Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: A. Muller

Dramatiek in Jeruzalems Oude Stad

Het gaat goed met het duo Bodie en Brock Thoene. Voor hun fictie hebben de Thoenes zeven gouden medailles gewonnen van de Evangelische Christelijke Pers Associatie (ECPA) in de Verenigde Staten. Van de meer dan twintig werken die het echtpaar heeft gecreëerd zijn er honderdduizenden aan de man en vermoedelijk vooral aan de vrouw gebracht. En het einde is nog niet in zicht. 

Het echtpaar Thoene (spreek uit: tè-nie) woont in Lake Tahoe in de Amerikaanse staat Nevada. Bodie Thoene (1951) leerde Brock al kennen toen ze nog maar drie jaar oud was. Toen ze samen in de hoogste klas van de middelbare school zaten, sloeg de wederzijdse verliefdheid toe. Ze waren nog maar negentien toen ze voor het altaar knielden. Ze hebben drie volwassen kinderen. Twee ervan begaven zich eveneens op het schrijverspad. Brock ziet met een redactioneel oog op hen toe. Inmiddels heeft het echtpaar ook al het eerste kleinkind. 

Brock bleek altijd heel goed te kunnen leren. Maar Bodie kwam als kind eens met een slecht rapport thuis. "Het was de zwartste dag in mijn 8-jarige leven, want ik wist dat ik mijn ouders had teleurgesteld", zo schrijft ze in het boek "Writer to Writer" ("Van schrijver tot schrijver"). Haar ouders waren er evenwel van overtuigd dat het niet aan haar lag, maar aan de leerkracht. "Mijn vader leerde mij een belangrijke les", schrijft ze. "Dat is om door te zetten". 

De laagste
Toen ze zestien was, trok ze de stoute schoenen aan en stapte binnen bij de redactie van "The Californian". "Ik wil voor uw krant schrijven", zei ze tegen de figuur die met een sigaar in zijn mond achter zijn bureau zat. Haar stoutmoedigheid werd beloond: ze kreeg de taak stukjes te schrijven voor jongeren. Ze zegt van deze tijd dat ze "de laagste van de laagste" was en dat ze "The Kid" ("het kind") werd genoemd. Ze ging langs de middelbare scholen en verzamelde interviews, opinies en nieuws over sportevenementen. 

In de jaren erop schreef ze onder meer voor "The US News and World Report" en voor "The Saturday Evening Post". Ook werd ze schrijfster en researcher voor een filmproductiebedrijf van de inmiddels overleden filmster John Wayne. Wayne moedigde haar aan een roman te schrijven over het ontstaan van de staat Israël. 

Haar belangstelling voor Israël was gewekt door een toespraak van de Amerikaanse evangelische schrijver Hal Lindsay over de vervulling van profetie. Zelf is Bodie van joodse afkomst, zo meldde het Amerikaanse tijdschrift "The Messianic Times" eens. Ze kwam tot geloof in de Messias na het onderzoeken van de geschriften. 

Samenwerking
Het echtpaar doet het werk samen. "Al het schrijven dat we gedaan hebben is in de eerste plaats gebaseerd op waar gebeurde geschiedenis en ten tweede op de verhalen van mensen uit de desbetreffende tijd", zo zei Brock Thoene in een interview met het blad "Ink". Door zijn research is Brock, die vroeger leraar geschiedenis was, in staat de historische basis en de structuur van een roman voor zijn rekening te nemen. Bodie maakt het bouwwerk af door er zinnen aan op te hangen en de karakters tot leven te roepen. Samen bepalen ze wat de personen in een roman allemaal moeten doorstaan. 

Als zij een hoofdstuk geschreven heeft, leest Brock elk woord kritisch na. Ze bepalen samen wat de krachtige en wat de zwakke episodes zijn. "Ik moet toegeven dat het soms pijnlijk is, maar hij heeft bijna altijd gelijk", zegt ze. Ze laat het manuscript dan even rusten en gaat het karpet stofzuigen om stoom af te blazen. 

Liefdesgeschiedenis
"Jerusalem Interlude", een van de boeken in de serie "The Zion Covenant", speelt zich af in Jeruzalem. Het boek verschijnt volgende maand in Nederland onder de titel "Intermezzo in Jeruzalem" bij uitgeverij Gideon. De schrijfster weeft verschillende verhaallijnen door elkaar. In Europa wordt aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog de situatie voor joden steeds moeilijker. De joden hebben geen plaats om naar toe te vluchten. De musicus Leah Feldstein en haar man Shimon bereiken eindelijk het beloofde land. Ze betrekken het huis van een overleden tante in de joodse wijk van de Oude Stad. 

De boeiendste verhaallijn is die van een liefdesgeschiedenis tussen de joodse jongen Eli en het moslimmeisje Victoria. Het probleem is natuurlijk dat beiden uiteenlopende godsdiensten aanhangen. Het probleem wordt opgelost als Eli op grond van een commentaar op Jesaja 53 tot geloof komt in de Messias en Victoria gaat twijfelen aan het islamitische godsbeeld. De eerste huwelijksnacht brengen ze door in de kerk van Maria Magdalena. 

Het ontbreekt Eli en Victoria aan het zesde zintuig dat joden en Arabieren normaliter hebben ontwikkeld en dat hun vertelt waar gevaar dreigt. Dat gebrek wordt Eli fataal. De lezer slaat de laatste bladzijde dicht met een wrange en nare smaak in de mond. 

