantes Saavedra; opnieuw uit het Spaans vertaald door Barber van de Pol; met de originele gravures van Gustave Doré; uitg. Querido, Amsterdam, 1997; 2 delen in cassette; ISBN 9025306381; 1206 blz.