De redactie kreeg onlangs een zestal dichtbundels ter recensie aangeboden. Ze zijn verschillend qua thematiek en niveau, maar worden om praktische redenen in één artikel besproken.
Naast zijn roman "Verloren zoon" publiceerde uitgeverij Querido onlangs een verzameling van (een groot deel van) J. Bernlefs gedichten uit de periode 1960-1990. In "Waar ik mee bezig ben" geeft hij een bondige beschrijving van het gemeenschappelijke element in zijn gedichten:
het verschil in geur tussen
water en ijs op een vierkante
millimeter en in de schaduw
van een kinderpink
zo licht te bewaren dat het bijna
meteen vergeten als herinnering
in zichzelf verdwijnt
wat dan overblijft.
Bernlefs doelstelling is zo weinig mogelijk met een gedicht te zeggen. Toch wil hij beslist niet dat zijn poëzie inhoudsloos is.
Bernlef heeft een geheel eigen stijl. Met op het eerste gezicht absurde vergelijkingen bereikt hij sterke effecten, zoals in "Record": "De kikker Lucky (eigendom van Roy Weimer)/ mag dan ver kunnen springen (16 feet and 10 inches)/ wij springen verder en hoger, kunnen nu al zo vlug/ ontploffen dat onze schaduw geen tijd heeft/ het snelle verscheiden mee te beleven.//...
Bittere navel
In "Een bittere navel" publiceerde Hester Knibbe bij de Prom gedichten die betrekking hebben op reiservaringen. Naar aanleiding van een standbeeld dat ze in Italië ziet, schrijft ze:
Mijn ogen hebben iris noch pupil.
Dus kijk ik maar naar binnen, wil
al wat buiten voorvalt binnen horen....
Over Pompeï schrijft ze: "Rond de stad// ligt een wal, vol met stilte./ Daarin is de tijd nog zijn stem/ kwijt, woelt traag in z'n slaap/ zoals land onder zee zich verplaatst".
Deze twee (vrij willekeurig gekozen) fragementen bewijzen dat Knibbe gedichten van niveau schrijft. Haar taalgebruik is zo beknopt als mogelijk, en de gebruikte beeldspraak sterk.
Dat Knibbe geen christen is, blijkt overduidelijk uit het gedicht "Piëta van Michelangelo". Ze ontkent hierin op schokkende wijze dat Jezus Gods Zoon is.
Overdood
Bij dezelfde uitgeverij verscheen een bundel van de dichter Jozef Eijckmans. Hij heeft in "Overdood" het schemergebied tussen leven en dood tot onderwerp van zijn poëzie gemaakt. Overigens is de dichter vorig jaar op 89-jarige leeftijd overleden.
weg vloog de duif
van het balkon
en zo ook
wie dit schreef ontbreekt
is er nooit geweest te verklaren
van vroeger-later
of het een oor droeg
of een oog
De dichter had waarschijnlijk niet de doelstelling rationeel ontleedbare poëzie te schrijven. De beoordeling van dergelijke gedichten is noodzakelijkerwijs subjectief. Je vindt het mooi, of niet.
Eijckmans spreekt meer aan in gedichten die beter te analyseren zijn, zoals:
daar bewegen nog nauwelijks mensen
in de uiteengevallen man
zijn gezicht is er niet meer het
opheffend tussen anderen
stoelpoten blijven met vaste regels
aan de grond en andere dingen:
of ze verzegeld staan na zo'n sterfgeval
Souvenirs
Twee bundels van christelijke dichters verschenen bij uitgeverij Boekencentrum. "Souvenirs" van dr. R. H. Samsom bevat rondelen, sonnetten en gedichten in een vrijere vorm. Zeven gedichten zijn in het Frans geschreven, één in het Engels.
Samsoms rondelen tellen dertien of twaalf regels. De eerste, achtste en laatste regel ervan zijn (vrijwel) gelijk. Het is zijn bedoeling een korte weergave van impressies te geven. Representatief is "Voorjaar":
April doet wat hij wil;
de knoppen staan op springen;
de dagen zacht of kil
verwachten goede dingen.
Het leven schuilt nog stil,
maar wil naar kleurig bloeien.