Christ Church
Het verhaal speelt zich vooral af in en rondom Jeruzalems Oude Stad. De plaatsen die Bodie Thoene noemt in haar verhaal zijn overwegend makkelijk te traceren. Ik bezoek allereerst Christ Church, waar, in de kerkbanken gezeten, Eli en Victoria elkaar kussen, en waar zij later worden getrouwd door een zekere ds. Robbins. 

"Ik heb mensen er wel over horen spreken, maar zelf heb ik het boek niet gelezen". Op tafel in de huiskamer van de pastorie van ds. Ray Lockhart ligt "Jerusalem Interlude". Lockhart is de voorganger van de evangelisch-anglicaanse gemeente, oftewel de Engelstalige internationale gemeente van Christ Church. 

Als ik hem vraag of aan het einde van de jaren dertig er inderdaad een ds. Robbins in deze gemeente heeft gestaan, staat Lockhart op en verdwijnt naar de zolder. Even later keert hij terug met drie versleten doop- en huwelijksregisters. Na een tijdje te hebben gebladerd, concludeert hij: "Er is geen enkel teken van Robbins. Tot 1938 stond hier Malcolm Maxwell. Hij werd opgevolgd door H. W. Martin". 

Kruis
Bij Thoene gaat het dus om verzonnen personen. Maar de beschrijvingen die ze geeft van de kerk blijken erg precies te zijn. De klok die in het boek voorkomt, hangt er nog steeds. En Lockhart maakt er nog gebruik van. "We luiden de klok om de mensen bij elkaar te roepen voor het ochtendgebed", zegt hij. In Christ Church werken zo'n vijftig mensen, vooral vrijwilligers. Aan de kerk is een boekwinkel, een museum, een koffiebar, een studiereizenprogramma en een eenvoudig hotel verbonden. 

Christ Church werd in 1849 opgericht door Britse protestanten met het doel zending te bedrijven onder de joden. Bodie Thoene schrijft dat er zich geen kruis bevindt in de kerk. Dat was, in de tijd waarin haar roman zich afspeelt, inderdaad het geval. "Het kruis werd weggelaten omdat deze aanstootgevend was voor de joden", zegt Lockhart. "Evangelischen hadden daar geen moeite mee, omdat zij zelf ook vaak geen kruis hadden. Tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog werd het kruis echter geïntroduceerd. De gedachte daarachter was om te voorkomen dat het Jordaanse leger het gebouw zou opblazen als ze dachten dat het een synagoge was". 

Gods hand
Bodie Thoene weet in enkele woorden de sfeer te typeren en de lezer te verplaatsen naar het Midden-Oosten of Oost-Europa van zestig jaar geleden. Toch heeft het boek enkele zwakke punten. Bodie Thoene dreigt door de aanhoudende dramatiek en de wonderlijke wijze waarop de gebeurtenissen in elkaar grijpen voortdurend zelf de illusie te verbreken. 

Bomexplosies, schietpartijen, vechtpartijen, miskramen, samenzweringen - de schrijfster onthoudt de lezer weinig sensationeels om de spanning op te voeren. Op dezelfde dag bijvoorbeeld dat Eli bij een gevecht de ene broer van Victoria doodt en de andere verwondt, sluit de Britse dominee Robbins het huwelijk tussen Victoria en Eli. 

Het is Thoenes goed recht om de strijd rondom de oprichting van de staat Israël als een geestelijke strijd voor te stellen. Ze laat Gods hand zien in de individuele levens en in de geschiedenis. Daarin ligt de meerwaarde van het boek en dat maakt haar tot een schrijfster die iets te vertellen heeft - iets wat van de meeste hedendaagse schrijvers helaas niet gezegd kan worden. 

Polarisatie
Maar ze loopt in de val waarin ook andere evangelische christenen zijn gelopen: het geloof vermengt zich met nationalisme. In dat wereldbeeld worden de basiszekerheden van het geloof doorgetrokken naar de politiek, waarbij complete bevolkingsgroepen met duidelijkheid het stempel goed ofwel kwaad opgedrukt krijgen. 

In "Jerusalem Interlude" zijn de joden goed. De rooms-katholieken komen er natuurlijk slecht van af, met enkele uitzonderingen onder de geestelijken. Zegt Eduard tegen Etta als die door Poolse rooms-katholieken is gemolesteerd: "Met de uitzondering van een kleine priester, wendt de rooms-katholieke kerk haar machtige ogen af van wat je overkomen is". De Britten krijgen het voordeel van de twijfel.
De moslim-Arabieren (de term "Palestijn" komt in het boek niet voor) zijn slecht en leugenachtig, en, zo blijkt uit het einde van het boek als het vijandbeeld steeds verder is opgepompt, bijzonder bloeddorstig. (De enige uitzondering hierop is Victoria, maar zij is dan ook afvallig). In het boek is geen plaats voor de angst en de onzekerheid waar de Palestijnen in die tijd doorheen gingen. 

Bodie Thoene schept sympathie voor de ene bevolkingsgroep ten koste van de andere. Het boek werkt niet mee aan verzoening of het bouwen van bruggen. Zo kan de niet-kritische lezer makkelijk meegevoerd worden in de polarisatie die al zo lang meewerkt aan het instandhouden van het Arabisch-Israëlische conflict. 

N.a.v. "Intermezzo in Jeruzalem", door Bodie Thoene; uitg. Gideon, Hoornaar, 1997; ISBN 90 60 67 71 61; 416 blz.