Yord
Yord
Yord Literatuur
Boekverslag maken? Informatie nodig voor je literatuurdossier? Yord biedt alles wat je wil weten over literatuur. Talloze recensies, informatie over dichters, schrijvers, poëzie en proza. Zoek op auteur of in een van de dossiers.
 
 
 
Zoeken op auteur
 
Dossiers
 
 
 
arrowYord literatuur
Literair lexicon

Literaire teksten

Links

Zoeken
Literatuur inzicht
 

Redacteur: Marie van Beijnum

Daums vrouwen zijn geen lieverdjes

"Paatje" Daum behoort tot de belangrijkste auteurs uit de Indisch-Nederlandse letteren. Hij was niet alleen romancier, maar ook journalist. Ter gelegenheid van zijn honderdste sterfjaar, 1998, verschijnt zijn oeuvre, goed voor zo'n 2500 bladzijden. Dr. Gerard Termorshuizen is de tekstbezorger van dit verzameld werk en redigeerde bovendien de bijbehorende bundel "Rondom Daum". ,,Wat Daum nieuw maakt, is zijn frisheid van taal", zegt hij. 

Paulus Adrianus Daum (1850-1898) groeide op als zoon van een ongehuwde moeder in een Haagse volksbuurt. Hij ontwikkelde zich als een autodidact. Nadat hij aanvankelijk bij de Haagse krant Het Vaderland had gewerkt, kreeg hij in 1879 een baan als mederedacteur van De Locomotief in Semarang, Nederlands-Indië. Later werkte Daum voor Het Indisch Vaderland. Vanaf 1885 was "Paatje" Daum hoofdredacteur van het Bataviaasch Nieuwsblad. 

Opvallend is dat Daum gedurende zijn journalistieke loopbaan in de Gordel van Smaragd een vruchtbaar schrijver was. Liefst tien romans en een Indische novelle verschenen er in relatief kort bestek van zijn hand. Hij schreef ze, onder het pseudoniem Maurits, als feuilletons om zijn krant aantrekkelijker te maken. Later werden Daums romans in boekvorm uitgegeven. 

,,Daum was uiterst gevoelig voor de sfeer van zijn tijd. Hij bezat het vermogen die sfeer in zijn boeken als een schilder tot leven te brengen. Het is een reden waarom Daum nog zo nieuw is", verklaart een enthousiaste Termorshuizen, die in 1988 promoveerde op het (nog verkrijgbare) boek "P. A. Daum, journalist en romancier van tempo doeloe". 

Observeren
Daums achtergrond en denken worden met name duidelijk uit zijn journalistieke productie. Ruim 2500 mensen lazen zijn krant De Locomotief in Semarang. Ze kwamen nagenoeg allen uit de Europese gemeenschap. Het was gebruikelijk dat een redacteur een nauwe relatie met zijn abonnees onderhield. Daum vormde daar geen uitzondering op. In de blanke Semarangse gemeenschap kende men elkaar. Het ligt voor de hand dat het biografische element in de Indische pers een heel belangrijke rol speelde. 

De Haagse redacteur was iemand die zijn omgeving nauwgezet observeerde. Het is dus geen wonder dat ambtenaren, planters en militairen figureren in zijn verhalen tegen de achtergrond van de Indische maatschappij die hun gedrag, denken en leven bepaalde. 
Daum neemt de lezer mee in het carrièrestreven en de roddelzucht, het verval en de demoralisatie, de wanhoop en de eenzaamheid. 

Tijdgenoten konden uit de geraffineerd-doorzichtige plots van Daum wel het een en ander destilleren. Zo wordt in de tweede roman de middelmatige Kees van den Broek dankzij de intriges van zijn vrouwen Corry en Louise de maatschappelijke ladder opgedragen. 
Termorshuizen dist met smaak op: ,,Juist in die tijd speelde er in de bestuurskringen een kwestie van een man van middelmatig kaliber, ene J. H. Pannekoek, die het tot ergernis van Daum via vriendjespolitiek tot secretaris bracht. De mensen hebben ervan gesmuld; zij herkenden in Kees van den Broek juist die bewuste Pannekoek. En de vrouw uit de Brusselse relatie van James van Tuyll heeft echt bestaan, net als mevrouw De Bas met haar aanvallige gedichten". 

Het onmiskenbare Leitmotiv bij de verlichte en rationele Daum is de emancipatie van de vrouw. ,,Als schrijver laat hij de vrouwen in zijn boeken zelf hun ideeën naar voren brengen. De dubbele moraal van de mannen komt in één adem aan het licht. De vrouwen van Daum zijn geen lieverdjes, maar sterke persoonlijkheden", analyseert Termorshuizen. 

Gekrenkte trots
De idealistische kritiek in het moederland vond het door Daum gehanteerde genre ronduit spottend, kwetsend en schokkend. In detail ingaan op affaires als van een Van Herwijnen die zijn onbaatzuchtige vrouw in de kou liet staan voor een Indische maîtresse, was ongepast. ,,Over dat soort dingen schreef je niet. Je moest verheffend bezig zijn. Daum was de eerste die dat niet deed", zegt Termorshuizen. In eerste instantie voelde Daum zich alleen staan. Herkenning bleef naar zijn gevoel uit. Termorshuizen noemt dit in "Rondom Daum" gekrenkte schrijverstrots. In het voorwoord van "Uit de suiker in de tabak" daagt Daum zijn recensenten uit. ,,Hij wist namelijk dat hij met iets nieuws kwam", aldus Termorshuizen. ,,Die herkenning kwam weliswaar wat later, maar ze kwam er wel. Want Daum was in Indië beslist populair". 