April doet wat hij wil;
storm doet de takken stoeien.
Toch naakt de lente pril;
zij zal 't ten leste winnen.
De dagen dat ik ril
worden gevolgd door zingen.
April doet wat hij wil.
Samsoms taalgebruik is soms nogal archaïsch. Dat kan statige zinnen opleveren, maar ook stijve. Soms lijkt er sprake te zijn van rijmdwang, en wisselt het aantal versvoeten per regel zonder reden.
Een aantal gedichten is gewijd aan bijbelse thema's, zoals "Nabijheid":
Gij zijt nabij,
de God des levens.
Ben ik alleen
om 't leven te verdragen?
Gij zijt nabij!...
Deze gedichten zullen de liefhebbers van het stichtelijke vers ongetwijfeld aanspreken.
Dat geldt ook voor het bundeltje "Een zilvermeeuw in gouden zon" van Wim Plomp. Karakteristiek is "Wanneer de woorden mij ontbreken":
Wanneer de woorden mij ontbreken.
Ik niet meer weet hoe ik U vroeg.
Wanneer de tong niet meer
kan spreken,
dan is mijn zuchten U genoeg. ...
Een aantal verzen zou technisch beter verzorgd kunnen zijn. Op de interpunctie is soms wat aan te merken (zie boven). Ook in deze gedichten wisselt het aantal lettergrepen ongemotiveerd. Zoals in de laatste regel van "Zo onvolkomen":
Wij smeken om regen
maar spannen het zeil.
Wij zoeken Uw zegen
maar vluchten, terwijl
wij begeren in beter weten.
Onbereikbaar nabij
De Prom publiceerde tevens "Onbereikbaar nabij" van Van der Graft. De hoofdpersoon van deze gedichten is aanvankelijk God kwijt:
Er sneeuwt een eeuwige stilte.
Gij zijt niet te beschreeuwen, geen
tongval bereikt uw overzij.
Ook is hij de geliefde verloren:
Nergens was je meer, nooit ben je.
Raakte je achter de tijd in die dood?
Hoe ben je dan ongezeggelijk bij me
als een gedachte die me ontschoot?
Hij zoekt haar terug in zijn verzen:
Woordgod van mij, poëzie
die alles verandert, die
haar zo lief hebt gehad, geef
dat zij leeft dat ik leef
sla de vergetelheid. ...
Uiteindelijk vindt Van der Graft in zijn gedicht "een osmose van licht/.../ Ik zag het aan en wist:/ al wat gedroomd wordt is echt,/ de waarheid is een gerucht".
De ik-figuur "zag een vrouw als een bron/ duizend-schoon in het gras. Alles precies als toen:/.../ toen ik nog sterven moest,-/...
Het laatste gedicht lijkt naar de eeuwige gelukzaligheid te verwijzen:
Ik had geen tijd meer, geen tijd
voor hoop of onzekerheid,
ik wist alleen maar: ik leef,
maar ik leef tegenin,
van het einde naar het begin,
alle woorden staan scheef
want alles rept zich cursief
terug naar Ik heb je lief.
Ik spiegel mij aan de bron
doorschijnend omhels ik de zon.
Van der Graft schrijft gedichten van hoog niveau. Wie zich in deze niet eenvoudig toegankelijke woordkunst verdiept, kan prachtige leeservaringen opdoen.
N.a.v. "Achter de rug" door J. Bernlef; uitg. Querido, Amsterdam, 1997; ISBN 90 2145235 9; 707 blz.
"Overdood" door Josef Eijckmans; uitg. de Prom, Baarn, 1997; ISBN 90 6801 534 6; 47 blz.
"Een bittere navel" door Hester Knibbe; uitg. de Prom, Baarn, 1997; ISBN 90 6801 505 2; 61 blz.
"Souvenirs; Rondelen, sonnetten & andere gedichten" door R. H. Samsom; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 1997; ISBN 90 239 0585 7; 79 blz.
"Een zilvermeeuw in gouden zon" door Wim Plomp; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 1997; ISBN 90 239 0591 1; 46 blz.
"Onbereikbaar nabij" door Van der Graft; uitg. de Prom, Baarn, 1997; ISBN 90 6801 533 8.