,,Ik heb mijn moeder gezien. Ze is al meer dan dertig jaar dood. Toch was ze het. Vannacht gaf ze mijn halfbroer en mij een lift in een Dyna Panhard 1952". Zo begint "Uit het paradijs" van Nelleke Noordervliet, waarin tekenaar David Berk de hoofdpersoon is. Maar zijn moeder speelt er een minstens zo grote rol in.
Eerst maar een reconstructie van de feitelijke gegevens: David is de zoon van Wouter Berk en Gezina Berk-van Ooyen. Ze wonen in een groot huis in Overveen. Moeder Gezina, die nooit van passieloze liefde heeft gehoord, legt het aan met Jef Vervaecke (een man uit een Belgisch geslacht van rubberfabrikanten), wordt van hem zwanger en dwingt min of meer af dat hij met haar trouwt. David gaat mee naar Brussel en hoort nagenoeg nooit meer iets van zijn echte vader.
In Brussel woont de hele familie Vervaecke als in een commune- in een groot huis bij elkaar. De familie (vooral de familieleden van vrouwelijke kunne) accepteren Gezina niet omdat ze niet van stand is, niet katholiek is, maar bovenal omdat ze een verleidster blijkt.
David heeft het er heel moeilijk; Cyrille, de zoon van Gezina en Jef, wordt meer geaccepteerd. Jef lijkt gaandeweg meer spijt te krijgen dat hij Gezina heeft meegenomen. Als een zwakbegaafde tante haar nek breekt terwijl haar man, met anderen, staat te kijken naar een erotische verwikkeling van Jef en Gezina, is het doek voor Gezina gevallen. Later gaat ze neiging tot zelfverminking vertonen en wordt ze naar een inrichting gestuurd, waar ze na enige tijd overlijdt. Dat is het verhaal dat in de flashbacks wordt verteld.
Spaghettiproza
De andere hoofdstukken vertellen het verhaal van David, die zijn vrouw aan zichzelf, en zijn dochter aan haar lot heeft overgelaten, maar zijn eenzelvigheid bedreigd ziet door het bezoek van zijn halfbroer Cyrille, met vrouw en dochter Nadine. Ze logeren enige tijd bij hem om een huis voor Nadine te zoeken in Leiden. David ergert zich aan het gestroomlijnde gezinsleven van zijn halfbroer, verleidt en passant niet uit liefde, maar om de Vervaeckes een hak te zetten- zijn schoonzus en laat, in een vaderlijke poging haar op de wereld voor te bereiden, aan Nadine de roze buurt zien.
Hij insinueert tegenover zijn broer dat diens familie zijn moeder vermoord heeft. Ze gaan daarop samen naar de inrichting waar hun moeder gestorven is, vinden het antwoord niet, maar komen wel dichter bij elkaar. David besluit aan het eind van het boek onder andere door alle ellende die hij in zijn herinnering heeft gezien als gevolg van gebrek aan opvoeding en een gezonde gezinssituatie- de opvoeding van en hulp aan zijn dochter Biene weer serieus te nemen.
De stijl van Nelleke Noordervliet is vaak erg barok, regelmatig bepaald grof (met onder meer regelmatig terugkerende vloeken). Soms produceert ze zinnen waar mijn leraar ,,spaghettiproza" bijgeschreven zou hebben. Anderzijds weet ze bepaalde scènes vaak zo te beschrijven dat de lezer in twijfel blijft of ze nu werkelijk gebeurd zijn of niet, waarna ze bladzijden verder even de nuchtere feiten presenteert.
Moraal
Noordervliet hanteert het auctoriële perspectief: de verteller kan in de hoofden van alle personen kijken. In het begin lijkt het of het perspectief alleen maar bij David ligt die zich zijn moeder herinnert, maar moeder Gezina denkt, handelt steeds duidelijker onafhankelijk van de herinnering van David. In het begin van het boek wisselt het perspectief heel warrig van de een naar de ander, later vindt daarin een zekere structurering plaats: in de even hoofdstukken ligt het perspectief meestal bij Gezina, in de oneven bij David. Toch worden de even hoofdstukken en dat is perspectivistisch gezien het vreemde- door David als herinnering of zelfs als een soort visioen beleefd.
Soms spreekt de vertelster mee. Als Gezina ook nog een verhouding begint met schoonvader Jean, schrijft de auteur: ,,Ze had er beter aan gedaan het slot van het zesde hoofdstuk uit "De navolging van Christus" wat nauwkeuriger te lezen en te overdenken: (..) ,,Daarom kan er geen vrede zijn in het hart van de vleselijke mens, (..) maar alleen in degeen die vurig in geestelijke dingen is"".
Het boek lijkt hierdoor zowaar een christelijke boodschap te krijgen. De schrijfster zegt in een interview over die boodschap: ,,Ik ben iemand die zich bekommert om moraal. Om de vraag hoe je moet leven en hoe je dat met anderen samen doet zodat het leven draaglijk is". Dáárom had moeder Gezina dus beter moeten luisteren naar Thomas à Kempis, omdat ze door haar onstuitbare passie het leven voor haar kinderen en haar omgeving ondraaglijk maakt.
Ingetogenheid
Niet christelijk dus. Toch is dat wel een interessante les die uit het boek te leren is: scheidingen, wisselende relaties en (als gevolg daarvan) te weinig aandacht voor kinderen wreken zich altijd. Want ook David kan blijkbaar geen relatie instandhouden en verbergt zijn gebrek aan aandacht voor zijn (ondertussen verslaafde) dochter met de opmerking: ,,Ik heb mijn zorg voor anderen ondergeschikt gemaakt aan het respect voor hun privacy". Het gezin als hoeksteen van de samenleving, Noordervliet zou in dat opzicht haar handtekening onder het verkiezingsprogramma van menige christelijke partij kunnen zetten. Alleen, moet je daarvoor nu zo'n boek schrijven dat overloopt van seks?
Noordervliet wordt wel eens vergeleken met Hella Haasse. Naar mijn idee moet er dan wat kwaliteit en ingetogenheid betreft nog veel veranderen.
N.a.v. "Uit het paradijs", door Nelleke Noordervliet; uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 1997; ISBN 9029054425; 317 blz.