Eind jaren zeventig was de jonge Daum een ongelovig, rationeel man geworden die zich geïnspireerd wist door ideeën en idealen van de Verlichting. Hij beschouwde de pers als een opvoedend instrument, als de "moeder der openbare meening". Zijn denkbeelden ontvouwde hij voornamelijk in de krant, zoals verbetering van onderwijs, emancipatie van de vrouw, crematie en het recht van suïcide. 
Tot op zekere hoogte representeerde Daum de koloniale gemeenschap. Hij was een liberaal die achter het bedrijfsleven stond. Als het het gouvernement voor de wind ging, kwam dat de inlander ten goede, vond hij. Op sommige punten strookte de mening van Daum niet met die van zijn lezers en de gevestigde orde. Dat was wanneer hij maatschappijkritiek ventileerde en op dat vlak was hij gevreesd. 

Waar de journalist Daum briljant en sarcastisch is, is hij als romancier afstandelijk, ironisch en speels. ,,Hij bespotte het poenige gedrag van de Europese mensen in Indië. In zijn romans kon hij zich daar naar hartenlust in uitleven. Niemand kon het hem immers kwalijk nemen", vertelt Termorshuizen. 

,,Overweldiging"
Wie van een scherpzinnig en zelfbewust mens als Daum mogelijk een antikoloniale houding zou verwachten, rekent buiten de waard. ,,Hij was iemand die zich achter het bedrijfsleven stelde. Wel zei hij: Eigenlijk is het niet goed dat wij hier zitten, het is een daad van overweldiging. Maar nu we hier eenmaal zitten, hebben we een taak te verrichten. We moeten ervoor zorgen dat het bedrijfsleven rendeert en dat met het geld de omstandigheden voor de bevolking kunnen worden verbeterd". 

De enige antikoloniaal avant la garde was mr. P. Brooshooft, net als Daum een uiterst relevante persoonlijkheid voor de Indische pers. ,,Daum en Brooshooft waren de twee topjournalisten uit het laatste kwart van de negentiende eeuw. In tegenstelling tot Daum richtte Brooshooft zijn blik meer op de armoede onder de inlandse bevolking. Hij staat aan het begin van de ethische richting. Tussen Brooshooft en Daum boterde het niet. Ze vlogen elkaar om de haverklap in de haren". 

Toch was de intelligente Daum eerlijk tegenover zichzelf. Hij voelde als het ware op zijn Hollandse klompen aan dat er in het rijksdeel ander weer op til was. Termorshuizen bespeurt dan ook een zekere groei in de pennenvruchten van Daum. ,,Van de in totaal tien romans spelen de eerste zeven vrijwel uitsluitend in de Europese context. Inlanders bevinden zich in de marge als huisbedienden en niet te vergeten als "njais" (concubines). Maar in de laatste drie romans komen de inlanders sterk naar de voorgrond. Ze worden mensen met een gezicht. In het laatste boek, Aboe Bakar, is de hoofdpersoon zelfs een inlander". In deel twee van het verzamelde werk krijgt een "njai" de rol toebedeeld die Hélène van Tuyll van "Uit de suiker in de tabak" vervult. Deze concubine stelt dan het gedrag van mannen aan de kaak. 

,,Waar Daum in zijn journalistiek de echte koloniaal blijft, is hij als schrijver meer zichzelf en uit hij zich op een manier waarop hij dat in de journalistiek niet deed, niet wilde of niet kon doen", licht Termorshuizen toe. 

Zola
Daum overleed op 48-jarige leeftijd in Laag-Soeren. Na zijn dood raakte hij in vergetelheid. Dat kwam doordat de Tachtigers begin deze eeuw de literaire kritiek domineerden. Daum paste niet in de stroming van de Tachtigers. Hij voelde zich thuis bij het naturalisme van de door hem bewonderde Franse schrijver Emile Zola. ,,Hij werd als het ware weggeschreven uit de literatuur, net als Elsschot en Paap", stelt Termorshuizen. 

In de jaren dertig van deze eeuw waren het Menno ter Braak en vooral Du Perron die Daum, Elsschot en Nescio herontdekten als schrijvers van het ,,gezonde verstand en de nuchtere taal". De heruitgave in 1936 van "Goena Goena" was het begin van de revival van Daum. ,,Nadien is hij nooit meer weggeweest". 

Als we Multatuli met zijn in 1860 verschenen Max Havelaar buiten beschouwing laten, is Daum, kortom, de eerste romanschrijver van formaat in de Indisch-Nederlandse letterkunde. Meer dan honderd jaar nadat het ontstond, blijkt Daums werk actueel en vitaal. ,,Hij oversteeg met zijn thematiek en stijl de begrenzing van zijn tijd", aldus Termorshuizen. 

Dr. Gerard Termorshuizen brengt vele uren met Daum door. Elke zaterdag "bezorgt" de Leidse historicus en letterkundige van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde dertig bladzijden van zijn proza en leest die vervolgens hardop voor. ,,Dan vallen de fouten sneller op". De destijds gehanteerde tekst van Daum wordt herspeld in de hedendaagse spelling. ,,Iets wat het karakter van Daums proza absoluut niet aantast", voegt Termorshuizen er haastig aan toe. Bij de uitgave van het eerste deel: ,,Ik ben ontzettend blij. Daum is nu, denk ik, echt en definitief doorgebroken". 

Mede n.a.v. "Uit de suiker in de tabak" en "Hoe hij Raad van Indië werd" door P. A. Daum, Verzamelde romans deel I; uitg. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 1997; ISBN 9038814232; 659 blz. inclusief bijlagen; "Rondom Daum", onder redactie van Gerard Termorshuizen; uitg. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 1997; ISBN 9038874219; 136 blz..